
Samenvattend, vindt men bij deze knotsen de m'eeste kunät-
vaardigheid, een wezenlijk artistiek vermögen in de Mimika-streek,
tegenover het vrijwel onbeschaafde en plompe bij de Merauke-
Papoea’s. De conclusie hiervöor, aan ’t slot van rubriek V, wordt
er, wat Mimika aangaat, door versterkt, en uitgebreid met Merauke.
IX. Bijlen. P l a a t VI. (Op een na van de Inaboeka).
Alle bijlen op ggn na hebben stelen van bamboe; een van de 4 nummers heeft
echter een houten steel. De steenen bijlen zelve zijn rolsteenen, waaraan een punt
geslepen is. Volgens de mededeelingen der inboorlingen komen de steenen o. a.
uit de Digöel-rivier. Drie van deze bijlen zijn, van de I n a b o e k a , waar men dus
nog geheel in het steenen tijdperk leeft; de vierde (N°. 183) is. van onzekere her-
komst, juist die met den houten steel. Zoover ik kon nagaan, werden steenen bijlen
met bamboe-stelen nog nergens vermeld.
B ijl N ° . 186. (PI. VI). De baraboesteel is lang 0.76 M., het dikste deel is in
omtrek 0.32 M., het dunste 0.20 M. De eigenlijke bijl, hier een groene steen, heeft
een lengte van 0.29 M. Gewicht van het geheel 3 K.G. Herkomst: Inaboeka.
Verkleining i op 7Vio*
B ij l N ° . 185. (PI. VI). De steel is van bamboe, heeft een lengte van 0.75 M.
Het dikste deel is in omtrek 0.32 M., het dunste 0.20 M. De eigenlijke bijl, hier
een blauwe steen, is lang 0.33 M., en weegt 2.75 K.G. Het geheel weegt 3.7s’ k .G .
Herkomst: Inaboeka. Verkleining i op 7^/5.
■ B ijl N a, 187. (PI. VI). De steel is van bamboe. De lengte Van den steen die
den bijl vormt 0.21 M. Het gehe e l'w e egt 1.75 K.G. Herkomst: Inaboeka. Ver-
kleinir.g i öp 7.
j B ijl. N<>- l8 s ~ CP1- V I)- De st«el is van hout, en 0.80 M. lang. De geheele bijl
weegt 3 K.G. De steen die den bijl vormt. is Q.21 M. lang, maar schont in den
stee) afgebroken te zijn. Het geheel weegt thans 3 K.G. Herkomst: Müraukg (}').
Verkleining i op 7^5. " •
X. Bogen, P l a a t V I I . (Zuid--en Zuidwestkust). ..
De bogen van bamboe schijnen vooral aan de eigenlijke Zuidkust voor te komen •
zelden zijn deze dan bewerkt. De palmhouten bogen van andere" plaatsen ziin*
daarentegen dikwijls. be.werkt en versierd. Ook hier handhaaft zieh het meer onbeschaafde
karakter van den Mgraukg-Papoea c. s., vergeleken met de meer westelijk
wonenden aan de geheele Zuidwestkust, gelijk aan het slot van rubriek "V en VIII
reeds werd opgemerkt. Want het blijft opvallend, dat op diverse plaatsen längs die
jcust en pok aan de Digöel-rivier allggn palmhouten bogen door mij werden gezien.
oeh, ontbreekt ook- daar de bamboe allerminst; längs de Digöel t>.v\ weid overal
bn?xb° l ? e 'ien' EB niet “ in ie r opmeikelijk is, dat we ‘ de yersiefing en bewerkinV
älleen bij de palmhouten bogen aantroffen!' ■
,. Behalve de groote bogen voor mannen, heeft men ook kleine bogen voorknapen
die daarmee vooral op yisch hitgaan, en; zieh tevens zöo oefenen in het schieten
, -De pees van den .boog is altijd van rotan\ vandaar dat de naam voor pees”
dezelfde pleegt te zijn als die voor „rotan” (VeigV de "Woorcienlijst'op "p. 48'i— 486
hier.vööT, .op beide^ woordenj."
.. De houding van den .boogschutter is zö6 d a f de rechterhand den pijl .tusschen