
Tabel X. Lichaamsgewicht .
Groep. Kilogram. Aantal
personen.
I., M. 64.1 27
V. 60.5 4
II. M. 62.6 8
V. — —
III. M.
V
N
00m 4
IV. M. 52.2 5
V. M. 48.6 5
V. 4 5 - i
De gewichtcijfers bevestigen op nieuw het besluit, dat reeds
uit de medegedeelde lengte- en breedtematen bleek n.l. dat de
personen grooter worden, naarmate ze meer Oostelijk wonen.
De polsfrequentie bepaalde ik bij 31 personen (26 mannen en
5 vrouwen) in staande houding en vond daarbij gemiddeld 80.8
slagen per minuut, in horizontale houding bij 18 personen 63.2
slagen per minuut.
Nog zal ik mededeelen de cijfers verkregen bij het gebruik
van den dynamometer van C o l l i n , waarmede de knijpkracht
van de hand werd bepaald. Dit instrument, hoewel uit dit oog-
punt van niet veel belang, omdat de uitkomst te veel van den
wil afhankelijk is en daardoor nogal eens störende factoren
kunnen optreden, was toch van veel nut, omdat hiermede tevens
op een gemakkelijke wijze het lichaamsgewicht kon worden bepaald.
Bovendien wekte de handeling met dit werktuig de be-
langstelling en nieuwsgierigheid zeer op, factoren van veel waarde
bij het meetwerk, dat uit den aard der zaak veel vergde van
het geduld der menschen.
De getallen met den Dynamometer verkregen, zijn:
Groep I 16 mannen, Rechterhand 29, Linkerhand 27.
4 vrouwen,
Groep II 8 mannen,
Groep III 5 mannen,
Groep V 5 mannen,
1 vrouw,
26,
37>
33.
34.
27.
25
32
30
34
25
cijfers die natuurlijk slechts zeer betrekkelijke waarde hebben.
B. Maten van het Hoofd.
Thans volgen mededeelingen over de afzonderlijke maten van
het hoofd, die ik bij de gezamenlijke groepen, zoowel van het
hersen- als van het aangezichtsdeel heb genomen. Het volledigst
zijn 00k hier weder de gegevens betreffende Groep I.
Ik begin met het opgeven der lengte- en breedtematen van
het hoofd en geeif 00k hier in de onderstaande tabel slechts de
gemiddelden.
T a b e l XI . Ma t e n van he t Hoofd.
Groep. Hoofdlengte. Hoofdbreedte. Aantal
personen.
I. M. 18.8 14.1 46
V. 18.0 >3-5 16
II. M. .18.5 14.0 14
V. 17.4 13.2 2
III. M. 18.7 14.1 9
■ V. 16.8 13-7 i
IV. M. 18.5/3 14.1 10
V. M. 18.5. 13.6 5
V. 1 7 6 13-8 i
Hieronder laat ik dadelijk de maten van C h a l m e r s volgen,
die zooals ik reeds opmerkte, behalve enkele lengtematen, 00k
'enkele maten van het hoofd heeft genomen.
T a b e l X I a .
G r o e p. Hoofdlengte. Hoofdbreedte. Aantal
personen.
i . Kiwai. 17.6 14.5
2. Maipua. 19-3 13-5 6
3. Orokolo. 18.4 14.1 «7
4. Toaripi.
(Motumotu).
18.6 14.7 16
Vergelijken we de getallen van Tabel XI met elkaar, zoo
blijkt, dat de vrouwen in het algemeen kleinere hoofden dan
de mannen hebben. De vierde en vijfde groep onderscheiden
zieh verder, wat. de mannen betreft, van de vier overige door
de ietwat kleinere hoofdlengte, want de hoofdlengte bedraagt
bij de mannen der eerste vier groepen gemiddeld ongeveer
18.73, bij de mannelijke bewoners van Fakfak en Dobo 18.5.
Als kleinste hoofdlengte vond ik bij de mannen 17.0, bij de