
die Hollandsch verstaat, de betrekkelijke clausule in het contract
vertalen waarbij ze zieh verbinden voor den geheelen duur der
expeditie. Ook deel ik zelve mede dat den bivak-commandanten
is aangezegd geen voedsel te verstrekken aan terugkeerenden,
welke niet voorzien zijn van een bewijs. Ze verklären ziek te
zijn en terug te willen; hun contract is afgeloopen, en van het
geschrevene weten ze niets af, wel van hetgeen hun mondeling
medegedeeld is. Na nog een weinig heen en weer gepraat en
het ontslag van een hunner, dien ik op staanden voet wegjaag,
en nadat ik persoonlijk een ander die mij het meest geschikt
hjkt eene vracht op den rüg plaats en hem met krachtige hand
in beweging zet, volgen de anderen. De geoloog geeft ieder
zijne vracht, en de colonne stelt zieh in beweging.
Die colonne bestaat uit mij, twee militairen en de koeli’s. Ik
had alleen den korporaal willen medenemen, maar deze ver-
klaarde gaarne iemand bij zieh te hebben en alleen het noodige
zelfvertrouwen te missen; en zoo heeft le malade imaginaire
zieh bij hem aangesloten.
De Controleur en de geoloog blijven achter; eerstgenoemde
is werkelijk ziek, en ik neem afscheid van hem tot wederziens,
maar in de overtuiging dat zijne deelname aan de expeditie
heeft opgehouden. Voor zijne kwaal is geen kruid gewassen dan
in het moederland, waarheen ik hem een spoedig vertrek aanraad.
Zou deze tocht bij voorspoedigen gang van zaken hem afleiding
bezorgd hebben, zooals deze thans verloopt kan hij het niet
langer volhouden. De geoloog blijft achter in verband met den
toestand van den Controleur.
Op den marsch, welke door zwaar terrein leidt, ontdekken
we eene vroegere nederzetting van de inboorlingen; drie groote
vervallen wonmgen en daarbij een aanplant van suikerriet, spaan-
sche peper en vruchten, terwijl ook aan de overzijde van de
rivier een ladang (tuin) aanwezig is. De oevers zijn hier hooger
en beter, blijkbaar komt de rivier uit heuvelterrein, te oordeelen
naar grihd dat we zien. Als altijd bestaat de begroeiing van
het terrein uit dicht bosch, afgewisseld door hoog struikgewas.
Verder gaande stuiten we op eene zijrivier die overgetrokken
moet worden, hetgeen met groote bezwaren gepaard gaat. Een
groote omgevallen boom verleent gedeeltelijk passage, doch reikt
niet tot onzen oever; tot tweemaal faalt een poging om door
middel van een gevelden stam aansluiting te verkrijgen; de
gekapte boomen blijken te kort en worden door den stroom
medegevoerd. We moeten wadende de brug bereiken, en begeven
ons daartoe bovenstrooms te water om dan door den
stroom van zelf tegen den boom aangebracht te worden, daar een
uitstekenden tak te grijpen en ons op den gladden stam te werken.
Enkele Timoreezen zijn bevreesd en treuzelen, doch laat in
den namiddag is alles over en wordt het bivak aan de overzijde
betrokken.
Bij de verkenning, uitgevoerd tot het ontdekken van den overgang,
welke we met ons vieren ondernamen, voerde de weg ons
door een verlaten geheel verwilderden tuin waarin nog enkele
pisang-boomen aanwezig waren; aan één prijkte een tros gedeeltelijk
rijpe vruchten, en met een zeldzaam egoi'sme hebben we
deze verorberd; een heerlijke lunch. Daarna hebben we zulks
aan de luiaards die achtergebleven waren, medegedeeld. Voorts
werden aan de overzijde van de rivier drie casuaris-eieren
aangetroffen, welke ik curiositeitshalve wensch te bewaren.
Vanwege den dreigenden regen is het bivak fluks ingericht,
en nauwelijks zijn we onder dak of we krijgen een forsche
regenbui die met tusschenpoozen den geheelen nacht aanhoudt.
We zijn daartegen vrijwel beschut; vrijwel, want de tent lekt
eenigszins, en het medegenomen imitatieleder is in te körte
stukken gesneden en heeft bovendien door het transport reeds
hier en daar zijn beschermende laag verloren; het is hier ook:
„je moet je maar weten te. behelpen” .
Van astronomische of hoogte-bepalingen is tot nu toe zoogoed
als niets gekomen; het dichte bladerendak belet voldoend uit-
zicht op zon en sterren, en hoogte-bepalingen hebben geen nut
nu alles gemeten wordt met een instrument waarbij afstand en
verheffing bepaald wordt. Ik heb er reeds over gedacht al die
instrumenten achter te laten, vooral ook omdat de medegenomen
horloges niet tegen dergelijk transport bestand zijn en bij onder-
linge vergelijking vreemde afwijkingen vertoonen; doch men
kan niet weten wat de toekomst brengt, en zoo gaat dan maar
alles mede. Temperatuurs-waarnemingen worden geregeld gedaan,
maar leveren geen bizonderheden op ; ter controleering van de
barometers zijn in het heuvelterrein tusschen Kiroeroe en Omba
ook hoogte-metingen verricht, maar deze worden in dit nagenoeg
vlakke terrein achterwege gelaten.
’s Morgens, 5 Dec., is ons werk weder den rivieroever te bereiken,
aangezien we dien moeten volgen. Dit lukt echter in
geenen deele, het blijkt dat de rivier buiten hare oevers is ge-
treden, hetgeen trouwens gisteren reeds te zien was; ter plaatse
van de samenvloeiing was de monding geheel versperd door