
en nog lang zullen daar ook ongetwijfeld de verhalen van zijn
omgar.g met de Holländers en van hun leven onderling, de ronde
blijven doen.
Zulk een langdurige kennismaking van inboorlingen met de
Katonni-omm (Europeanen) onder zoo bizondere omstandigheden,
draagt zeker veel bij tot geleidelijke uitbreiding en bevestiging
van ons gezag; en dit vooral in streken zooals hier, waar tot
dusverre de komst der onzen nog niet bepaald met gejuich was
begroet. Dit was trouwens moeilijk te verwachten, daar de eerste
zorg van het Bestuurshoofd over dit Gewest moest zijn het tegen-
gaan van de overal verbreide en geliefkoosde bezigheid van
hongi'tn en van het daarmede gepaard gaande koppensnellen.
Dat dit intusschen geen beletsel was tot het winnen van het
vertrouwen der bevolking en de naam van den Samb-onim reeds
een goeden klank had gekregen, was wel bewezen door het feit
dat een bewoner der Zuidkust die nog nooit met de Holländers
in directe aanraking was geweest, zooals Mam o n a , zonder eenige
voorbereiding of aarzeling op het eerste verzoek op het vreemde
schip was overgegaan, om daarop een langdurigen tocht te gaan
medemaken.
23 Aprd op den namiddag kwam de Valk op haar vaste plaats
voor het landingshoofd te Merauke weder ten anker.
De exploratie der Digoel-rivier was hiermede afgeloopen, en
met voldoening kon door het Bestuurshoofd van Zuid N.G. en
door hen die er zieh in het bizonder voor gei'nteresseerd hadden,
op het resultaat van den tocht worden teruggezien.
Niet alles was echter bereikt wat men gehoopt en zieh voor-
gesteld had, en het lag dan ook in het voornemen van den
Assistent-Resident om te gelegener tijd het'onderzoek te her-
vatten, zoo mogelijk te voltooien.
XI. IN D RU K K EN V A N M E R AU K E EN ZIJNE
BEWONERS.
Verscheidene malen was in den loop der vorige maanden Merauke
door leden der N. G.-expeditie bezocht geworden. De eerste maal
geschiedde dit door de HH. P. M. en K och in April en Mei
l 9°A> doch het bezoek was toen zeer vluchtig geweest, want
steeds had men aan boord van den mailstoomer of van het Gouvernements
stoomschip Lombok vertoefd en daarbij slechts enkele
dagen ter reede verbleven.
Met de inboorlingen was reeds dadelijk bij aankomst met de
Paketboot kennisgemaakt — als men de rivier opvaart, ligt de
nederzetting Merauke ongeveer een half uur stoomens de Merauke-
rivier op E - ; zij kwamen toen onder gewuif en geroep al spoedig
het schip tegemoet pagaaien. Met 8 a 12 man staande achter
elkaar in hun uit een uitgeholden boomstam vervaardigde prau-
44. Prauw voor Meraulti. 1 5 .'5 . ’04.
wen, de 2 à 3 Meter lange pagaaien met korte krachtige slagen
hanteerende, allen uitgedost op een wijze als nergens in den
Archipel was gezien, -—• vormde dit geheel een zeer bizonderen
aanblik. Het gaf dadelijk den indruk van in een nieuw-ontdekt
land te zijn aangekomen, waar de bewoners door hun isolement
nog volkomen in denzelfden natuurstaat verkeerden als eeuwen ee-
leden. Geen plek toch in de uitgestrekte Nederlandsche Bezittingen
in Indië, of meer of minder sporen -svan vroeger of later aanraking
met Europeanen zijn er in het voorkomen der inlanders
te vinden ; doch hier niets van dat ailes.
Nauwelijks was het schip ten anker, of enkele prauwen kwamen
langszij en klauterden eenige opvarenden, met behulp van
wat ze maar te pakken konden krijgen, langs het hodge scheeps