
■ gord els niet peyiis-gordels waren, ad h o c gedragen. We .zullen
nu bewijzen, dat zijn vermoeden juist is geweest.
Door een uitnemend scherpe en mooie foto, het portret van
den Merauke’r K a n a r i , wordt hiernevens eerst het dragen geillustreerd
(140) van een
enkel tot sier
dienenden
kinkhoren aan
een afzonder-
lijk touwtje
boveh een gor-
del die inder-
daad penis-
gordel is, maar
als zoodanig
tijdelijk even-
min dienst
doet. Zeld-
zaam krachtig
ziet men den
hören, het
touwtje, den
gordel; de
penis is niet
opgetrokken,
maar hangt ge-
woon omlaag;
140.. MerauPè’-r, met sierschelp, en penis-gordel in Tust.-
de foto-opname
gaat echter niet geheel zoover. Deze man is bovendien sterk
met huidziekte [cascado] behept. Maar welk een athleten-gestalte!
Een tweede foto hiernevens (141) geeft, hoewel veel minder
scherp, het wel in functie zijn van den penis-gordel bij een
anderen Meräuke’r, W a t k a i , denzelfden van wien op p. 386
hiervöör, fig. 79, reeds een portret werd opgenomen. De zeer sterk
(door het uitrekken der voorhuid) verlengde penis is naar boven
gehaald, en met zijn praeputium onder dien gordel vastgestoken;
een kleine kinkhoren, die enkel alweer tot sier wordt gedragen,
hangt doelloos op dien gordel. Zoo ergens, dan begrijpen we
hier dat deze schelp, deze betrekkelijk kleine kinkhoren, onmogelijk
zelfe gebruikt zou kunnen worden voor bedekking van een. deel
van den penis. Alleen als sieraad, nooit als penis-schelp kan dat
ding dienst doen.
Een vergelijking verder der twee groote foto’s (118— 119) op
P- 544—545 hiervöör zegt ons precies hetzelfde. Die 4 j o n g e r e
man ne n op fig. 118 dragen allen
wezenlijke penis-schelpen, groote
„ k a t j e s - s c h e l p e n ” waarin de
penis goeddeels besloten kan worden
; maar die o u d e r e man ne n
op fig. 119 dragen allen wezenlijke
penis-gordels — deels in functie,
deels niet in functie •—•, terwijl
bij enkelen van hen een kleine
kinkhoren zuiver als sieraad dwars
daar bovenop gebonden is.
Op sprekende wijze geven wij
nu hierachter naast elkaar te zien
de penis-schelp en den penis-
gordel (fig. 142), gecombineerd
uit twee foto’s-NICH OLAS .
Het zijn blijkbaar twee ver-
schillende drachten. Ze sluiten
elkander uit; men draagt öf het
een öf het ander, maar niet beide
tegelijk. Draagt men, zooals fig. 140
dat vooral mooi aangeeft, naast
den penis-gordel, 00k aan een 141 ■ Dito, met penis-gordel in functie.
touwtje een hören, dan is dit
nooit een groote katjes-schelp, die tot bedekking dienst kon doen,
maar een kleine kinkhoren die uitsluitend sieraad is, en slechts
rudimentair nog herinnert aan de vroeger door denzelfden per-
soon gedragen penis-schelp. Want —- en dit heeft Dr. PöCH reeds
uitstekend opgemerkt, al verwart hij overigens de twee drachten
toch weer met elkaar ') — : aan Nieuw-Guinea’s eigenlijke Zuid-
1 ) P öch in zijn „Vierter Bericht etc.” (zie p. 557} hiervöör, noot 2) ,schreef tochi
„Die Mähnen tragen einen Gürtel (séguin) oder eine blosze Schnur um den Leibi
der Penis wird hinaufgezogen und die Eichel, bedeckt von der -Vorhaut, darunter
gesteckt, und so der Penis nach oben fixiert. Bei jungen Männen (ewâti) wird die
Eichel auszerdem • [o n j u i s t !] von einer Schnecke (kékewi) oder einer kleinert
halben Kolcosnuszschale (ongdt) bedeckt” . (I.e. p. 898). De meestal van biezen ge-
vlochten penis-gordel heet echter in Mëraukë niet „seguin” , maar w/^ (verg, p. 548
hiervöör) j een rotan-gordel heet er segoes*