
P L A A T I (Merauke-Papoea’s).
(Illustraties 76— 80).
SlKl {76— 77), en face en en profiel afgebeeld, is een mooi ge-
bouwd goed gespierd man, 169 c.M. lang, met een schouder-
breedte van 38.2 c.M. Hij droeg tijdens de opname zeer .weinig
sieraden, maar was gekleed in een saroeng om de heupen geknoopt
die hij echter in zijn dorp niet draagt. Hij heeft het haar kort-
afgesneden, draagt een vollen baard en is op de borst vrij sterk
behaard, zooals ik weinig zag. Hij was een vertrouweling van
de Europeanen te Meraukq, en een tusschenpersoon tusschen de
Gouvernements-ambtenaren en een deel der Papoea-bevolking.
JAROEM (78), een jongere man, is mooi uitgedost en draagt het
haar in bundels gevlochten; voor de borst hangt een collier met
hondentanden. Hij draagt een mooi gevlochten buikgordel, en
armbanden waaraan varkens-scrota zijn bevestigd. Hij is kleiner
dan Siki, 163.2 c.M. lang, doch wat zwaarder van lichaam en
iets breeder van schouders nl. 38.5 c.M. Het mooi breed ge-
welfde voorhoofd valt op. Men ziet duidelijk bamboe-kokertjes
die in zijn doorboorde neusvleugels steken.
Wa tk a i (79) Staat wat lichaamslengte betreft tusschen de beide
eerstgenoemden in. Hij is 165.5 C-M. lang, is echter in het ge-
heel meer tenger van bouw. Zijn schouderbreedte is 176.5 c.M.
Door zijn doorboord neustusschenschot steekt een dünne
bamboekoker.
D a p i (80) is een man van 167 c.M. lengte en heeft door zijn
met een bos veeren versierd hoofd een woest voorkomen.