
bare kaart van Z. Nieuw-Guinea; 11 I op die vervaardigd
door M o d e r a bij de bovenvermelde reis van de Triton.
Wat den besten tijd van het jaar aangaat: Oostmoesson of
Westmoesson, met voorafgaande en volgende kentering, ook hier
gaf wederom de vrijwel eenige autoriteit op dit gebied, n. 1.
M o d e r a , den doorslag. Waar hij toch zijn Reisverhaal van
dien tocht ’) met de volgende zinsnede eindigt:
„En wanneer men nagaat de menigvuldige en soms aanhou-
„dende regens, die wij op deze kust gehad hebben, dan immers
„mag men gelooven, dat hier, even als op de Oostkust van
„Celebes, te Amboina, Ternate, in een woord, even als in de
„gansche Molukkes, de Z. O. mousson de regen of kwade mous-
„son, en daarentegen de N. W. mousson de goede mousson is;
„en alzoo verdient de bevestiging der N.Guineers, omtrent dit
„punt, zeer veel geloof.” (p. 160), A C
daar sprak het van zelve dat het einde van den Z. O. moesson,
met de kentering en den „goeden” N. W. moesson vöör zieh,
het aangewezen tijdstip zoude moeten zijn om te beginnen.
Had men zieh in Nederland, voor het verkrijgen van zooveel
mogelijk gegevens, moeten bepalen tot het snuffelen in oude
archieven en het doorwerken van oude reisbeschrijvingen, niet
alzoo in Indie.
Nadat toch het Bestuurshoofd van Zuid-Nieuw-Guinea, de
assistent-resident J. A . KROESEN, door den Voorzitter van het
Genootschap, den heer J. W. IJzERMAN, in den aanvang van
1903 was ingelicht omtrent de steeds vasteren vorm aannemende
plannen voor een ontdekkingstocht in die gewesten, en van ge-
noemden hoofdambtenaar de verzekering zijner Sympathie en
medewerking was ontvangen —- kwam einde 1903 het bericht uit
Indie, dat de heer KROESEN er in geslaagd was belangrijke gegevens
te verzamelen op het terrein-zelve, dat voor de aan-
staande expeditie als operatiebasis was uitgezocht geworden.
In September 1903 namelijk was door genoemd Bestuurshoofd
met het Gouvernementsstoomschip van Doorn een verkenningsreis
längs de Zuidwestkust gemaakt en had deze tocht, blijkens
het onderstaande uittreksel uit zijn schrijven aan de Indische
1) J. M o d e r a . Verhaal van eene reize naar en längs de Zuid-Westkust van
Nieuw-Guinea g ed a an 'in 1828, door Z. M. Corvet Triton, en Z. M. Coloniale
Schoener de Iris. Haarlem, 1830. Met een kaart, die een verkleining is van de door
M o d e r a toenmaals officieel ingediende opname (Voorberigt, p. XIV).