
Kiroeroe. 83. 13. De Valk bij den waterval in den N.W.hoek dev Etnabaai. 87.
16. Pi'auwen van het eiland Namatotte op bezoek in de Etnabaai. 88. 77. Opva-
renden der prauwen van Namatotte. 88. 18. De Etnabaai gezien uit het oostelijk
einde bij Kiroeroe. 89. ig . Papoea-woningen nabij Kiroeroe, opgezet door vroegere
bewoners der Etnabaai. 91. 20. Brug naar het bivak te Kiroeroe. 100. 21. Het
bivak te Kiroeroe. 101. 22. Prauwen van Papoea’s der Etnabaai. 102. 2j a . Papoea
der Etnabaai. 102. 2 j b. Dito, Semitisch type. 102. 24. De Anna in de Etnabaai
bij Kiroeroe. 118.
[ O p v a a r t de r D i g ö e l - r i v i e r :] 23. De tolken Mamona en S a lim . 125. 2 6.
Papoea-woning te Habeanam (SolengkS). 127. 27. De tolk Mamona van achteren
gezien. 129. 28. De breedte van de Digöel bij KosangkS, gezien naar zee. 130.
2g. Kampoeng Begi. 131. j o . Inlanders van kampoeng Begi. 133. j i . De breedte
der beneden-Digöel. 133* 32' Het zoogenaamde ,.Roode K l i f ” , bovenstrooms der
Bamgi. 135. j j . Opstelling van het Univ. Instr. op het Roode Klif. 136. 34. Een
eiland in de Digöel. 137. 33. Midden-Digöel (kielwater van de Valk). 139. j6 .
Verste punt door de Valk op de Digöel bereikt. 139. 37- inljoorlingen der midden-
Digöel. 140. jS . Verlaten inlandsche huizen bij Negorij-kamp. 150. jg . Rotsachtige
oever bij eerste stroomversnelling; boven-Digöel. 151. 40. Het Zijrivier-kamp aan
de Idaha. 159* 41 ' Vrouw uit kampoeng Begi. 165. 42. Een ängstige „gekiekt”
wordende Begi’er :;|en portret van den Vertegenwoordiger K. N. A. G.]. 165. 43.
Mamona keert naar zijn negorij Boelaka terug. 167.
[ T e r ü g op MSr aukö: ] 44. Prauw voor Meraukg. 169. 43. Man van Langka-
likg, genoemd J o g i lk e . 170. 4b. Twee mannen van Meraukg. 171. 47. Man uit
Boetörike. 171. 48. Tatoeeering bij Mgraukg-vrouwen. 172. 4g. Schilderkunst en
ijdelheid te Mgraukg. 173. j o . Vrouwen van Mgraukg. 174. j i . Gezicht op het
jonge Mgraukg. 17b. j o . Woning van den zelfst. Assistent-Resident te Mgraukg. 177.
j j . Landingshoofd te Mgraukg. 177. 74. „Moekrividg” , Mgraukg. 181. 33. De heer
K o c h te midden van „ewatti’s” te Mgraukg. 182. 36. Twee „moekrividg’s” , en een
getrouwd man met een „patoerkg” , MgraukS. 183. 3 7 . Een pijlschietende „ewatti”
en „patoerke” ,. en twee „moekrividg’s” , Meraukg. 184. 38. Papoea en Soendanees
te Mgraukg. 184. j g . Slotvignet. 187.
In het B i z o n d e r V e r s l a g :
60. Kapitein d e R o c h em o n t aan boord van de Read. 194. 61. Pijlschietende
volwässen man van Meraukg. 195. 62. Vrouw van Mgraukg. 196. 63. Haar tatoeeering
van ter zijde. 196. 64. Papoea-huizen te Mgraukg. 197. 63. Controleur J. S e yn e
K o k , en de gezaghebber der Lombok, W. d e J o n g . 200. 66. Prauwen van de Oost-
baai; op den achtergrond de Anna. 218. 67. De Flamingo, ter beschikking ge-
steld van de Zuidwest Nieuw-Guinea-expeditie. 225. 68. De Etnabaai, gezien uit
de Oostelijke binnenbaai. 233. 6g. Visschersprauw in de Etnabaai. 237. 70. De-
zelfde visschersprauw, van ter zijde. 238. 71. Luitenant ter Zee v a n R i e l [nie de
Corrigenda, p. 677] in het oerbosch bij Kiroeroe, op den gekapten weg naar het
Omba-bivak. 244. 72' He Madoereesche koeli’s, te Soerabaja aangeworven, met
hun mandoer. 249. 73. De verdere Madoereesche/ koeli’s, te Soerabaja aangeworven.
250. 74. Het Gouvernements-Marine S.S. Valk, göstationneerd te Mgraukg. 327.
In de B ij 1 a g e n :
Bij l ä g e I I : 73. Anthropometrie te Dobo (Aroe-eil.). Contr. S e yn e K o k noteert.
359. 76— 77. Sik i . 386. 78. Jaroem. 386. 7g. W a t k a i . 386. 80. D a p i . 386.
81— 83. Ja t t i . 388. 84— 86. Man ggib. 388. 87. K o n o k e . 390. 88. K o w a ik e ;
W a t k a i ; Ja uw e k e . 390. 8g. T j e tw a i ; Jo e r ik e ; Sa r p a i . 390. go. Vrouw B im ba jan ;
zoontje; B imbajan. 392. gr. Ba k o e m ; B o e t a k e ; L ing go a . 392,g 2— g j. Maro ew ai
(Dobo; Aroe-eil.). 394. g4— g j . Be l it a i , zijne vrouw. 394.
B ij l ä g e III : g6. Mijnen-ingenieur Moerman en kapitein de R ochemont. 401.
97. Ammoniet van Zuidwest Nieuw-Guinea. 409.
B ij l ä g e VI : gS. Dokter K och met bediende in zijn hut te Kiroeroe. 435.
gg. Tinea imbricata bij Mgraukg-man. 440. 100. Elephantiasis scroti te Mgraukg. 442.
101. Malaria-zieke en ziekenverpleging bij Papoea’s te Mgraukg. 4 4 3 - io 2 - Tatouëer-
figuren op den buik eener hoogzwangere vrouw, te Nawarri (beZ.O. Mëraukë). 445.
B i j l a g e V I I : 103. De zelfst. Ass.-Resident van Zuid Nieuw-Guinea, Jan. 1902—
Jan. 1906, J. A. K roesen. 476.
Bi j l a g e V I I I : 104. Bamboebosch in de buurt van Mëraukë. 502. 103. Het
meertje Baroriepkë, ten oosten van Mëraukë. 5° 2* ro6. Vlakte met pandanen nabij
Mëraukë. 504. 107. Bladerlooze Bombax (?)-boomen in den drogen tijd bij Mëraukë.
504. 108. Klapper- en sagotuin der bevolking van Mëraukë. 506. iorg. Klapperbosch
aan het Strand te Nawarri, bezuidoosten Mëraukë. 506. ir o . Klapperboomen groeiende
uit de lcokosnoot, Mëraukë. 507. ///. Het afdalen uit een klapperboom bij Mëraukë. 510.
r t2 . Bloeiende aren-palm in een bosch bij Mëraukë. 510. 113 . Mierennest tegen
een klapperboom, Mëraukë. 519. 114. Papoea-varken bij Mëraukë. 524. 113 . Nacht-
reiger op een david. 528. x i6 . Spoorkieviten, Mëraukë. 53°* Y/7. Laatste woning
te Mëraukë van dokter K och, met den heer en mevrouw P osthumus M eyjes. 540.
B i j l a g e IX: 118. Groep pasar-bezoekers te Mëraukë. 544* r ig . Dito. 54 5 *
Z2oWii2i. Litteeken-tatouage, Mëraukë. 550. 122. Tatouage der vrouw van 121 op
zijde. 552. 123. Doodenhuisje tusschen Boetërikë en Joebërikë, beZ. Mëraukë. 553.
124. Eene sagoklopster, Mëraukë. 555. 123. Jongelingshuis, met ewatti’s en hun
opzichter, Mëraukë. 559. 126. Manuaal van verlegenheid plus lachlust te Nawarri,
beZ.O. Mëraukë. 564. 127— 128. Voorsteven en achtersteven van een Mëraukë-
schepprauw. 568. 12g. Mëraukë-schepprauw. 56 9 .130. Origineele Papoea-teekeningen,
Mëraukë. 570. 131 . Driehoek-ornament in verf. 571. 132. Gesnelde schedels van
Papoea’s uit kampoeng Sanggasé, N.W. van Mëraukë. 573- I 33- Vergadering te
Joebërikë, beZ.O. Mëraukë. 574. 134. Man uit kampoeng Begi, Digöel. 575.
133. Het opklimmen in een klapperboom nabij Mëraukë. 576. r j6 . Slapende
Papoea in Europ. huis, Mëraukë. 576. 1 3 7 .. Moeders met haar kleine kinderen, in
en om Mëraukë. 578. 138. Mëraukë-meisje, met lang vlechtenhaar. 5 79-
N a s c h r i f t : 13g. Twee Mëraukë’rs, met „penis-gordels” . 608. 140. Mëraukë’r,
met sierschelp, en penis-gordel in rust. 6 10 .141. Dito, met penis-gordel in functie. 611.
142. Penis-schelp contra penis-gordel. 612. r43. Boogschutters te Mëraukë, met
penis-gordels. Voorbeeld der „antbbesnijdenis” . 614. 144. Versieringen van ver-
schillende penis-kokers. 619.
143. Luitenant O n v l é e , Kapitein d e R ochemont, Controleur S e yn e K o k , Dokter
K och, en Mijnen-ingenieur Mo erman, te Mëraukë in begin Sept. 1904. 622.
In de I n l e i d i n g :
146. Facsimile van het Journael-CARSTENSZ (fol. 4 v so), in dato 16 Febr. 1623
voor het eerst de ..Sneeuw Bergen” op Nieuw-Guinea vermeldend, p. XX IV . 147.
De Carstensz-top, ca. 55° ° 3Æ. hoog, met links op den voorgrond een andere,
slechts gedeeltelijk besneeuwde spits, van ca. 5 100 M. hoog, beide op 30 April
1904; de Wilhelmina-top, ca. 4800 M. hoog, op 2 Oct. 1907; en de voortzetting
van het gebergte bewesten van de eerstgenoemde landverkenning, met hier en daar
sneeuwplekken, op 21 Oct. 1904; resp. gezien van uit zee beZ. Wajëtëri, van
Bivak-eiland, en van beZ. den mond der Oetäkwa. p. XXIV.