
ongeschoeiden voet der inlanders met scherpe voorwerpen.
Behalve de 7 genoemde' sterfgevallen (6 van beri-beri, 1 van
malaria), kwam nog een achtste voor bij een koeli onderweg,
met onbekende oorzaak. ')
Van de 8 overledenen waren 3 militairen (Amboineesche fuse-
liers), 2 Madoereesche koeli’s, 1 Timoreesche koeli (feitelijk
Rotinees), 1 Kei-koeli, en 1 Merauke-koeli.
Aanvankelijk was de plaats van ons bivak gelegen zooals het
daar lag in het oerwoud, aan alle kanten door hooge boomen
omringd, vrijwel voor het toetreden der zonnestralen afgesloten.
Van lieverlede kwam hierin verbetering door het kappen van
boomen.
Het terrein van het bivak, gelegen op heuvels doorsneden
door kleine snelvlietende rivieren met helder zoet water, kan
niet ongezond genoemd worden. 2) De barakken voor dat doel
opzettelijk medegenomen (zoogenaamde Chineesche barakken),
luchtig en stevig gebouwd, goed tegen regen en zon beschutting
gevende, waren zeer voldoende. Wel waren later de veelvuldige
regens, die vooral het lager terrein drassig maakten en tot langdurig
verblijf onder dak noopten, zeer onaangenaarn.
Van ziekten die in het kustbivak zelf ontstaan zijn, konden
slechts zeer enkele geconstateerd worden. Het spreekt echter
van zelf dat deze plaats voor een langdurig verblijf van zieken
ongeschikt was, zoodat dan 00k de zieken die daar niet ver-
beterden, wanneer zieh de gelegenheid voordeed, per stoomschip
naar Merauke of naar Ambon werden geevacueerd.
De meeste zieken zijn steeds gekomen van het hier en daar
zeer ongunstig terrein, dat moest worden doorgetrokken. Hoewel
er door elkaar genomen, veel zieken waren, was er toch in het
aantal veel afwisseling door de evacuatie’s. In het geheel werden
een 47-tal personen geevacueerd, waaronder 24 militairen.
Opmerking verdient nog, dat van de 25 Timoreesche koeli’s
(Rotineezen) die allen te voren aan een strenge keuring onder-
worpen geweest waren, slechts zeer weinigen ziek geworden zijn.
1) Zie het B i z o n d e r V e r s l a g , p. 323 hiervöör. Red.
2) Verg. de terreinschets van het Bivak Kiroeroe op p. 242 hiervöör. Red.
— —o—-
B. MEDISCHE OPMERKINGEN OMTR ENT DE
P A PO E A ’S V A N M ER AU K E .
Omirent mijne aanraking als medicus met de oorspronkelijke
bevolking tijdens de eigenlijke expeditie kan ik zeer kort zijn,
om de eenvoudige reden dat we met haar zéér weinig in contact
gekomen zijn; alleen in de Etnabaai-zelf werden inboorlingen
aangetroffen. De meesten van dezen hadden reeds meermalen
Europeanen gezien. Behalve een enkele verwonding die ik be-
handelde, heb ik van hen slechts één koortslijder onder behan-
deling gehad.
Wèl heb ik in het tijdperk aan de expeditie voorafgaande,
gedurende hetwelk ik meestal te Mëraukë verblijf hield, en som-
tijds mij op een stoomschip längs de kust bevond, nog een en
ander van ziekelijke afwijkingen bij de Papoea’s in het algemeen
kunnen opmerken. Det volgende geldt nu meest voor de omgeving
van Mëraukë, wanneer de streek waar ik de menschen zag niet
nader genoemd wordt.
Een aandoening die al spoedig in het 00g viel was het dikwijls
voorkomen van gezwellen in de nabijheid der gewrichten, vooral
rondom de enkels, bij de knie en aan de dijen ; deze waren
hard op ’t aanvoelen, bewegelijk en onpijnlijk, blijkbaar vaste con-
crementen bevattende; ze gaven echter weinig last aan den be-
zitter. Sommige Papoea s beweerden deze gezwellen rondom de
enkels van het harde loopen te hebben gekregen.
Dergelijke tumoren komen 00k bij andere volksstammen in den
Indischen Archipel, 00k op Java, voor. Dr. S t e i n e r van Soera-
baja stelde voor eenigen tijd hieromtrent een anatomisch-bacte-
riologisch onderzoek in, kon geenerlei micro-organismen daarin
vinden, en verklaarde ze voor fibromen. Later in Deel X L V I
(1906) van het Geneesk. Tijdschrift v. Ned.-Indië spreekt S t e i n e r
nog weer over deze gezwellen als multipele subcutane .harde
fibreuze gezwellen, waarbij hij zijn vroeger onderzoek meedeelt
en aanhaalt een geschrift van Prof. M. E. J e a n s e l m e !), waaruit
blijkt, dat er over deze gezwellen geen verder licht is ontstoken.
Verdef vielen de vele huidaandoeningen op, waaronder het
meest voorkwam een ziekte waarbij de huid wit afschildert, en
die zieh over een gedeelte van het lichaam o f wel over ’t ge-
heele lichaam verspreidt. Deze ziekte zag ik het meest bij vol-
1 ) J e a n s e lm e , p ro f. M. E . D e s n o d o s ité s ju x ta -a r ticu la ir e s o b s e rv é e s su r le s
in d ig èn e s de la p r e s q u ’î le in d o -ch in o is e .