geschenken naast hem waren neergelegd, werd de tocht weer
vervolgd en naar boord teruggekeerd.
In den vooravond maakte de heer P. M. zieh hier te Benoi
gereed om de noodige sters-waarnemingen te verrichten. Reeds
was alles uitgepakt en het instrument opgesteld, toen de Assistent-
Resident bemerkte dat de inboorlingen zieh blijkbaar over die
vreemde geheimzinnige dingen zeer ongerust begonnen te maken,
en hem dus dringend verzochten ze weer weg te laten nemen.
Een uitnoodiging om ze eens van naderbij te komen bekijken
mocht niet baten, ook niet toen Mam o n a en SlKI hen „in het
vuur” voorgingen en met twee dichtgeknepen oogen voor het
objectief van den kijker gingen staan. De ongerustheid hield
aan, en wies! Eenigen retireerden zieh reeds in hun huizen. —
Onder deze omstandigheden oordeelde de Assistent-Resident het
beter de gemoederen niet verder te verontrusten en verzocht hij
den heer P. M. maar liever geene waarnemingen hier te verrichten.
Met donker werd weder naar boord teruggekeerd, en nog
lang nadat de avondmuziek van de Javaansche matrozen —- de
eentonige en toch niet onwelluidende gamelan fij§ had opge-
houden zieh te laten hooren, kwamen over het water verschil-
lende geluiden naar de Valk toe, die bewezen dat het evenement
van den dag nog druk aan den wal besproken werd. A f en toe werd
ook gezang gehoord en in langgerekte tonen op een hoorn geblazen.
In voorkomen geleken de inboorlingen hier meer op de bewoners
der Oostbaai (zie pag. 67 en v. v.) dan op die der Zuidkust.
Ook hier werd weinig werk gemaakt van lichaamsversierselen
en beschilderen van het aangezicht o f lijf, en meer alleen het
hoofd getooid; kransen en pluimen van gele en witte veeren van
paradijsvogels, kakatoes e. a. kwamen daarbij veelvuldig voor. De
vrouwen droegen een soort körten rok, bestaande uit een om het
middel nauwsluitenden band van fijngevlochten touwwerk, waar-
aan tallooze franjes van ineengedraaide donkerbruine vezels be-
vestigd waren, zoodat het geheel als een kleedje om de heupen
hing. Tatouage, vooral bij de gehuwde vrouwen, kwam hier even-
zeer voor als aan de Zuidkust; dezelfde overeenkomst viel op te
merken bij de wapens en muziekinstrumenten en bij zaken voor
dagelijksch gebruik, zoo in huis, als op het veld of te water.
Noch hier, noch later hoogerop de rivier, werd een ander ver-
voermiddel gezien dan kleine sampan's met laag boord en puntig
toeloopende uiteinden; de groote prauwen der Zuidkust worden
dan ook meer speciaal met het 00g op zeefochten vervaardigd.
Zooais overal elders op de Zuidwestkust en Zuidkust reeds was
30. Inlanders van Kampoeng Begi. 28.3.’05.
31. De breedte der beneden-Digoel. 28.3.’05.