
vrienden) werden we blijkbaar nog niet aangezien. Ook toen de
„sleep” de huizen reeds voorbij was gedreven, bleef hun houding
nog dreigend. — „Daar schiet er een” riep op eens een der op-
varenden in de jol, die zijn binocle steeds op de huizen gericht
had gehouden; en op hetzelfde oogenblik zat er een pijl in den
sleeptros van de barkas, — voorloopig evenwel nog niet door
meer schoten gevolgd. Het was een schot van een erg zenuw-
achtig jongen man, maar niettemin met juistheid en kracht afge-
geven, want in het harde touw was de punt i c. M. doorgedrongen
en de pijl bleef er rechtop in staan; de afstand was ongeveer
40 meter.
Daar vriendschappelijke aanraking dus blijkbaar niet begeerd
werd, besloot de Assistent-Resident die maar tot een later be-
zoek uit te stellen; tot „volle kracht” werd weder aangezet en
de reis vervolgd. — Aan dit schot werd door hem terecht slechts
een afwerende en geen aanvallende bedoeling toegeschreven en
dus niet met een geweerkogel er op geantwoord. Was er thans
teruggeschoten, dan zouden zeker bij een latere ontmoeting de
kennismaking en het sluiten van vriendschap er zeer door be-
moeilijkt zijn geworden. Hier zoude S i r W i l l i a m M a c G r e g o r
van kunnen medespreken, daar het hem verscheiden jaren gekost
had om de stemming van de bewoners längs de groote
F ly -r iv ie r in Britsch Nieuw-Guinea, ten zijnen gunste te doen
omslaan, nadat die door d ’A L B E R T lS — die haar voor het eerst
opvoer — in den grond bedorven was; deze had n.l. de gewoonte
onmiddellijk hardhandig op te treden, zelfs al maakten de om-
standigheden het in geenen deele noodzakelijk.
In den smaak van SlKl, den ex-koppensneller van de Zuid-
kust, bleek intusschen de aangenomen houding niet te vallen,
want onder het nu verder doorstoomen zat hij voorin de jol
voortdurend hoofdschuddend te mopperen en tegen zijn vriend
M a m o n a te brommen. En toen hem gevraagd werd wat hem
toch zoo zwaar op het hart lag, kwam het er uit dat hij vond
dat de „beng-onim” ') hadden moeten terugschieten, omdat er het
eerst op hen geschoten was; en dat hij dan graag mee naar wal
was gegaan om een paar koppen te snellen, want het waren
daar allemaal „sok-onim” (koppensnel ler s )en ter verduidelijking
maakte hij daarbij het Papoesche manuaal van koppensnellen,
d. i. met den eenen wijsvinger zachtjes over duim en wijsvinger
van de gesloten vuist der andere hand wrijven. Of hij intusschen
1) Beng-onim = Soldaten; beng, het geluid-nabootsende woord voor: geweerschot.
ook zoo strijdlustig zou geweest zijn, zonder ruggesteun van 20
geweren en revolvers, mag betwijfeld worden; de Papoesche
vechtwijze brengt n.l. mede, dat alleen wordt aangevallen als de
overmacht groot en dus de overwinning nagenoeg zeker is.
Op het eind van den namiddag werd de te onderzoeken zijtak,
de Id aha, bereikt en aan haar linkeroever, dicht bij de samen-
vloeiing met de Digöel, het Z ij r i v i e r-kamp betrokken. Daar
hier twee nachten zouden vertoefd worden en bovendien de
40. Het Zijrivier-kämft aan de Idaha. 12— 14. 4. ’05.
lucht dreigend .stond, werd aan de inrichting der hutten eenige
meerdere zorg besteed: de afdaken zoo goed mogelijk waterdicht
gemaakt, en op een paar zwaardere boomstammen een overdwarsche
vloer van dünne gelegd, zoodat voor inundaties, als in het Regenkamp,
geen vrees behoefde te bestaan. Dank zij deze voorzorgen
werd de nacht onder zware regens droog doorgebracht.
Den 13«« vertrok de stoomsloep, met alleen de vlet op sleeper,
ter nadere verkenning van de zijrivier. Het voornemen was om
op den achtermiddag weder in het kamp terug te zijn, zoodat
de jolpassagiers en de hen vergezellende vier militairen hunne
barans: in de teilten hadden kunnen achterlaten. M AM O N A was
eveneens van de partij, terwijl SlKl achterbleef om in het bivak
de honneurs aan eventueele Papoesche bezoekers te bewijzen.