
koeli’s op te zenden, zijn zeven Madoereezen onderwegi Twee
daarvan zijn reeds weder teruggekeerd wegens ziekte, de anderen
door een misverstand in een tusschenbivak aangehouden. De
bivak-commandant te „Vliegenoord” is wegens ziekte naarKiroeroe
vertrokken, en in alle bivaks heeft personeelwisseling plaats ge-
had zoodat niemand meer op de hoogte is. Ook de luitenant
O n v l e e is sedert geruimen tijd ongesteld, en bij verder verblijf
is niets te wachten dan toename van het aantal sterfgevallen.
Wel is de weersgesteldheid thans beter, maar de geheele expeditie
is door ziektekiemen geinfecteerd.
Ingevolge gemaakte afspraak vertrekt ’s morgens, 23 Jan., de
heer M o e r m a n met den postlooper, den ouden koeli, en den
koeli-kok, alsmede een soldaat. Gewapend geleide is noodig;
volgens het verhaal van den gisteren aangekomen koeli was hij
dicht bij het bivak gestuit op drie Papoea’s die zieh bij eene
kromming van den weg plotseling voor hem vertoonden. De drie
er van door, hij ook in ren zijn weg vervolgd. Meer dan een
soldaat is niet beschikbaar; er blijven er nu twee over, een
daarvan moet met mijn bediende water halen, B e r h i t o e en ik
blijven dan in het bivak. Of het verhaal van den koeli waärheid
bevat is natuurlijk niet na te gaan, doch, gelijk vroeger reeds
gezegd, onmogelijk is het niet, en een vreemd verschijnsel is ook
dat de hond in de laatste dagen telkens teekenen van onrust
vertoont.
De heer M o e r m a n zal het bivak aan de Aroe ö f „Vliegenoord”
betrekken, en vandaar de koeli’s dirigeeren; er is dan toezicht.
Men is nu te Kiroeroe op de hoogte van den toestand, er zullen
dus alle beschikbare transportmiddelen en wel met bekwamen
spoed herwaarts gezonden worden..
On'ze beide getrouwen hebben geen lust om te vertrekken met
een vrachtje, maar het is zoo, of anders in het geheel niet. Dan
maar zoo, en de stoet zet zieh in beweging.
De dag gaat nu nog eentoniger voorbij en duurt nog langer
dan gewoonlijk. We zijn met z’n vieren op de bale-bale vereenigd,
er wordt niet veel gesproken. Water is er genoeg te verzamelen
door den neervallenden regen; de bediende behoeft dus geen
bewijs van moed af te leggen door het waterhalen. Hij wilde
niet met den heer M O E RM AN vertrekken, „doch möchte mit mir
sterben” .' Nu, zoover zal het wel niet komen; maar voorzichtig-
heid is geboden, en, als we ’s aVonds ter rüste gaan, worden de ge-
weren geladen en bij de händ gelegd om van de ligplaats af
dadelijk te kunnen vüren in geval van alarm. Ons verblijf hier
is gelukkig nog slechts van körten duur, want beslist is om alles
te verbranden wat niet noodzakelijk behoeft medegevoerd te
worden, en dit laatste kan bij aankomst van de nog beschikbare
koeli’s in een keer geschieden.
Des anderen daags, 24 Jan., keeren de 3 koeli s terug welke
den heer M O ERM AN vergezeld hebben; men was ’s avonds te
zeven uur aangekomen. Drie anderö koeli’s komen laat in den
avond aan; dezen waren ’s morgens aangekomen, en dadelijk
doorgezonden. Het vertrek van den heer M O E RM AN naar „Vlie-
genoord” is uitgesteld vanwege een stijve knie. ^
Daar het aantal beschikbare koeli’s niet toereikend is, wordt
den volgenden dag, 25 J a n ., slechts een deel der goederen ver-
zonden; wij blijven nog twee dagen.
D e koeli’s hebben verschillende brieven medegebracht met
diversen inhoud. Ze zijn gedeeltelijk aangebracht met de Valk,
die onverwachts den löden te Kiroeroe versehenen is om den
volgenden dag weder te vertrekken.
Volgens mededeeling van den heer V A N H E RW E R D EN is op
de terugreis van de Valk in medio December de Oostbaai aan-
gedaan, en zijn de beide rivieren over een afstand van een uur
door hem met de Valk volle kracht opgevaren zonder dat hij
voorafgaande verkenning noodig vond. De breedte en diepte gaf
aanleiding tot het vermoeden dat zij nog veel verder bevaarbaar
zouden blijken; zouden dit wellicht töch de aangewezen rivieren
zijn? Een nieuwe Sneeuwtop werd ontdekt en de hoogte van den
vroeger reeds bekenden bepaald op 5400 Meter. )
Voorts een brief van den Controleur om afscheid te nemen,
hij vertrekt met de Valk naar MÖraukd. Eveneens de Timoreezen.
Een groot aantal personen is geevacueerd; van Merauke bericht
ontvangen, dat een in December derwaarts geevacueerd Amboi-
neesch soldaat kort na aankomst overleden is.
Des morgens op den top zijnde met B E R H IT O E , hebben we
duidelijk gehoord dat op körten afstand beneden ons houtgewas
en bamboe gekapt werd. Het geluid verplaatste zieh; alsof een
pad werd gemaakt; zouden de Papoea’s een nieuwen weg maken,
sinds de doortocht längs den reeds bestaanden door onze aan-
wezigheid werd gestremd ? Het gelukte ons niet iets van hen te
zien te krijgen; toen we na lang wachten ons in hunne richting
begaven hield het kappen op.
’s Middags van den 2Östen komen de koeli’s binnenstappen in
: 1) Verg. noot I op p. 74hierv66r; en zie voor de werkelijke hoogte, ca. 5100 M.,
van den gezegden Sneeuwtop: p. 348 hierachter, noot. Red.