
D. H E T N A D E R O N D ER ZO EK V A N DE O O STB A A I
(io— i i Oct.); EN V A N E EN R IV IE R A CH T E R
K A S T E E L -E IL A N D (18— 19 Oct.) ').
Bij het ontwaken op den volgenden dag, den 7<len October,
blijkt de zee kalmer te zijn; er wördt besloten door te stoomen,
en tegen 8 uur wordt het anker gelicht. We houden thans een
heel eind verder uit de kust zoodat deze bijna uit het gezicht
verdwijnt, maar de harde bank waarmede we kennis hebben
gemaakt, heeft respect ingeboezemd". Als altijd hebben we de
Anna op sleeptouw; de Commandant heeft er over gedacht dit
hinderlijke appendix tijdelijk ergens in eene kreek op te bergen,
maar de daaraan verbonden risico is te groot en daarom wordt
ze maar weer medegevoerd, hoe ze 00k de vaart van de Flamingo
vertraagt en bemoeielijkt. We zien gedurende de vaart längs de
kust kleine eilandjes, een zeer markant met twee verhoogingen
aan de einden als de torens van een kasteel, waarom het K a s t e e l -
e i 1 a n d gedoopt wordt; en daarachter eene opening van eenige
beteekenis. Tegen zes uur komen we voor anker voor een kust-
gedeelte, dat zieh naar het Zuiden afbuigt, zoodat wij als ’t ware
in het middelpunt van een cirkel liggen waarvan de kustlijn
een deel van den omtrek vormt. In dit gedeelte vertoont zieh
een groote opening; het is echter te laat om landinwaarts te
stoomen en de opening nader te verkennen.
In een gehouden conferentie wordt besloten den volgenden
1) Op 5 Oct. J904 waren Flamingo en Anna van den mond der Oetäkwa weg-
gestoömd, om de kustverkenning oostwaarts te vervolgenj'zie A l g eme e n V e i -
■ l a g , p. 63— 64 hiervöör. Het ongeval op de zandbank beZ.O. van die monding
nam dien dag en den volgenden in beslag. Op 7 Oct. kon worden voortgestoomd.
Wij laten hier het Verslag-DE R o ch em o n t weer beginnen, 00k al werd in het
A l g e m e e n V e r s l a g (p. 65— 74) de algemeene loop van zaken reeds teruggege-
v en ; op sommige punten vult het Bizonder Verslag het Algemeene toch aan, terwijl
bij de nadere verkenning der Oostbaai en van de rivier achter Kasteel-eiland
kapitein d e '"Ro ch em o n t als Leider optrad. Red,
morgen landinwaarts te stoomen, de Anna voorop als wegver-
kenster. De Flamingo laat dan het anker vallen in 4 ä 5 vaam
water, de Anna vervolgt hären weg en verkent de opening.
Uit het voorbij het schip drijven van eilandjes van nipah en
van een grooten boom, trekken we de conclusie dat vermoedelijk
een groote rivier aanwezig zal zijn.
Den volgenden morgen, 8 October, geen deining maar veel zee
veroorzaakt door Sterken landwind. Eene vlet, naar de Anita
geweest zijnde, kan het schip niet meer bereiken en drijft lang-
zaam maar zeker af; we gaan onder stoom en pikken haar op.
De Flamingo stoomt landwaarts, aanvankelijk gevolgd door de
Anna-, de eerste langzaam, de laatste zoo vlug mogelijk, maar
ze heeft een harden kamp te voeren tegen de zee totdat ze aan
lij van het groote schip is. De zee blijkt echter te onstuimig
om de verkenning voortgang te doen hebben; beide schepen
gaan voor anker. Voor de Anna wordt voor morgen hetzelfde
programma van heden vastgesteld.
In den loop van den dag bedaart de zee, en den volgenden
dag, zijnde Zondag 9 October, licht de Anna om half acht het
anker onder commando van den luitenant ter Zee K o l f f . Hem
vergezelt de luitenant t/Z VAN RlEL, terwijl de Vertegenwoordiger
zieh 00k aan boord bevindt. De Commandant der Zeemacht
heeft den laatste namelijk de leiding van de opname der kusten
door Hr. Ms. Flamingo toevertrouwd, en nu zal door hem onder-
zocht worden of en in hoever de zieh hier voordoende baai
gelegenheid aanbiedt om met het schip zelf binnen te komen,
en of er soms rivieren in uitmonden die met het schip kunnen
worden opgevaren.
’s Namiddags om vijf uur keert de Anna weder met de volgende
berichten. De geziene opening is een riviermond gelegen in een
baai waarin meer W. nog twee rivieropeningen zichtbaar zijn,
van de eerste gescheiden door een voorspringenden hoek welke
hen van het schip uit onzichtbaar maakt. De twee laatste rivieren
maken den indruk van grooten waterafvoer te hebben, maar
konden niet nader worden onderzocht; de eerste werd over
körten afstand opgevaren en längs den oever een groote neder-
zetting van Papoea’s ontdekt. De waterdiepte laat een binnen-
komen van de Flamingo toe.
Naar aanleiding van deze berichten wordt besloten morgen-
ochtend, nadat de Anna weder gerepareerd zal zijn (er ontbreekt
altijd iets aan de machine), naar binnen te varen en voor den
riviermond te ankeren, waarna onder mijne leiding de exploratie