
„boe s v e r v a a r d i g d ’h Hier had me» das de stadia stib 1, 3
en 4 straks vermeld, naast elkaar in 182;'.
Müller is, als-' ethnograaf 'van" aanteg, veel nauwkeuriger. Hij
g a f de eerste Werkelijk goede beschrljvirig van den penis-koker,
aldus : „Het bedekken der ge'slachtsdeekn «chijnt 'bij deze men-
„sehen [van Oetanata] meer eene voorrotg legen insekten en
„diergelijke' gevaren te zijn, dan wel een gevoc! van schaainte,
„naardien niet alleen feene menigtfe mannen die deeJ.en geheel
„ontbloot laten, maar de meesten, gelijk wij oivtervonden, de. tot
„dekking gebezigde voorwerpen, bij de minste a-mkiding ori die
„te kunnen verhanselen, zonder aarzelen afnamen en z t ter rusling
¿aanboden. De meesten verdienden 00k ter .naauwernoed den
„naam, dien wij hen geven. Z ij b e s t o n d e n v a a k t nkei ui t
„ k l e i n e l c o k e r t j e s v an b amb o e s , o f van het b o v e a s t e
„ h a l s v o r m i g g e d e e l t e de r k a l e b a s v r u e h v v, r l k e , ter
„ l eng t e v an 12 t ot 1 5' Ned. duime.n, a 1 S.c e n het teel -
v„ lid , s omt i j d s s l e c h t s he t v o o r s t e g e d e n k m en. d I k-
sw e r f ni e t a n d e r s dan de min of me e r ui t ge r . ekt e
„ v o o r h u i d k o n d e n omv a t t e n . De kokertjes v':v bamboes
•,waren- gemeenlijk aan den buitenkant met allerlei gesnedene
„en ingegriffelde figuren versierd.Sommige'mannen feedekten hunne
¿geslachtsdeelen met eene strook lenigi .geslagen boomhast, die
„om de lenden gebonden en tusschen de beenen doosgebaald,
|van 'achteren was vastgeknoopt j of wel met kielöfe ftchorties,'-
„nu eens uit een stuk behaarde kanguro- o f gevederde ersuaris-
„huid, dan weder uit soortgelijke lapjes rnat of tfit . r
„hörens, gelijk de vrouwen dfoegen> te zamengesteid“ ßoven--
difen beeldt hij in de folio-uitgave van zijn werk (Leiden. t.Hx.u44),
en wel in kleuren, op Plaat XI, fig. ißa-b en fig. ¡4 twe<- van
zulke bamboezen penis-kokers af, en op- fig. 15 zoo’n koket van
een kalebas-uiteinde gemaakt jde allereerste äfbeekftßgen van
deze voorwerpen!
- V a n Delden is, in het ons ten dienste staände handscliiifteujk
Journaal van deze reis 2), wel beknopter dan MÜLLER in iezen,
maar voegt toch eenige interessante bizonderheden toe. Hij sclirijft
in dato 20 Juni 1828, na 10 dagen bij de Oetanata voor anker
te hebben gelegen: „Zij löopen geheel naakt* behaive d:tf enkele
1) In de eerste folio-uitgave van Müller’s werk (sie p. 463 li'W® J noot),
Leiden 1839 - 44, fol. 48; o f in den lateren octavo-herdruk (zie itho.j, Amsterdam
1857, I, p. 73.
2) Bank zij de welwillendheid van den eigenaar van dit hs.t den heer L. Ä. H. VAN
P e l d e n te ’s-Gravenhage; zie p. 470 hiervöör.
Penis-kokers; en Bezweerkoker(468).