
m s
Het is, voorzoöver wij wetén, de allereerste keer dat zulk een
Bezweerkoker — gelijk wij dit instrument met volle recht wel
mögen noemen afgebeeld wordt. Dadélijk treft op dit stuk het
herhaaldelijk aangebrachte, en duidelijk realistische menschen-motief .
Brengt men dit weer in verband met wat hiervoör op p. 600
gezegd werd over het schild (N°. 190) dat 0 0 k v a n d e Oos t -
ba a i h e r k oms t i g is, en dat 06k menschenfiguren vertoont,
hoewel in meer „verstijfden stijl” , dan bevestigen deze beide
nummers allereerst over en weer hun ornamentiek van menschenfiguren,
en maken het over en weer tevens zeker dat deze
menschenfiguren juist op deze gewichtige voorwerpen werden
aangebracht om als afivering, als voorbehoeding, en tegelijk als
■bedreiging te dienen voor „vreemden” , d. w. z. vijanden.
De afgebeelde koker is gemaakt uit vrij zwaar bamboè, die aan eene zijde op
een willekeurige piek loodrecbt is doorgesneden, terwijl aan de andere zijde het
riet längs het tusschenschot weggesneden werd, en daarna in het tusschenschot een
gat gemaakt vàn 2 c.M. middellijn, waarna dan nog de scherpe kanten glad werden
afgerond. Tegen de gemaakte ofening wordt nu de mond gezet, en de in den koker
diggende ka,lk weggeblazen. Inhoud (indien geheel gevuld) 750 c.M3.
. De koker is rondom bewerkt. De spiraallijn komt hier weinig of niet te voor-
schijn, doch het geheel wordt letterlijk beheerscht door menschfiguren met. naar
boven saamgevouwen handen, die alle dus een smeekende houding schijnen uit te
drukken '). Lengte 0.30 M., middellijn 0.07, binnenwerks 0.06 M. Verkleining 1 op 3 ' ¡.2.
N A S G H R I F T .
Penis-schelpen, Penis-kokers, Penis-gordels 2).
De man die de Sneeuwbergen in 1623 op Ned. Nieuw-Guinea
ontdekte, Jan CARSTENSZ, heeft 00k het eerst bericht over het
gebruik door inlanders aan deze Zuidkust van penis-SChelpen.
Op 10 Maart in t midden van de groote bocht die de kust bij de
monding der Digoel en den ingang van Straat Prinses Marianne
maakt — welke groote bocht hij bij ca. 70 f Z.B. zeer gepast
„Keerweer” noemde, — en gekomen op ca. f 42' Z .B .3), dus
1) Nog een tweede Bezweerkoker (lengte 0.30, middellijn 0.06 M.) werd van de
Öostbaai medegebracht, waarop de figuren echter alleen geometrisch zijn,' en het
menschenmotief niet voorkomt. De inhoud van dezen is (geheel gevuld) 425 c.M3.
2) Deze rubriek werd door mijzelven geredigeerd, onder opneming van telkens
afzonderlijk te vermelden aanteekeningen van Dr. K o c h . Het belangrijke onderwerp
eischte een uitvoeriger en meer gedocumenteerde behandeling. R o u f f a e r .
3) Op 12 Maart 1623 bepaalde C a r s t e n s z d e . breedte van Kaap Valsch op
8° 1 5 'Z.B. — „dies .... de naem gegeven de V a ls ch Caep, ende leijt op de hoochte