
van levensmiddelen zulk een verpakking na diverse adviezen
ten slotte was vastgesteld, kwam alles er op aan te zorgen dat
het emballeeren onder deskundig vertrouwd opzicht geschiedde.
Hier kwam opnieuw de Militaire Administratie te hulp; en
op zulke krachtige wijze, dat zij de expeditie en het Genoot-
schap ten zeerste aan zieh verplichtte. Zij vergunde toch alles
wat aan vivres en materiaal werd aangekocht of tegen kostprijs
uit de Magazijnen van Oorlog of Marine werd overgenomen,
naar het Magazijn van Kleeding en Uitrusting te Soerabaja te
laten zenden, alwaar het dan onder persoonlijk toezicht van den
Beheerder, den kapitein-kwartiermeester R. F. B lE RM A N N , op
de met hem afgesproken wijze werd verpakt. Waar deze officier
zijn rijke ervaring op dit gebied belangeloos ter beschikking
stelde en hiervan ruimschoots bij het werk werd geprofiteerd,
behoeft het geen verwondering te baren, dat later in het binnen-
land nimmer geklaagd is geworden over siecht voedsel of on-
voldoende verpakking.
Integendeel; toen na afloop der expeditie een restant vivres
na g maanden in blik te hebben gezeten en na tallooze malen
te zijn in- en uitgeladen in zon en regen, ten slotte verkocht werd,
bleek de qualiteit nog zoo uitstekend, dat het met slechts gering
verlies van de hand kon worden gedaan.
Den heer B lE RM A N N komt zeer zeker de bizondere dank toe
van de expeditie-leden, waar hij ondanks zijn eigen drukken
werkkring, zoo groote zorg aan dit belangrijk onderdeel van
de uitrusting der expeditie heeft gewijd. Niet minder toch dan
ongeveer 3000 colli vivres en materiaal, nagenoeg geen van alle
het gewicht van 18 ä 20 KG. (een ¿enmansvracht) te boven
gaande, werden in den loop der volgende maanden onder zijn
toezicht verpakt en verzonden. Wat voor de expeditie-leden
hierdoor in tijd bespaard werd, kwam geheel aan de overige werk-
zaamheden ten nutte.
Van nog een anderen tak van dienst mocht eveneens zeer
gewaardeerde medewerking worden ontvangen. Het betrof het
volgende. Nadat was vastgesteld dat de droge eetwaren als rijst,
djagoeng enz., in nieuwe petroleumblikken (van ± 18 liter inhoud)
zouden worden verpakt, werd op gewaardeerd uitdrukkelijk advies
van de Directie der Javasche Maatschappij tot Verduurzaming
van Levensmiddelen te Poerworedjo — die jaarlijks groote hoe-
veelheden vivres in blik aan het N. I. Leger voor expeditie-
doeleinden levert — besloten die blikken, hoewel nog ongebruikt,
toch vooraf te steriliseeren, en wel door uitspoeling met kokende
soda en naspoelen met heet water. Waar moest men evenwel
± 1600 van ziilke blikken een dergelijke bewerking doen onder-
gaan ? De Chef van het Militair Hospitaal te Soerabaja, de officier
van Gezondheid iste klasse, de heer Dr. I. ROSENFELD, stelde
daarop welwillend het achtererf van het hospitaal ter beschikking;
groote kookketels werden aldaar opgesteld, bamboestel-
lingen vervaardigd om de blikken na uitspoeling te laten uit-
druipen en zoo werden in eenige dagen tijds onder persoonlijk
toezicht van een tweetal expeditie-leden, met behulp van de
noodige koeli’s de blikken inwendig gezuiverd.
Deze blikken werden vervaardigd door de Dordtsche Petroleum-
Industrie-Maatschappij te Wonokromo bij Soerabaja; de Ver-
tegenwoordigers, de heeren B IE N F A IT en W ljB E N G A , hadden de
welwillendheid gehad, met het 00g op het wetenschappelijk doel
der expeditie, ze tegen verminderden prijs beschikbaar te stellen.
Ook van andere particulière zijde werd om deze reden zeer gewaardeerde
medewerking ondervonden. De heer B. V L IE L A N D E R
H e i n , makelaar te Batavia, belastte zieh nl. aldaar geheel belangeloos
met de verpakking der rijst. Daar deze, mede op
advies van de genoemde fabriek van levensmiddelen, slechts
in z.g. glasdrogen toestand in de blikken mocht worden ge-
stortjliSg waartoe ze 5 à 6 dagen op matten uitgespreid in de
volle zon te drogen moest worden gelegd — was vertrouwd toezicht
hierbij van veel waarde. De rijst werd te Batavia inge-
slagen, omdat ze in geheel Indië alleen daär met Amerikaansche
machines van het vlies ontdaan (z.g. „gehulld”) kon worden:
een bewerking die alle export-rijst moet ondergaan, om haar bij
bewaring voor bederf te behoeden.
Om bij het transport over zee en op den landtocht, be-
schadiging der blikken met vivres zooveel mogelijk te voor-
komen en het dragen er van te vergemakkelijken, werden alle,
mede onder toezicht van de Militaire Administratie, met bamboe
geëmballeerd; Tegen het midden van elk der vier opstaande
zijden werd n.l. een bamboelatje gelegd, van onderen en van
boven eenige centimeters uitstekend en dan längs bodem en
deksel door een kruisband van rotan verbonden ; aan de boven-
kruising w.erd, voor het aanvatten en het dragen aan stokken,
een rotan-oor gevlochten, dat tevens door het blikken handvat
van het deksel ging. Het van onderen uitsteken der bamboe-
latjes belette, dat het blik bij het neerzetten op natten grond
hiermede te veel in aanraking kwam.
De blikken met korreligen of natten inhoud werden door het