
109. Klapperbosch aan het strand te Nawarri, bezuidoosten Mlrauke.
dus, die men in Suriname „ritsen” noemt de pisang- eh
sago-boomen bij voorkeur op de lagere terreinen daartusschen
.groeiden; terreinen die hier en daar grensden aan het rivier- o f
zeewater en bij hooge waterstanden kans liepen van overstroomd
te worden. Die ruggen o f ; „ritsen” waren opgebouwd uit een
conglomeraat van kleine kiezelsteenen, als met los cement aan
elkaar gebakken. De läge gronden vertoonden daarentegen een
leem- o f kleiachtigen bodem.
t Ook zag men de kokospalmen altijd in overvloed in de buurt
,van de stranddorpen, en hier groeiden ze vlak längs of op de
zeer läge zandheuvels, die het meest niet tot duinen brachten;
'zie de afbeelding op blz. 197 hiervöör, en verg. de tegenover-
staande van Nawarri, be Z.O. Merauke. Daar vooral, in de buurt
van het zoute water, is de kokospalm in zijn element. In de
buurt van Merauke werd het. uitzaaien van de kokosnoot door
de Gouvernements-ambtenaren aangemoedigd, ter wille van de
copra, een belangrijk, ja, wel het belangrijkste handelsartikel van
deze streek. Tot het verkrijgen dier copra wordt de kokosnoot
doorgesneden, en eenigen tijd aan de zon blootgesteld; daarna
in zakken verpakt en naar Europa verzonden.
Onderstaand kiekje geeft een viertal jonge klapperboomen te
zien, opgegroeid uit nabij de kust uitgezaaide kokosnoten. Van
110. Klapperboomen groeiende uit de kokosnoot, Merauke.