
„Controlern* wegens ziekte geevacueerd, verliet 5 December de colonne. 4V
„Gezondheidstoestand zoover door mij beoordeeld kan worden bij de Madoe-
„reezen zeer ongunstig, bij de overigen minder günstig. — Gidsen verlieten
„sedert geruimen tijd de colonne om korteren verbindingsweg te zoeken met
„Kiroeroe. Keerden tot heden niet terug.
„Ontving zooeven Uwe Nota d.d. Merauke 23 November 1904” . (Hierin was
door P. M. vermeld dat de vivres, met het oog op het 66n maand langer
kunnen uitblijven, door hem bijbesteld waren; zie pag. 95 van dit Verslag.)
„Deel naar aanleiding daarvan in overleg met den heer M o e rm a n U het voll
e n d e mede: Bij ons persoonlijk geene bezwaren. Voortrukken tot nu echter
„ongunstig zoodat verlenging onzes inziens niet gewettigd is.' Vordering tot nu
„toe zoodanig dat we ons thans bevinden op d t 25 K.M. Oost van Kiroeroe
„n.l. N. 8o° O. Totäal afgelegde weg 27 K.M.
„Verzoeke bepaalde mededeeling of Aardrijkskundig Genootschap uitblijven
„tot 1 April wenschelijk acht in verband met reeds bijbestelde vivres, 00k al
„zijn de te bereiken resultaten gering” .
Het schrijven van 19 December 1904, uit het Aroe-bivak
(verg. Ka a r t IV), luidde als volgt:
„Na gehouden overleg met den heer M o e rm a n wordt U als ons beider
„meening medegedeeld: Toestand over ’ t algemeen ongunstig, omstandiglieden
„eveneens. Zijn aangekomen ter plaatse waar 3e bivak moet worden opgericht
„gelegen op een afstand van 5° K.M. van Kiroeroe. De afstand hemelsbreedte
„is 28 K.M. Oost van Kiroeroe. Voor transport tusschen deze beide plaatsen
„worden met de opgedane ervaring voor oogen 60 valide koeli’s noodzakelijk
„geoordeeld. Bij verder doormarcheeren wordt aantal koeli’s evenredig grooter.
„Zal, aangezien bij hoofdcolonne 20 ä 25 man noodig zijn, ten slotte dus zeer
„aanzienlijk worden. Bij doordringen in O. ricliting tot 60 K.M. wordt aantal
„koeli’s 2 )x( 60 -f- 25 145 valide menschen. — ■ Madoereesche koeli’s zullen
„na körten tijd bijna allen uitgevallen zijn. Timoreezen voor de helft. Voor
„zieken steeds een groot percentage te rekenen. Totaal aantal koeli’s zal verre
„het vroeger gedachte overschrijden.
„T e bereiken resultaat zal uiterst gering zijn. Dagelijks zware regens welke
„reeds vroeg neervallen (soms reeds om twaalf uur). Personeel gaat daardoor
„physiek achteruit; snel oprukken als tot nu geschiedde met geheele dagmar-
„schen, voor de toekomst uitgesloten. Tijdig zäl de marsch gestaakt moeten
„worden, voortgang dus minimaal. Bandjirende rivieren beletten den overgang j
„thans wachten we bij de Aroe vergeefs. Met oog op gevaar van tijdelijke
„afsnijding zullen overal betrekkelijk groote hoeveelheden vivres opgestapeld
„moeten worden, hetgeen vertraging zal veroorzaken. Vooruitzicht is dus:
„Langzame, systematische opmarsch met veel vertraging door verplichte om-
„wegen en oponthoud met onevenredig groot aantal draagkrachten.
„Heer M o e rm a n en ondergeteekende zijn volkomen bereid te blijven door-
„gaan en zijn volkomen gezond. Achtten echter duidelijke uiteenzetting toe-
„stand noodig met verwijzing naar Nota d.d. 2 December” (zie pag. 98 van dit
Verslag) „en Uwe nota d.d. Merauke 23 November” .
De mondelinge berichten, uit het landingsbivak medegebracht,
waren eveneens niet günstig: de Timoreesche koeli’s waren daar
nl. alien aangekomen en weigerden verder te werken, bewerende
dat hun diensttijd om was. —■ Het tekort aan dragers en de vertraging
in den opmarsch werden dus hierdoor nog vergroot. Toch
kon hierin voorloopig nog niet voorzien worden. De Flamingo
moest nl. om hygienische redenen ter ontspanning van de equipage
eenige dagen te Ambon vertoeven, en de Commandant kon
derhalve het verzoek van den heer P. M. niet inwilligen om
vooraf een derde bezending Keieneezen te gaan halen. Hij be-
loofde evenwel, terugkomende van zijn reis, voor dit doel Toeal
aan te loopen en hoopte dan ± 12 Januari in de Etnabaai terug
te zijn.
In antwoord op de vraag van kapitein DE R O CH EM O N T (zie
hierboven, Nota 11 Dec., laatste alinea) of het Genootschap het
uitblijven van den landtocht in het binnenland, tot 1 April,
wenschte, in verband met reeds bijbestelde vivres en 00k al zouden
de te bereiken resultaten gering zijn, antwoordde de heer P. M.
d.d. 25 December: dat het Genootschap zeer zeker uitblijven tot
dien datum wenschelijk achtte, indien de omstandigheden dit
wettigden. De groote onkosten gemaakt voor uitrusting, transport
naar de kust enz. zouden toch door langer uitblijven niet ver-
meerderen; alleen stegen de uitgaven voor vivres en koeli-loonen.
Sedert echter de vivres reeds door den heer P. M. waren bijbesteld,
bleef dus alleen te beoordeelen oyer of die meerdere uitgaven
aan koeli-loonen door de omstandigheden zouden gewettigd
worden. Tegelijk met het bovenstaande, berichtte nu de heer P.
M. dat die omstandigheden in het binnenland niet door hem
van de Etnabaai uit konden worden beoordeeld, doch slechts
ter plaatse zelf door den Leider van den landtocht; van dezen
zoude dus het initiatief tot vroeger terugkeeren moeten uitgaan.
En waar kapitein DE R O CH EM O N T in zijn schrijven van 11 Dec.
verlenging van den tocht met een maand niet gewettigd achtte,
omdat de vooruitzichten tot nu toe ongunstig waren, daar meende
de heer P. M.; of het integendeel niet juist zaak was door langer
uitblijven het geringe resultaat der eerste 20 dagen te elimi-
neeren ?
Verder werd, in verband met de berekening van het alsnog
benoodigde aantal koeli’s in de nota van kapitein DE R O C H E MONT
van 19 December, uit finantieele overwegingen de limiet
bepaald op 145 man, en tevens medegedeeld wanneer en op
welke wijze de nieuwe koeli’s zouden kunnen worden aange-
voerd.