Aan Haar, die mij in al deze maanden overal verge-
zelde, die zieh de ontberingen, ter bereiking van het ge-
stelde ideaal en om mijnentwille, zoo opgewekt getroostte en
mij in tijden van tegenspoed zoo trouw ter zijde stond.
Het was haar verlangen in het hier volgend reisverhaal
— dat van door haargenomen photographieen is voorzien —
geheel op den achtergrond te blijven.
's-Gravenhage, Sept. igoö. R. P . M.