
„4“ dat eene dergelijke kwaadwillige verlating'aanleiding zou
„geven tot het niet uitbetalen van het hun competeerende loon,
„en zij overgevoerd zouden worden naar MSrauke om aldaar te
„worden „terechtgesteld” .
„Na hun dit in de Maleische taal te hebben voorgehouden,
„heb ik het in de Timoreesche (Rotineesche) taal laten over-
„brengen door hunnen mandoer.
„ D e h e e r M o e r m a n w a s h i e r b i j s t e e d s t e g e n w o o r d i g .
„Wordt hierbij aangeteekend dat den 4den December’s morgens
„voor het vertrek onwil daartoe betoond werd, en dat toenmaals
„door den Amboineeschen sergeant L o n d o n g op mijn verzoek
„in het Maleisch werd vertaald en voorgelezen de zinsnede in
„het contract waarbij zij zieh voor onbepaalden tijd verbonden.
„De onwil toenmaals betoond had eveneens tot oorzaak de vrees
„langer te zullen worden aangehouden dan 115 dagen, indien
„voortgerukt werd” .
De gemoedsstemming van den heer M O ERM AN en mij laat
zieh beter denken dan beschrijven. Was de lucht somber, ons
gemoed niet minder. In de laatste dagen ging alles zoo goed,
er was zelfs op de zwerftochten een zekere mate van kameraad-
schap ontstaan en nu plotseling dit blijkbaar tevoren beraamde
complot. Had ik Daniel maar in den regen naar buiten gejaagd
in dien onzaligen nacht, dan wäre het wellicht anders geloopen.
De mandoer, de eenige die niet gestaakt had maar 00k absoluut
niets gedaan had en lijdelijk was blijven toezien, verklaarde na
hun vertrek, dat dezen zelfden dag inderdaad 00k plaats vond,
hetzelfde. Doch volgens zijne overtuiging zou het toch spaak
zijn geloopen, de lieden waren veel te bang voor die regens en
bandjirende rivieren om nog lang aan het werk te willen blijven.
De heer M o e r m a n had op zijn tocht 00k vernomen hoe ze
daartegen opzagen, om over gezwollen wateren te trekken. Op
Roti en Timor komen volgens dat verhaal jaarlijks vele lieden
op die wijze om; er heerscht dienaangaande veel bijgeloof, zelfs
zoo dat de familie het loon van een op die wijze omgekomene
niet in ontvangst zou willen nemen. Ook verklaarde de mandoer
dat hun inderdaad de termijn van 115 dagen meermalen ge-
noemd was, en ze naar huis terug verlangden, nu ze vermoeid
waren, en bovendien een groot tegoed hadden.
Van hun standpunt beschouwend kan men hun geen ongelijk
geven; is inderdaad die termijn genoemd dan zijn ze in hun
recht, want het geschreven contract hebben ze niet gelezen en
dus .is op goed vertrouwen gehandeld; aangezien ik niet weet
wat te Timor verhandeld werd, deel ik een en ander nog aan
den Vertegenwoordiger mede die dan verder de zaak kan nagaan.
Een transport Keieneezen komt gelukkig heden a an ; we zijn
dus niet zonder personeel, ofschoon het vertrek van de Timo-
reezen een gevoelige slag is. Alleen, met de dressuur van de
Keieneezen gaat reeds tijd verloren, want het blijken echte
boschbewoners te zijn.
De arbeid gaat intusschen voort; een deel hunner wordt terug-
gezonden om de laatste vivres op te halen uit het Tusschenbivak,
enkele richten dit depöt-bivak (het A r o e - b i v a k ) in, doch de
meesten onder den heer M O ERM AN maken een pad naar de
rivier ter plaatse van den overgang en zullen aan de overzijde
een loods oprichten tot vivres-berging. Het water is iets ge-
minderd, de overgang kan nu plaats hebben.
Den volgenden morgen, 21 Dec., nadat ’s avonds en ’s nachts
eenige buien zijn gevallen, gaan we met een deel der koeli’s naar
de overzijde, een ander deel gaat terug naar het Tusschenbivak, van-
waar de anderen niet zijn aangekomen. De wreg naar den rivier-
overgang voert over een steilen heuvel eh de overgang zelve is
ook niet gemakkelijk; het kost moeite op de been te blijven.
De Keieneezen toonen zieh erg vertrouwd in het water, de
Madoereezen vertoonen watervrees. Niet alleen dat ze hunne
vrachten niet overbrengen, ze moeten zelf overgeholpen worden;
en het gezicht daarvan is zoo interessant dat de heer M o e r m a n
tracht dezen rivierovergang aan de vergetelheid te ontrukken
met zijn camera. Tot nog toe bleek het nemen van kiekjes
nergens loonend, meestal zelfs onmogelijk; thans wordt er mede
begonnen. ')
Na aan de overzijde te zijn gekömen, wordt een pad gekapt
naar den anderen riviertak; deze blijkt de hoofdrivier te zijn.
Van overtrekken is 1 geen sprake, want tusschen de rotsblokken
raast de stroom met donderend geweld en eene snelheid welke
op negen K.M. in het nur geschat wordt.
Een breede grindvlakte strekt zieh aan weerszijden van de
bedding uit; we volgen de rivier stroomaf naar de samenvloeiing,
en hier wordt een overgang gevonden. Besloten wordt het bivak
naar de overzijde van de rivier te verplaatsen waar het terrein
meer open en hooger is. De militairen zijn aangekomen, een
1) Helaas bleken al deze opnamen te zijn mislulct,. bij het later ontwlkkelen te
Soerabaja. Zie Bij l ä g e I V hierachter over de resultaten der Photographie-uitrusting
bij de expeditie, van de hand dés heeren M o e r m a n . Red.