
Bij het wegstoomen van Mimika — waarbij men juist met
klare lucht een prächtig uitzicht op het gebergte met de Sneeuw-
toppen had — begonnen een paar Inboorlingen in de laatste
prauw luide te weeklagen; een, staande het schip naoogende,
hield zelfs droef jammerend de kriokkels voor de oogen,. dit
alles waarschijnlijk als een soort van beleefdheidsbetuiging.
— —0 ^™ »4> 0 ---
N A S C H R I F T.
Het groote belang van de lijst der kustplaatsen en rivier-
mondingen, door Contr. Seyne K ok in Oct. 1904 uit den mond
van den Radja van Mimika aan boord der Valk opgeteekend,
ligt in de mogelijkheid die zij verschaft tot vergelijking met de
analoge lijst in 1828 door drie verschillende personen, vrijwel
onafhankelijk van elkaar, opgeteekend uit den mond van den
Radja van het dorp Oeta — waar de Oeta of Oetanata in zee
valt — : n.l. den zeeofficier MODERA; den natuurhistoricus Sa l .
Müller, Duitscher van geboorte; en den Regeerings-Commis-
saris A. J. van De lden.
Over de twee eersten werd reeds in noot 1 op p. 463 gesproken;
over den laatste even in noot 2 op p. 468 gerept. Dit Journaal van
den Regeerings-Commissaris bij dien tocht der Triton was tot nog
toe aan het publiek onbekend; natuurlijk sluimert het in de
archieven te Batavia. Maar het origineele Journaal, geheel eigenhändig
geschreven, met bijvoegingen enz., mocht ik ter beschik-
king krijgen van diens kleinzoon, den Contr. E. A.G. J. v a n D e l d e n ,
zijnde het eigendom van zijn 00m, den Heer L. A. H. V A N D e l d e n
te ’s-Gravenhage. Het onthult allerlei meer intieme zaken van
de Triton-reize, die in de boeken van M o d e r a en M ü l l e r om
begrijpelijke redenen niet te vinden zijn; zoo b.v. dat de Kommandant
der Triton, Kapitein-Luitenant t./z. J. J. S t e e n b o o m ,
maar al te vaak door zijn norschen aard en ongeduldige barsch-
heid de stemming aan boord bedierf, en het door de Regeering
voorgeschreven onderzoek der kust eerder bemoeilijkte. Maar
het groote belang van dit Journaal is wel dat v a n D e l d e n ,
reeds sinds 1822 als ambtenaar werkzaam in de Molukken, veel
meer begrip had van inlanders en inlandsche talen dan M o d e r a
of M ü l l e r , en veel zuiverder mededeelingen daardoor doet
over beide.
Laten we nu in het achterstaande lijstje de plaats- en (of)
riviernamen vergelijken door deze drie getuigen uit i828 gegeven,
met de hiervöor (blz. 466) gegeven opsomming uit 1904 van Contr.
S E Y N E K o k . De volgorde is daarbij genomen: van Oost naar
West; beginnende bij de Koeph'a Poekwä, en eindigende bij den
mond der Oertma o f Omba. Verg. daarbij Kaart V II (Juni 1907),
en D (Dec. 1907), alsmede het speciale kaartje der Landschappen
Mimika en Nimei (^903— 04) op p. 465 hiervöor. Veel is 00k
ontleend aan de interessante schetskaart N°. IV in Tijdschr.
Aardr. Gen., 2e Serie, XX II (1905), van den toenmaligen wnd.
Assistent-Resident te Fak-fak, den heer J. W . V AN H lL L E , die tal-
van dingen aanvult; deze zijn alle gekenmerkt met: (v. H .) .
Voorts zijn een paar gegevens ontleend aan de Schetskaart
v. N. O. L N°. 48 (April 1904), en de dito N°. 52 (Juni 1905);
en een enkel aan de Zeekaart N°. 154 (Uitg. 1899; Groote Cor-
rectien 1906).
De namen van. Contr. S e y n e K o k zijn in onderstaande lijst
door accenten en pßpüt's (e-teekens) wat systematischer geschreven;
en g e s p a t i e e r d g e d r u k t voor zoover ze 00k in 1828 duide-
lijkerwijs, zij het verhaspeld, genoemd zijn geworden. Slechts
„Koepera Poekwä” en „Wajeteri” werden in zijn lijst door mij
toegevoegd ter wille van volledig overzicht.
S Kaart VII; kaart-VAN eyne Kok lis.-VAN Delden Müller (p. 46) Modera (p. 73) Hille; en Zeekaarten.
(1904). . (1828). (1828). (1828). (1904—’07).
K0ep£ 1*a Poekwá] ICoyekoe poeka Poeka — Koep&ra poekwá
— Iälay Djalai —
Cezapö- (W?) van Mimika:
Níéwérip —. — — Néwérip
W aj é t£r i] Otcrie Olerie Ja te rij Wajétéri
Ai k a Pamayka Pamaika ' — Aika
— Poromamu Poromamoe
W a n ij a W asiä W asia Wania
t a m o e r a Mariä Marja ■ — : Kamera (v. II.)
Atoeka (zie noot i p. 466) — | — • Atoeka
Vttmei — . — . — Nimei
met Maöewe en Ti t e ) m m t Titeeuwka Naoewe & Titee
Moehoeka — — —
K.eauké ( „Kwejekvva” ) — . Kajawka Keoeka
^otap — — —
VI í m i k a Mimika Mimika Mimika Mimika
KaukSnau — — . ' Kaukenau
Mitévija — — Migawia (Bikawia; v. H.'
Ereja ■ v — - . :■ — — Jaria
p i r á uwé j a Iperoija Iperoja Iperoija Iberawia