
Bij het verzamelen «jip Botanisch en zoologisch gebied heb ik
veel nut gehad van de wenken en raadgevingen die mij in
Buitenz0rg t,e Voren waren gegeven. Zoowel Professor Dr. M.
T reub, Directeur van 's Lands Plantentuin, als de Heeren Dr.
J. C. KONINGS.BERGEE, Dr. T h. V a leton en P. DE Monchy,
hebben mij met raad en daad bijgestaan bij het geven van
inlichtingen. Door de bemoeiing van Dr. E. C. J. Mohr kon ik
me voorzien van twee in het zoeken en behandelen van plan-
ten en dieren ervaren inlanders, beide Soendaneezen, Naibi en
Bandoeng.
Naibi had vroeger met de H. H. Sa ras in gereisd, en Bandoeng
met Prof. W eber op de Siboga.
Beiden hebben me trouw geholpen; toch heb ik hun steun
slechts bij een deel van den tocht gehad. BANDOENG keerde
reeds van Merauke naar Java terug, omdat hij niet gezond was
en de expeditie niet aandurfde. Naibi werd tijdens de expeditie
ziek aan beri-beri, zoodat hij moest geevacueerd worden; hij
overleed op de terugreis.
De meeste gelegenheid heb ik gehad om in de omgeving van
Merauke te verzamelen, tijdens den expeditie-tijd, aan de Etna-
baai, kon hieraan veel minder worden gedaan en miste ik mijne
beide helpers, die slechts ten deele konden worden vervangen
door den mij later toegevoegden jongen.
De afbeeldingen aan dit Verslag toegevoegd zijn alle, op
N . 116 11a, naar foto’s door mijzelven genomen.
, A. BOTANISCH V E R S L A G .
Wat van planten verzameld werd, is voor het grootste gedeelte
gedroogd en werd als herbarium-materiaal naar Holland gezon-
den; daarnevens zijn 00k een aantal plantendeelen, als bloemen
en vruchten, op liquor (meest formol, soms spiritus) bewaard.
Het drogen der planten, tusschen Chineesch papier gelegd, had
zoo mogelijk in het zonlicht plaats; ontbrak dit, dan werd boven