
SSO
De hierbijgaande vergroote afbeeldingen (120— 121) doen ze duide-
lijk uitkomen; waarmee men vergelijke de afbeeldingen 62— 63
op p. 196, alsmede 90— 91 op p. 392 hiervöör reeds gegeven.
Werkelijk zijn er voelbare strengen aanwezig, soms van pink-
dikte, en ze weten die blijkbaar hier en daar van de huid los
te maken, zoodat ze zieh däar brugvormig verheffen en men
deri vinger er onderdoor kan schuiven.
Deze tatouage wordt verkregen door met heetgemaakte schelpen
insnijdingen te maken en de wond langen tijd zwerende te
houden, zoodat zieh ten slotte een sterk litteeken vormt. Het
geheele proces schijnt somtijds jaren te duren voor het geheel
is afgeloopen; er wordt reeds mede aangevangen, als de meisjes
den volwassen leeftijd naderen.
120. Litteeken-tatouage, Merauke. ' 121. Dito.
Bij 120 zien we duidelijk 6 gordels van litteeken-weefsel,
SSi
horizontaal boven elkaar aangebracht. ledere gordel is uit een
wijdmazig netwerk opgebouwd. Aan de bovenste vier gordels is
blijkbaar de meeste zorg besteed. De twee onderste zijn een-
voudiger van constructie, terwijl de bandvormige verdikkingen er
uitzagen als afgesleten, althans meer afgeplat.
De navel is blijkbaar in de figuren niet opgenomen.
De borsten zijn niet gespaard, althans loopt de tweede gordel
van boven, over de onderhelft van de rechterborst heen, vlak
längs den onderrand van den tepel. De linkerborst is echter in
den gordel opgenomen, doch eigenaardig is hier dat in hoofdzaak
lijnen straalsgewijs van den tepel als centrum uitgaan.
Dezelfde vrouw heeft op de bovenarmen, vooral op den rechter,
strengvormige litteekens en 00k op de bovenbeenen, op het
rechterbeen uitgebreider dan links.
Bij 121 ziet men 5 gordels over het lichaam, waarvan weer
de bovenste het duidelijkst zijn. Bij deze vrouw zijn de boven-
helften der borsten rechts wat ruimer dan links in de figuur
opgenomen, en heeft de strengenmassa de beide borsten in hun
geheel van boven naar elkaar toe getrokken.
Ook aan bovenarmen en bovenbeenen zijn figuren waar te nemen.
Bij 122, hierachter afgebeeld, dat dezelfde vrouw is van afbeelding
121, maar van terzijde gezien, komt de tweede gordel van
boven mooi uit. Hier is een mooie en zuiver-netvormige figuur
verkregen. Dat de onderhelft der borsten vrij is gebleven, blijkt
duidelijk uit het vrij afhangen der ietwat slappe borsten over
de litteekenfiguur.
In het litteeken op de buitenzijde van het rechter-bovenbeen
is dezelfde gordelvorm als op buik en borst te herkennen.
Dergelijke tatouage zag ik bij mannen op andere plaatsen
längs de kust westwaarts ook, doch dan slechts een enkele
figuur op schouder, arm of rüg. Aan de Etnabaai zag ik twee
mannen met knoopvormige litteekens die op de huid naar boven
staken en volkomen de dubbele knoopenrij van een schuins
openhangende jas imiteerden. Wie weet, of hier wezenlijk niet
het nadoen van Europeesche kleedij in de bedoeling lag?
Of nu die eigenaardige tatouage op de buikhuid bij de vrouwen
alleen tot versiering dient, of dat er utiliteitsgronden voor aanwezig
zijn, durf ik niet beslissen. Dat deze aldus bewerkte huid
van invloed moet zijn op sommige lichamelijke functies, met
name op het verloop van de zwangerschap en de baring, acht
ik waarschijnlijk. De door die litteeken-strengen minder uitrekbare
buikwand kan tijdens de zwangerschap een meerderen steun