
waardiging in aller blikken, maar daarmede werd geen rekening
gehouden, integendeel, er werden körte metten met hen gemaakt.
Toch had het nog heel wat voeten in de aarde alvorens alles
voor den volgenden dag geregeld was.
Om den weg voor morgen glad te maken, valt van af den
middag een druilende regen die in den avond erger wordt en
het grootste gedeelte van den nacht doorzet.
71. Luitenant Onvlée in het oerbosch bij Kiroeroe, op den gekapten weg
naar het Omba-bivak. Nov. ’04.
F. DE L AN D TO CH T BEOOSTEN DE E TN A B A A I .
(19 Nov. 1904— 16 Febr. 1905)
I. Tocht naar de Omba. Vluchtige aanraking met inboorlingen.
Het Omba-biväk. Kaloelis’ verdwijnen en terugkeer.
Met het vertrek van Kiroeroe op Zaterdag 19 November nam
de Landtocht feitelijk een/ei»4 e; verg. nu verder K a a r t IV .
Ook hier kon men vragen: „Quo vadis, domine?” in verband
met het vage doel. Behalve het reeds genoemde aantal koeli’s
bestond de stoet uit drie Europeanen (Geoloog, Contrôleur en
ondergeteekende), elk vergezeld door zijn bediende (de geoloog
had een Timoreeschen koeli tot zoodanig gepromoveerd), alsmede
een détachement militairen ter sterkte van vijf man. Bovendien
KA.LOELIS met een escorte van 8 à 10 Papoea’s. Het medenemen
van een sterker detachement militairen bleek onmogelijk vanwege
het gering aantal beschikbare koeli’s; we konden thans slechts
voor 4 à 5 dagen vivres medevoeren, hetgeen al een minimum
kon genoemd worden. Uit een veiligheidsoogpunt kön voorloopig
met een gering aantal lieden worden volstaàn, bevolking was
niet gesignaleerd en ook niet aanwezig volgens de gidsen.
Door de voorbereidende maatregelen van den vorigen dag,
n.l. het gereedzetten van de verschillende vrachten, kunnen we
thans om zeven uur afmarcheeren, hetgeen voor een eersten dag
bizonder medevalt. De militairen vormen de voorhoede ; daarop
volgen successievelijk de kappers, de Contrôleur met de Papoea’s,
de koeli’s, en ten slotte geoloog en ik die al metènde en steenen
verzamelende de beweging volgen. De Contrôleur zal de beweging
aan het hoofd regelen in verband met den voortgang van de
koeli’s, en dezen in geregelde beweging houden; voorts zal hij
verder bij de hand blijven voor eventueele aanraking.
Het eerste gedeelte van den weg leidt door vlak, modderig