
de overtuiging hadden gekregen dat hun verzet nutteloos was
en dat overigens de vestiging van het Gouvernement alhier geen
kwaad tegenover hen beoogde, hadden zij zieh bij den nieuwen
toestand neergelegd.
De hoofdreden waarom deze landstreek onder rechtstreeksch
bestuur was geplaatst, was het tegengaan van de strooptochten
en slavenjachten der bewoners van Nederlandsch Zuid-Nieuw-
Guinea, naar het oostwaarts gelegen Engelsch gebied. Het Gouvernement
van Q u e e n s l
a n d, waaronder Britsch
N. G. ressorteert, had hier
oyer reeds meermalen met
de Indische Regeering van
gedachten gewisseld.
Het waren vooral de bewoners
der Mo r e h e a d -
rivier, + 30 zeemijl beoosten
de Nederlandsche
grens in zee vallende, die
in de eerste plaats aan die
aanvallen blootstonden. In
het „Annual Report on Br.
N. G. 1899/1900” beschreef
de toenmalige „Administrator”
S i r W i l l i a m l e
H u n t e den toestand als
vo lg t:
„I expect one of two possibilitie
s for the future of
„the Morehead if the people
„[there] will settle at
50. Vrouwen van Mirauke.
„ B u g i 1); either in time they will increase in numbers and
„become strong enough and, with some assistance from the
„Government, trained enough in defending themselves, to enable
„them to return and reoccupy their own land [on the Morehead-
„river]; or the T u g e r i 2), finding the river unoccupied, may
„settle on it and be gradually brought under the influence of
1) De zetel van den Br. Resident over de W. Afdeeling van Br. N. G., onge-
veer 40 mijl beoosten de Morehead, en 70 mijl van de Ned.-Ind. grens.
2) De naam „Tugeri” wordt door de Engelschen aan de Papoea’s van Ned.
Z. G. gegeven.
„our Government. I would willingly welcome a strong warlike
„ race like theirs*), for, once brought under control, they would
„be invaluable native colonists in a rich and fertile country
„which they have themselves depopulated.” (p. 27— 28).
Gouverneur L E H U N T E had bij die gelegenheid een bespreking
met de Hoofden der Morehead-stammen, en de slotzin van het-
geen hij dienaangaande rapporteerde, teekent eveneens den man
die de zooeven gecursiveerde pittige woorden neerschreef. — Dat
rapport luidde:
„Next morning I had a final talk with the chiefs about coming
„to Bugi; in fact, it was then — I put it off till the last moment]-^?
„that I broke to them my not being able to go for the Tugeri
„across the boundary, which they were quite ready to do if I
„would take them, or even to undertake to protect them on
„their river. A more distasteful task I have never performed.
„They appeared, however, to understand the position.” (p. 28).
Welnu, met het „under control” brengen van dat „strong and
warlike race” de plicht die op Nederland rustte, sinds het
hun landstreek tot zijne O. I. Bezittingen rekende^Mwas sindsdien,
door het oprichten van een Bestuursvestiging aan de Merauke-
rivier, aangevangen.
Het eerst was hierbij werk gemaakt van het doen eindigen
der roofpartijen naar de overzijde der Ned.-Britsche grens, ter
voorkoming van klachten daaromtrent van Australische zijde; en
daarna werden maatregelen genomen om het hongi’en 00k in de
territoriale wateren längs de eigen kusten tegen te gaan.
Het spreekt van zelf dat niet op eenmaal aan alle dergelijke
tochten een einde is te maken, maar steeds meer zullen de bewoners
dier kust de overtuiging krijgen dat verzet ten deze hun
niet b a a t; het vernietigen van de groote zee-prauwen waarmede
zij die tochten maken, is daarbij de hoofdstraf. Ook zullen er
voorloopig nog wel hier en daar alleenstaande gevallen van moord
en roof blijven. voorkomen, die dan, gelijk gebruikelijk is, van
pessimistische zijde zoo somber mogelijk in hun gevolgen door
Indische dagbladen zullen worden afgeteekend; maar een meer
geregelde toestand begint toch alreeds aan te breken, en dit zeker
00k dank zij de wijze waarop het Bestuur zieh het vertrouwen
der omwonende bevolking heeft weten te verwerven. Hiervan
werden tal van voorbeelden gezien.
Aanvankelijk maakte het Bestuurshoofd-zelf verscheidene tochi
) Cursi veering van ons.