die in het midden; over’spanneh wordt' doof feen .brugvormige verbinding, welke
samen den indruk geven Van een neuä met do.orboord tüsschenschot; D ö o r . dd
opening is een bundel'plantenvezels gehaald, aan * beide zijden' door een. knoop
samengebonden, die het doorschuiven belet. Door die vezels is het haüfsnijwerk op
de Plaat vrijwel onzichtbaar.
Deze riem is van de Oöstbaäi afkomstig. .Lengte van. den steel ‘3.22 M. Lengte
van het bla$ 0.48 M. Totale leng te '3.70 M. Breedte van Tiet blad o . i i M.'Omtrek
van den steel ca. 0.10 M. Het höut is met een .foode kleurstof gekleurd.' Verkleining
van het blad met een deel van ,den steel j öp 9 5 die vanr den Steel met.eeii
deel van het blad 1 op 16 */5. • •
ie Grocp. Schepriem N ° . 161. (PI. III, 2 af bb.). Boveneind van blad en ondereind van
steel zijn met figuren bewerkt, d i e . den indruk maken van met voltoöid te zijn.
De* steel is I.92 M. boven het blad met een uit het hout gesneden figuur versierd^
die duidelijker dan bij N°. 156, , een gelaat met oogen en neus geeft te aanschouweii.
D001 den wand tusschen de dogholten en door het tusschenschot van den neus^ is
een bos. plantenvezels gehaald. De vezels tusschen de oogholten, gedeeltelijk to't
strengen gevlochten, zijn met knöopen aan Vv'eerszijden voorzien, terwijl het' einde
büiten de knoopen in fränjes uitloopt. De vezels dooiv het neustusschenschöt zijn
in 5 kortefe strengen gevlochten, die. 00k aan weerszijden door een knoop* zijn
samengebonden, Aan beide zijden van deze franjes zijn frahjes. van vogelveeren
aangebiaChtj door de lcorte strengen zijn nog breede franjes van plaötenvezels’ g'er
haald, die op gedroogde schutbladeren van een of andere" plant gel'ijken. Eveh
boven het in den steel gesneden ornament, wordt deze tot den top'omgeven döor
een vlechtwerk, dat als een «koker den steel ömsluit^ de dikte van den. steel. volgt
en afschuifbaär is, bestäaride uit .6 gevlochten strengen die door'fijne mazen als
een malienkolder aan elkander zijn yerbonden. Längs de gfeheele lengte van ee‘n
dei stiengen is een vlechtwerk aangebraöht van Cöix-;zäden, daaraan zijn .weer aan
lqsse draden een reeks veeren, meeste kakatoe-'veeren, bevestigd. Het gezegde
koker-vlechtwerk is op d e . Plaat heel goed te volgehj maar het houtsnijwerk in
’ t midden werd Weer door de vezels onzichtbaar.,
• Deze roeispaan is 00k van de Oostbaai afkomstig. De steel is Jang'3.25 M.,'h et
blad. 0.49 M. Totale lengte 3.74 M. Breedte va;n het blad 0.14 M. Omtrek vaü den
steel ca. o .io M. Alleen aan het blad , is de roode kleur gedeeltelijk behouden^
Verkleining van het blad met een deel van den . steel 1 op 9V5 ;' die van1 den Steel
met een deel van het , blad 1 op 16 '/sie
Groep. Schepriem N ° . 162. (PI. III, 2 afbbl). Blad niet bewerkt. Steel vertoont.9 cM'.
boven het blad een dubbele cirkelvormige inkerving, is verder 1.96 M. boven het
blad versierd met dergelijke figuren als N°. 161, daarenboven nqg met eenige in-
snijdingen onder die figuur. Door de bekende openingen zijn dikke bossen van
bruine plantenvezels gehaald,1 en door de onderste strengen weer droge schutf
bladeren. Verder is, het boveneinde van af deze gesneden figuur tot 1 dM. onder
den top versierd met casuaris-veeren, die, aan lange strooken bijeengebonden, door
verbinding aan koorden zöö rondom den stok zijn;gewonden, dat deze koorden, als
tegen elkaar gesehoven ringen, den stok omsluiten. De. strooken bekleeden daai--
door, , als het wäre- dakpansgewijze over elkaar liggende, den steel met een dikke
vacht. Deze vacht wordt, door het dichter aaneensluiten van de koorden naar onder
toe, hier nog dikker en doet de casuaris-veeren verder uiteenstaan.
Ook deze riem is van de Oostbaai. Lengte van den steel 3.46 M. Lengte van
het blad 0.47 M. Totale lengte 3.93 M. Breedte van. het blad 0.13 M. Omtrek van
den steel ca. 0.10 M. Verkleining van het blad met deel van den steel 1 op- 9 1 / 5 *
die van den steel met deel van het blad 1 ,op i 62/5.