
moest zijn gekomen. Gereeden aftrek vonden ook de stukjes ijzer-
draad waarmede de kurken van sodawaterfleschjes worden vast-
gebonden, en menige tros pisang werd er tegen verwisseld.
Het was dan gedurende het ruilen een paar uur achtereen zulk
een oorverdoovend lawaai en geschreeuw onder elkaar en tegen
de opvarenden der Lombok, dat een ieder daar aan boord
een zucht van verlichting slaakte als eindelijk de voorraad pijlen,
eetwaren enz. tegen ijzer, kralen, spiegeltjes en nog wat was
ingeruild en de inboorlingen, voldaan over hun' inkoopen, weer
naar den wal terugpagaaiden. Een weldadige rust heerschte dan
alorn en de weinigen die niet mede op sloepentocht en rivier-
onderzoek uit waren, gingen dan voor ontspanning een visch-
lijntje overboord zetten, in de hoop een of anderen zeebewoner
te verschalken. Gewoonlijk was dit een zeer kalmeerend tijd-
verdrijf, maar een enkele maal bracht ook deze bezigheid wel
eens emotie mede. Dit gebeurde o. a. toen er onverwachts een
school spierhaaien, een klein soort haaien, rondom het schip
verscheen; in een oogenblik lagen er toen ruim 20 aan dek te
spartelen, zoo gulzig hapten ze naar het zoutevleesch of het
spek aan den haak. Voor de rariteit werd er ’s middags een ge-
kookt, maar ofschoon de moot er goed uitzag en in smaak veel
op kabeljauw geleek, wat het vooroordeel bij de meesten te sterk
om er meer dan een klein proefje van te nemen.
Daar meermalen dezelfde inboorlingen langszij kwamen, ont-
stond er van lieverlede een meer vertrouwelijke omgang, die
gelijk van zelf spreekt, door den Assistent-Resident met genoegen
werd gezien en zooveel mogelijk bevorderd ; wie den heer K r o e -
SEN dan hierbij aan het werk zag, behoefde zieh niet te ver-
wonderen dat er spoedig zulk een gewenschte verstandhouding
was ontstaan. Soms ook overnachtten er eenige inlanders aan
boord of brachten ze' een voor- of achtermiddag op de Lombok
door, en dan was het steeds voor hen rijst of andere scheepskost
„à discrétion” , afgewisseld met een sigaar. Rijst, hoewel hun
blijkbaar onbekend, viel zeer in den smaak; hun hoofdvoedsel
aan wal was sago.
Inboorlingen die van uit eenige rivier waarvoor het schip ten
anker lag, een bezoek aan boord hadden gebracht, kwamen meermalen,
nadat naar een volgende rivier verstoomd was, alsdan
daar van onder de kust weder te voorschijn; de rivieren schenen
dus binnendoor met elkander in verbinding te staan. — Bij het
laatste bezoek dat een hunner prauwen aan de Lombok bracht,
begonnen bij het afsteken van boord eenige opvarenden vol aan-
4. De Koepera-poekwâ van verre gezien. 3. 5. ’04.
5. Inlanders van de Koepera-poekwâ. (Op den achtergrond de
gezaghebber der „ Lombok", W. de /ong, links; Dr. Koch, rechts). 3. 5. ’04.