Opnamen met den Assmann'sehen Aspir.-Psychrometer ') te MerauM:
D a tum .
Uur van
den dag.
Temperatuur
droge bol.
Temperatuur
naite bol.
Miximale
dampspanning
bij
temperatuur
natte bol.
Werkel,
dampspanning.
Zie
formule in
noot I .
Maximale
dampspanning
bij
tempe-
ratlxur
droge bol.
Relatieve.
vochtigheid.
io S ep t.’o4 1 1 morg. 28.3 23-5 21.50 19.x 28.56 66
1 1 7) 10 „ 28.3 22.2 19.87 16.87 28.56 55 .
12 n 9;30 „ 28.2 21.9 16.36 . 28.39 57
13 » 9 » 25.2 21-5 19.04 16.84 24.81 67
14 77 9 „ 25.1 23 20.86 18.09 20. IX 87
15 n 9 7) 25-4 23 20.86 19.66 24.08 81
7) r> 3.30 midd. 26.8 23 20.86 I8.96 26.16 72
l6 77 9 morg. 24.4 22.4 20.11 I 9. I I 22.69 84 .
17 77 9 » 27.2 22.4 20.11 I 7. I I 26.78 66
» 77 5 midd. 25.8 122.6 20.36 17.76 24.66 72
18 77 9 morg. 26 21.2 18.69 16.09 24.96 64
19 77 9 » 27.6 21.8 19-39 15-49 24.08 66
D 77 5 midd. 28.1 23.I 20.98 18.48 28.23 65
20 77 9 morg. 27.2 22 19.63 17.03 26.78 50
21 n 9 » 27.6 22.4 20.11 17.51 27.42 63
» 77 3.30 midd 28 23 20.86 I7-36 28.07 61
23 77 " 9 morg. 25.8 22.4 20.11 18.41 24.66 74
Í1 7) 4.30 midd. 26.8 23.2 2 1 .XX 193 1 26.16 73
24 7) 9 morg. 26.4 23 20.86 18.16 25-55
26 V 9 * 26.4 22.8 20.61 18.81 25-55 73
27 77 9. » 29 23-4 21.37 18-57 29.74 62
29 77 IO-3° 77 30.8 23.8 21.89 i 8.39 32.99 55
30 77 9 77 29.1 23-5 21.50 18.70 29.92 62
2 Oct. ’04 4 midd. 27.2 24 22.15 20-55 26.78 76
¡H i n " 9 morg. 28.2 23 20.86 17.26 28.39 60
n 7) 4 midd. 3°-4 23.2 21.11 17-5" 32.24 54
4 7) 9 morg. 28.5 22.8 20.61 17.76. 28.89 77
n n 4 midd. 31.8 23.6 21.63- 17-53 34-92 5 0
5 7) 9 morg. 28.2 21.8 19-39 16.19 28.39 57
7 7) 3.30 midd. 29.8 24.4 22.69 19.99 3i - i5 64
9 7) 9 morg. 29.8 23.2 2 1 .11 17.81 31-15 57
10 7) 9 77 28.1 24.2 22.42 20.47 28.23 72
7) 7) 3.30 midd. 30-4 25-4 24.08 21.58 32.24 67
I I 77 9 morg. 25.8 24.8 23.24 22.74 24.66 89
13 7) 3.30 midd. 29.2 25.2 23.80 21.80 30.09 72
14 77 9 morg. 29 1 22.8 20.61 17.01 29.74 57
Maand- en jaargemiddelden van enkele meteorologische elementen
te Batavia (B.) en de Bilt (de B.) over 1904 en over een
groote jaarreeks:
Lucht-temperatuur.
Jan. F ebr. Mi-t. April Mei Juni Juli Aug. Sept. Oct. Nov. Dec.
B. 1904 (2) . ............ 25-3 25 25-5 2Ó.I 26.3 26.x 25-7 25.9 26.3 26.1 26.3 25.8
de B. 1904 (3)......... I 3 4 I I P H 16 20 18 14 to 6 5
B. 1866— 1905 (4 ).. 25.2 25.4 25.9 26.3 26.5 26.1 25-8 26 26.4 26.5 26.2 25.7
de B. 1849— 1904 (3) 2 3 1 5 A. 9
Relatieve
13 117 118
Vochtigheid.
l8 15 10
B. 1904 (2)............ 87 87 86 82 84 84 84 82 80 83 84 86
de B. 1904 (3).......... 89 84 83 71 73 71 68 72 77 87 89 92
B. 1866— 1905 (5). . 87 88 86 85 84 83 81 78 78 79 82 85
de B. 1849— 1904 (3) 90 86 86 j 73 1 71 ¡ I 73
Dampspanning.
75 74 82 86 89 92
B. 1904 (6).......... — — — — — — „„ -V-y-;-; — :'iPi
de B. 1904 (7 ) ......... 4-5 4.9 5.2 6.8 8.6 9-5 21.0 10.7 8.9 8.0 6.2 5-9
B. 1866— 1905( 5). . 21.0 2 1 .i 21.3 21.6 21.5 20.9 20 19.6 19.8 20.4 20.8 20.9
de B. (over 48 j aren)(8j 4-9 5-1 5-5 6-5 1 8.1 10.5 1 1.8 11.8 10.5 8.2 6.2 5-3
(1) Formule voor den Assmann’ schen Aspirations-Psychrometer: e § | :V— 0.5 (t— t'),
waarin e = werkl. dampspanning, e' = maximum-dampspanning bij temp, natte bol,
t en t' = temp, natte en droge bol. Voor de maximum-dampspanning bij temp, natte
bol zie „Nieuwe hygrometische tabellen” door Dr. S. Figee (Nat. T. v. N. I.,
LV III, 1898; Tabel II, bl. 127).
(2) Zie: Observations made at the Royal Magnetical and Meteorological Observatory
at Batavia. Vol. XX V II, 1904.
(3) Maandelijksch overzicht der weersgesteldheid in Nederland, ie Jaarg. 1904.
(4) „Hemel en Dampkring” , 5e Jaarg. 1907, Afl. 1 : P. J. Smits, Weerkundige
waarnemingen te Batavia 1866— I 9° 5-
(5) Loc. cit., Afl. 2, yervolg der studie-Smits.
(6) Voor Batavia zijn de cijfers niet gegeven.
(7) Jaarboek van het Kon. Ned. Met. Instituut, 1904, bl. 172.
(8) Ned. Tijdschr. voor Meteorologie, I, p. 24 (Monne).
De betrekking tusschen temperatuur en vochtigheid is van gewicht
voor de. beoordeeling van het klimaat, met het oog op
de gezondheid. Droge warme lucht toch heeft bij het levend
organisme een sterk vochtverlies (door verdamping) tengevolge,
wat tevens weer afkoelend werkt.
Deze uitdroging en afkoeling veroorzaakt bij de plant sapver-
lies, vermindering van den turgor (weefselspanning), slaphangen
der bladeren, en tijdelijke vermindering van physiologische functies.