
blijkt uit de reeks van curieuze Papoea-teekeningen, welke twee
MeraukS’rs voor mij in 1904 maakten en die hiertegenover nauw-
keurig zijn teruggegeven (afbeelding 130, figg. e, h, n).
Wij zien daarop achtereenvolgens: a. een leguaan (kadivoeke);
b. een krokodil [kjoe, kiew) ; c. een visch (parar 'e); d. een schep-
prauw (javoen), waarbij men zieh afvraagt of ditzelfde woord
00k niet tevens, een vischsoort aanduidt; e. een vleermuis (kereke),
of wellicht meer algemeen een vogel (oesoebe); f . een schorpioen (?),
skindekS geheeten; g. een ster (oevöem, wajar); h. weer een vleermuis,
of een vogel in ’t algemeen; i. opnieuw een ster (nu geheeten
owei'er); j . de bekende Merauke’sche handtrom (kendara),
met leguaanvel overtrokken, zooals de jongen van afbeelding 88
°P P- 39° hiervoor in de hand heeft; k. een adder of kleine
slang [saki) ; l. een onzeker ding, geheeten osak mangoen-, m.
weer een s te r ; n. weer een vleermuis, waarin men het best de
figuur herkent op den voorsteven der hiervoor afgebeelde prauw
(127) aangebracht; o. een kikker [gegoeroe) ; p. en q. weer kikkers,
in verschillenden stand; en r. weer een krokodil, evenals fig. b
te zien gaf, maar hier veel minder natuurlijk en artistiek ge-
teekend als die eerste maal.
Inderdaad zijn 00k deze teekeningen van twee verschillende
handen. De allerbeste, uit een oogpunt van teekenvermögen, zijn
zeker de figuren a— c, waarin de drie voorgestelde dieren wezenlijk
leven. Deze drie zijn 00k van eene hand, den Merauke’r J a t t i (zie
zijn portret op p. 388). Curieus is dat bij 'alle dieren met vier
pooten de voorstelling ze geeft in vooruit-schrijdende richting.
Vöör in de prauw van afb. 127— 129 waren tegen beide binnenwanden
nog met verf versieringen aangebracht, hoekspitsen die
ineengrepen zooals
het hierbij af-
gedruktcliche’tje
te zien g e e ft; de
lijnen van die
4-P3 hoekspitsen
131. Driehoek-ornament in verf.
waren alle zwart, terwijl de ruimten tusschen die zwarte lijnen
bij de bovenste reeks (a— a4) bruin, bij de onderste reeks (b— b3)
geel was gekleurd. Daaronder was dan nog, in verf 00k, een
vogel-figuur aangebracht, in den tränt van fig. h op afbeelding
130, waarvan het midden zwart, het voor- en achtereinde wit was.
Ook maakte ik van de gelegenheid gebruik om verschillende
kleurstrepen aan denzelfden J a t t i , die mij een deel der teekeningen
maakte, te laten zien, en hem dan de namen van die