
beslissende verkenningstochten zouden gemaakt worden, moest
men rekenen op de aanwezigheid van het volgende personeel:
2 Eur. deelnemers.
3 volgelingen (2 mantri’s, 1 bediende).
5 militairen.
20 koeli’s.
Totaal 30 personen.
Het groote aantal koeli s in dit laatste bivak werd noodzakelijk
geoordeeld omdat van hieruit tochten van verscheiden dagen
zouden gemaakt worden, waarvoor veel personeel noodig was.
De groote koude zou bizondere voorzieningen noodig maken;
men denke b.v. slechts aan het medevoeren van dekens voor
het bivakkeeren, de moeite waarmede men op die hoogte te
kampen zou hebben voor het verzamelen van het onontbeerlijke
brandhout e. d. Er werd op gerekend de laatste tochten te doen
zonder dekking; de 5 militairen moesten dienen voor alle even-
tualiteiten, 00k als bewakers van het bivak, terwijl zij op alle
mogelijke andere wijzen de behulpzame hand konden bieden.
Elk der 4 overige bivaks zou eene bezetting verlcrijgen van 15
man, noodig geoordeeld om het bivak te bewaken en de transporten
naar het volgende bivak te dekken.
Verder werd aangenomen dat het laatste bivak gedurende 20
dagen bezet zou zijn, en dat het oponthoud tusschen elk der
bivaks (heen- en terugmarsch) eveneens 20 dagen zou bedragen.
De gehéele tocht zou dan 100 dagen duren.
Voor elk der bivaks kon nu globaal het aantal koeli’s berekend
worden, aldaar te stationneeren om de vivres voor het volgende
bivak op te voeren. De som van deze aantallen, vermeerderd
met dat noodig geoordeeld voor het riviertransport, zou dan het
totale aantal leveren.
Die berekening had volgenderwijze plaats:
Per dag en per persoon werd i.g K .G . leeftocht noodig geoordeeld
; aangenomen werd dat overal drink- en kookwater zou zijn.
Ui t e r s t e bi v a k : ' Gedurende 20 dagen zijn 30 personen
aanwezig, waarvoor benoodigd 20 X 30 X !-5 — 9°° K.G. Aan
goederen enz. geschat 450 K.G., totaal op te voeren 1350 K.G.
Een koeli-vracht te rekenen op 15 K.G., voor elke vracht 8 koeli-
marschdagen vereischt (4 heen, 4 terug, gerekend tot het landings-
bivak), maakt ‘350/ig X 8 = 720 koeli-marschdagen. Rekent men
dat 80 dagen na den afmarsch alles aanwezig moest zijn, dan
waren voor den opvoer benoodigd ” °/80 = 9 koeli’s, te stationneeren
in bivak IV.
Het is dadelijk na te gaan dat de gevolgde wijze; van berekening
zeer onzuiver is; men zou toch eerst kunnen beginnen met
opvoer tusschen het IV e bivak en het uiterste als dit laatste
was bereikt, hetgeen eerst den yoen dag na het vertrek gerekend
werd te zullen plaats hebben. Daartegenover Staat echter dat in
den tijd, verloopende tusschen het vertrek van heb eene en het
oprichten van het volgende bivak, reeds het overgroote deel
van het op te voeren materiaal (zoo niet alles) tot het naastbij-
zijnde bivak zou opgevoerd zijn. De opvoer moest natuurlijk van
bivak tot bivak plaats hebben, tijdelijke verschuiving van koeli’s
zou noodzakelijk zijn. De regeling van een en ander zou worden
overgelaten aan den officier-commandant der troepen, die 00k
met het transportwezen was belast. Ook werd niet gerekend op
rustdagen, oponthoud voor de inrichting van de bivaks e.d. ;
daarentegen was de berekening zeer ruim, waren de dagmarschen
klein en de vrachten gering genomen, voorts een groot percentage
voor onvoorziene zaken en aanvulling.
Schema der berekening-.
(/> bi)
R ivier . , >< 15K-M- X 1SK,M' X t° K,M' % Doel.
3 7 . . ................... . . 5 . . . . . . ; Deelnemers.
1 5 . • • . 1 5 . • • . 1 5 .............. 1 5 ............... 5 . . • • • • Militairen.
30. . . 16 . . . . 27 . . . . 1 4 .............. 9. . . . 2 0 ...................... Koeli’s.
(en 4 zieken)
Voortgaande met de berekening, blijkt :
In b i v a k I V zouden aanwezig zijn 24 personen gedurende
40 dagen, waarvoor op te voeren :
aan leeftocht 24 X 4° X i-S — !440 K.G.,
aan goederen ± 560 K.G. ; totaal 2000 K.G.
Het transport uit te voeren over 6 dagmarschen (3 heen, 3
terug), dus totaal benoodigd 2000/ir, X 6 = 800 koeli-marschdagen.
Rekent men dat de opvoer in 60 dagen zou moeten plaats hebben,
dan moesten 800j00=' 14 koeli’s gestationneerd worden in bivak III.
In b i v a k I I I werd beschouwd te zijn de standplaats van
geneesheer, Contrôleur en 5 volgelingen, zoodat de getalsterkte
van de hier aanwezigen werd genomen 40 te bedragen met in-
begrip van enkele zieken. (7 deeln.-j-15 milit.-j- i4k o e li’s-J-4zieken).