
laar gereed te doen staan; om het even of het aangekondigde
zieh ophield in het water, in de lucht, of in den haardos van een
inlander.
Met al de bovengenoemde passagiers zoude het een scheepje
vol zijn, en passen en meten om voor iedereen ruimte te vinden;
want de Lombok was een oorlogschip, tijdelijk dienstdoend bij
de Gouvernements-marine, en het aantal en de plaatsing der
hutten was dus niet berekend op zooveel extra-gasten. Maar de
groote voorkomendheid en de goede zorgen van den gezaghebber
om iedereen zoo goed mogelijk te helpen, gevoegd bij de over-
weging: „a la guerre, comme a la guerre ’, deed de reis met den
besten geest bezield aanvaarden. En zoo bleef het steeds, ook
Op volgende tochten, en werden later door allen die ze mee gemaakt
hadden, dank zij de hoffelijkheid en hartelijkheid van den heer
D E J o n g , niets als aangename herinneringen medegenomen.
Den i 6 en April vertrok d& Lombok van Merauke en kwam na
24 uur stoomens bij Kaap Valsch, een läge dichtbegroeide
landtong, ten anker. Regenachtig weder was oorzaak dat er twee
etmalen verliepen, alvorens de observatien hier beeindigd waren;
latere becijfering van deze gaf aan, dat — vooral in Breedte
de ligging op de zeekaart vrij foutief was (± 6') en dus de juiste
plaatsbepaling niet overbodig. Het was een verschrikkelijk mus-
kieten-oord en een wäre marteling voor allen die aan wal waren;
overdag waren zij ook reeds zeer hinderlijk, maar tegen zons-
ondergang kwamen ze in zulk milliardental uit het bosch op-
zetten, dat, zonder overdrijving gezegd, een dof loeiend geluid
aan hun komst voorafging, terwijl ze zieh daarna als een mot-
regen over allen uitstortten.
Werden er bij dit bezoek geen inboorlingen aangetrofifen, al
waren er sporen van hen aanwezig, zoo hadden de ontdekkers
van Kaap Valsch hier indertijd een geheel andere ondervinding
opgedaan. In den naam van deze kaap was dan ook door hen
het toenmalig optreden der bevolking vereeuwigd. Het is wel-
licht interessant het verhaal van die ontmoeting in hun eigen
woorden hieronder mede te deelen.
Het was in Maart 1623, dat de jachten Aerneni en Pera onder
bevel van JOH. C A R S T E N S Z , op een reis längs de Z. W. kust van
Nieuw-Guinea en met bestemming naar het Zuidland, te dezer
hoogte tot de ontdekking kwamen dat de kust zieh hier onver-
wachts oostwaarts afboog en er dus een vrij scherpe, zij het dan
läge, hoek of kaap gevormd werd. C A R S T E N S Z besloot dit punt
nu nader te onderzoeken.
Geven wij hem zelf hier het woord *):
„Den 12n s’morgens de lucht N .W .; des voormiddachs ben
„persoonlijek met beijde schuijten wel gemant ende gewapent
„na landt gevaren om te sien oft daer iet remarckabels mochte
„wesen, ende soo noch een mosquet(schot) daer van waeren
„door droochte niet aen connen comen; soo dat ons al t ’saemen
„tot de middel in de cleij hebben begeven ende met overgroote
„moeite gelandt; daer verscheijde verse voetstappen van men-
„schen gesien hebben; een weijnich int bosch gaende sagen oock
„20 ofte meer hutties staen van drooch gras gemaect, wesende
„soo cleijn ende oijlijck datter een mensche al cruijpende qualijck
„in conde, soo dat daerwt genoechsaem sien conden arme ende
„miserabele menschen moeten wesen; dese diligentie gedaen sijnde
„hebben gepoocht wat vorder in ’t bosch te gaen, om de gestal-
„tenis ende qualiteijt van ’t landt wat te sien, dan bij zekere
„ruijehte comende sijnder eenige swerten wt comen springen
„ende met haere flitsen seer furieuselijek met een leelijek geroep
„naer ons geschoten, quetsende een timmerman in sijn buijek
„ende een assistent in sijn been; deden oock verscheijde teijekens
„met wencken ende floijten om assistentie van meer swerten te
„crijgen; oock drongen deselve hardt op ons in, dies 3 ä - 4
„mosquets op haer gelost sijn en een swert mors doot geschoten,
„waer door haer de coragie geheel ontginck ende hebben den
„dooden boschwaert ingeslaijpt, dies in voegen soo verre van de
„schuijten waeren ende een overquade wech te gaen, sijn mede
„geimbarqueert ende na boort gevaren . . . dies de voorschr. in
„de nieuwe gemaecte caert de naem gegeven d e V a l s c h Caep,
„ende leijt op de hoochte van 8 graden 15 min. bijsuijen” 2).
Bij terugkeer te Merauke, bleken de Paters nog niet te zijn
aangekomen, en verkreeg de heer P. M. andermaal vergunning
een kleinen uitstap ten behoeve der plaatsbepalingen te maken,
ditmaal naar Thursday-Island in Torres-straat. Door voorafgegane
en volgende waarnemingen te Merauke, werd hierdoor de primaire
1) Ontleend aan: „Het aandeel der Nederlanders in de ontdekking van Australie
1606— 1765 door Mr. J. E. H e e r e s ” , uitgegeven door het Kon. Nederlandsch
Aardrijkskundig Genootschap ter herinnering aan zijn vijf-en-twintigjarig bestaan.
Leiden 1899, p. 29— 30.
2) De breedte van kaap Valsch bleek, volgens waarnemingen P. M. (Aprii 1904),
inderdaad te zijn 8°26'3i" Zuid: met het 00g op de gebrekkige instrumenten in
Carstensz’ tijd, geeft zijn breedte [= „hoochte” ] een merkwaardig klein verschil
met die van heden.