
N os. 40, 4 1 . Kalkhoudende kwartzandsteenen, 00k als rolstukken
in die zijrivieren gevonden. N ° . 41 is sterk verweerd, van s'amen-
stellende deelen is met het bloote 00g niet veel meer te her-
kennen, de glimmer schijnt eene roi te speien in de gelaagdheid.
O. h. M. blijken ze te bestaan uit kwarts en veel kalk. In N ° . 40
n°g enkele stukjes pyriet en een enkele korrel zirkoon en turmalijn.
In N ° . 4 t 00k enkele mineraalkorrels en muscoviet, die lang
gerekt is en als banden voorkomt.
N . 42. Kwarts van een gang in het schiefergebergte. I11 een
preparaat kwamen voor, behalve kwarts : calciet, zirkoonkristallen,
glimmerschubjes-(muscoviet) en ijzererts.
N os. 43, 44. Kwartsrijke Schiefers, als rolstukken gevonden.
Noch macroscopisch noch microscopisch vertoonen ze eenig ver-
schil met de N os. j y , 38.
N ° . 43. Een ammoniet, verzameld uit schiefers + 100 M. boven
zee. Prof. Dr. G. Boehm heeft daarvan hierboven eene beschrijving
gegeven.
N ° . 46. Kristallijne kalk van een lensvormig lichaam in de
schiefers nabij N°. 43. Versteeningen komen hierin niet voor.
O. h. M. blijkt het preparaat te bestaan uit calciet met veel
muscoviet, enkele stukjes kwarts en hematiet.
| N°. 47. Een kleischiefer van dezelfde vindplaats als de ammoniet.
Deze schiefer is zeer kalkrijk, bruist sterk op met zoutzuur.
O. h. M. grootere kwartskorrels in een fïjnkorrelige massa van
calciet, muscoviet en kwarts-koolpigment. Pyriet in groote kristallen
en hematiet.
| | f '• 49> 5°> 57• Grofkorrelige kwartszandsteenen. Het zijn grijze
gesteenten, voor het bloote 00g allèen uit kwartskorrels be-
staande. O. h. M. is er tusschen N ° . 49 en 57 geen verschil. Ze
bestaan uit kwarts, daarbij stukjes plagioklaas en mikroklien
(krùisstreping), verder muscoviet, epidoot, calciet en ijzererts. In
hoeveelheden van samenstellende deelen is er met N ° . 30 00k
slechts weinig verschil, wel optisch. Bij aile kwartskorrels, waarvan
een assenbçeld werd gemaakt, ging een balk door het gezichts-
veld, deze was evenwel niet recht, gedurig aan zieh zelf even-
wijdig, maar altijd gebogen, ongeveer als bij een tweeassig beeid,
waarvan de snede loodrecht op een der optische assen is genomen.
Luchtporiën en uiterst kleine vloeistofbelletjes kwamen voor.
N °s- 5J> 53> 54> 55’ 5<5> 5$- Dit zijn schiefers, die als rolstukken
in de groote Aröe-rivier werden gevonden. De N ÛS. 31 en 36
hebben bijna geen verschil, ze zijn duidelijk gelaagd. O. h. M.
onregelmatig begrensde kwartskorrels in eene fijnkristallijne massa,
bestaande uit kwarts, muscoviet, calciet en verkiezelde klei.
N ° . 33 is een ellipsoïdale knol, van binnen veel kubi van pyriet
met pentagoondodecaëdrische streping. In het preparaat werden
sterk polariseerende aggregaten, die op epidoot gelijken, gevonden.
Waarschijnlijk is hier contactwerking geweest.
Irt N ° , 34 werden rutielnaaldjes gevonden.
N°. 33 heeft een ouder karakter, maar is wellicht een jurassische
schiefer, in contact met eenig eruptiefgesteente veranderd.
N°. 38 is door ijzerhydroxyd geheel rood gekleurd.
N°. 39. Kwarts van een gang in het schiefergebergte. In een
preparaat kwamen weer vetschillende mineraalkorrels voor, dezelfde
als in N°. 42.
N°. 60. Is even als N° . 46 van een kalklens in de schiefers
afkomstig, en komt daarmede 00k zoowel macroscopisch als
microscopisch overeen.
N°s. 61, 63. Kwartsconglomeraten, als rolstukken gevonden in
de groote Aroe-rivier zelf en in eene zijrivier. Ze bestaan uit
veldspaat, kwarts en schieferstukjes. O. h. M. werd gevondeii:
kwarts, plagioklaas, mikroklien (beide verweerd), calciet, biotiet
en chloriet.
Ze zijn als rolstukken gevonden, maar behooren, evenals die
welke vroeger gevonden werden, tot de schieferformatie.
N ° . 62. Dit is een rolstuk uit de Aroe-rivier. Het is een
kalksteen met eenige onduidelijke overblijfselen van fossielen.
N°. 63. Een zwarte kleischiefer van aanstaande lagen. Geslagen
bij de warme bron, hoogte 175 M. boven zee. Het gesteente is
geheel doorregen met kalksnoeren, op scheuren zelfs mooige-
vormde kristallen van calciet. O. h. M. fïjne stukjes kwarts in
een met lcool gepigmenteerde fijnkristallijne kalkmassa. Pyriet
en ijzerhydroxyd.
- N°s.. 66, 67. Dit zijn veranderde schiefers, waarschijnlijk door
inwerking van eruptiefgesteenten op de gewone schiefers ontstaan.
Ze behooren tot de zoogenaamde andalusiethornfelsen. Het zijn
donkergrijze, schieferige gesteenten met fijne en groote kristallen.
O. h. M. blijkt dat die lange kristallen bestaan uit andalusiet en
wel uit eene heldere massa, die dicht bezet is met donkere
erts- en kooldeeltjes en lichtbruine glimmerdeeltjes van onregel-
matige gedaante ; 00k luchtporiën komen voor. Deze groote
kristallen (van 3 tot 5 mill.) liggen in eene grondmassa van andalusiet,
kwarts, bruine biotiet, die aan de einden dikwijls in zeer
lichtgroene, slechts weinig pleochroïtische vezels franjeachtig
uitloopt, en zeer veel sponsachtig donker erts en kooldeeltjes.