
rcn ora tot op de Rheede van Bellafoor j ’e Noorden na het Zuiden doorfnedén....
en Pipeli > volgens deze afgeftippelde In oude tyden wierd het in drie voor^n
name deelen verdeeld in Bengala, Pru- Verdeé-
rop, en in ’ t Land o f de Ryken der Pa-ling.
vaart (die men hier ziet) eeril bevaaren,
en door de opper-hoofden dezer fchepen
daar van een Caart ontworpen, op Batavia
overgelcvcrd, cn hier ingelaft.
Voords ’t vervolg van deze Caart, zoo
van Ragiamahol Noord-waards tot Pat-
tena, als Ooft-waards tot Dccca, en weer
van Decca Noor.d-waards totGorrcgaat,
en Bharcithella, en weil-waards tot Oe
g li , als ook van Oegli en Cafiimabaiaar
weil-waards tot Baccarefoorenüerduaan,
en voords na Orixa doorNareinger, Belle-
foor en Badrek tot de Hoofd-ilad Cat-
te k , is door verfcheyde dienaats der E.
Maatfchappy in Bengala bereysd, en nu
zyn door een der zelve alle verlchcyde
deelen van dit geweftenalleonzeComp-
toiren cn verblyf- plaatzen, voor zoo ver-
re die onder Bengala behooren, zeernet
hier in begrepen, en zoo volmaakt, als men
doenkon, tc zamen-gevoegd, waaraan
J ohan van Lecnen , volgens ordre van
de Hr.Dire£teur Mattheus van den Brou-
ke de laatile hand gelegt heeft.
Na dat wy dit Voor a f hebben laten
gaan, zullen wy nu al verder tot eenige
byzonderheden,dit magtigKoninkryk van
Bengala betreffende, overitappen.
Het is een zeer groot en wyd uytge-
Hccrlyk-ftrekt R y k , dog ook een van de hccr-
heyd de- ly kfte, vermakelykfte, Rykfte, en vrugt-
Lands ^aar^e Landen van ganfeh Ooft-Indien,
tans.
Prurop is een Landichap, dat .eenige
dag-reizen beweften den Ganges, ontrent
een zwaar gebergte , en niet verre van
Ragiamahol (een ftad van welke wy na-
der fpreken zullen) legt.
Bengala, hettweededeel, wierd zo o ,
gelyk ook dit geheel Land , na deszelfs
byzonder Koninkryk, en niet (zoo zorn-
mige willen) na de hoofd-ftad van dien
naam (die niet bekend,nog in wezen, cn
maar verdicht is) genaamd;
Men heeft daar meer andre voornamc
fteden , van welke wy hier na breeder
zullen lpreken.
' Het land der Patans beftond wel eerin Het
een menigte van kleenc Koninkryken , Land
die meeft in ’t gebergte ten deelen v a n ^ sPai*
Bengale, en ten deelen ook van Hindoe-
ftan, zelfs tot Delli toe, beöoften en beweften
de Ganges gelegen waren, gelyk
°°k.Delli (nu des Mogols hoofd-ftad) een
van hunne voornaamftcRyicengeweeftis.
Dit waren in oude tyden zeer magti-
g e , dappere,en alomme gevreesde Volkeren,
welker Raja’s en Köningen in die
geweften een grooten naam verkregen, en ,
in onverfaagdheid huns gelyk niet had-
den, waarom zy ook het allerminften
aan andre Vorften, en in oude tyden zelf
en een van de befte Landfehappen, diei aan degroote Mogöls niets wilden toe*
onder ’t opper-bewind des Mogols z yn ,
w,el eer in veel byzondre Koninkryken
(gelyk wy zagen) beftaan heb-
bende.
D e s z e lfc Het Grenft in ’ t Noorden (om des
Grenzen zelis Grcns- paalen nog nader aan te wy-
nader be- zcn ) aan Mogolze Landvoogdycn van
Mevat, Nervat, Pattena, en hooger op
aan Tartaryen.
In ’t Ooften paald het aan Arracan cn
Ava.
ln ’t Zuiden werd het door de Golf
van Bengala bekabbeld, zyndc een groo-
te Zee, die haaren aanvang by de Caap
Comoryn, op agt graaden N. breedte,
neemd, en zig tot aan de ftad Xcttigam,
die op 22 graaden N . Breedte legt, uyt-
ft ekt.
In ’ t weiten ftoot het tegen het woeft
Gebergte, en de zware wildcrniflen van
Ratipore, als mede tegen het Ryk van
Bacala , en het Landfchap Prurop , of
met een woord tegen *t Ryk des Mo-
• gols,dat gemeenelyk Hindoeftan genaamd
werd.
In ’t Zu'yd-weften paald het aan de Kuft
van Orixa, en het Ryk van Golcondaj
en in ’t midden werd het van de groote
cn wydberoerade rievier de Ganges van
geven, gelyk wydaar in ’t leven der Mogols
vericljeide voorbeelden van aan-
haalen.
Hunne manhaftigheid maakte niet al-
lcen de Köningen, maar ook de minften
onder deze Volkeren zoo trots cn hoog-
moedig, dat zelfs knegts cn waterdra-
gers, iets met eenen eed willendebevefti-
genj ’t zelve met deze verwaande woor-
den deden ! ik moet noyt honing van
Dclly werden, zoo dit o f dat zoo niet is.
In ’t leven der groote Mogols, en
wanneer wy over de Landvoogdy van
Guzeratte ipreken, zullen wy zeer dik-
wils van deze en gene van die Koninks-
kens ’t een en ’t ander melden, en daar
dan ook aanwyzen,hoe Sjah Ecbar, een
der grootfte Keizers van Hindoeftan, en
onder de groote Mogols een van de
grootfte uitbreiders van dat magtig Kei-
zerryk, ook de meefte van deze Patans
en Bcrg-Koninskens overwonnen, ender
zelver Landen onder zyne Heerfchappy
gebragt heeft.
Het is een Korflelig volk , dat zieh
zelfs by de minfte voorvallen in de uyterfte
gevaaren, zonder eenige vreeze gewoon
is te begeven , het uyterfte voor hunne
eere en grooten naan? te wagen, en by na
om
omgeen reden zieh aan icmand licht over
te geven, en zoo hen de nood daar toe
dwingd, dan willen zy zieh nog alzoo
her laten doodHaan 5 dan dat zy een plaats,
hoe Ideen o o k , zouden overgeven, om
dat zy fchrikken zouden by hunne wy ven
t’huys te komen, die hen voor hare
mannen niet zouden willen erkennen,
Zoo zy de lafhertigheid hadden van een
Vefting, hen toevertrouwd', over te geven.
Jadaarzynvoorbeelden, datdeGe-
malinnen van deze Rajas, na diergelyken
overgave, hare mans niet allecn niet wilden
erkennen, maar ook niet in de Vefting
laten komen, waar in zy zieh onthiel-
den, agtende het de uyterfte fchande
zulke mans te hebben.
Zy agten by na niemand, en willen in
tegendecl van ieder geagten ontzien zyn.
Zy zyn dood-vyandcnvandeMogolders,
ichoon het hunneGeloois-gcnootcnzyn,
om dat zy , die in oude tyden (gelyk wy
in de levens van hunne Vorften toonen)
by na niets waren, hen by na al hunne
Landen metgeweld, enzccronregtveer-
digafgenomen hebben, hocwel ’er hier
• en daar nog eenige Berg-Koningen zyn,
die de groote Mogol nog onder zyn gc-
weld niet heeft weten te krygen, om
dat zy diep in ’t Gebergte plaatzen be-
woonen, die ongenaakbaar voor een Leger
zyn.
Wanneer nu deze hoogmoedige men-
fchen herdenken, wat zy in oude tyden
geweeft, en wat z y , door ’t geweld der
Mogoldcrs, nutegenwoordig zyn, mee-
nen zy van fpyt te berften, ziende de
zelve, ichoon nu hunne opper-heeren,
altyd met een oog van veragting aan.
Z y hebben ook weinig agting voor
de Heidenen, zoo, omhunnen beipotte-
lyken Gods-dienft, alsuyt hunne aange-
borene hoog-hertigheid in ’t algcmeyn
voor allen.
Men heeft in dit Koninkryk veel mag-
tige fteden, en ontelbaar veel dorpen,
alle welke op te teilen o f naeuwkeurig
te befchryven, ons onmogelyk is, alzoo
men de onzen niet toclaat zoo diep Lan-
dewaard in te komen.
De voor- De voornaamfte dezer fteden ofte vlek-
naamfte ken zyn Dccca Oegli, o f Hocgli, Cas-
„ d^na’n_ßmabaiarj Pattena, Ragiamahol, Mon-
delplaat-§cer 5 en Sjoppera , waar by men de fte-
zen in | den Bellaioor en Pipeli (hoewel nu zeer
Bengale, vcrvallen) wel voegen mag, welke twee
laatfte wel eigentlyk onder de kuft van
Orixa behooren} maar gemeenelyk mede
onder Bengale gerekend werden, om dat
men, van de kuft Choromandel körnende,
die eerft in ’t gezicht krygt, en ge-
meerielyk te Bcllafoor, o f wel te Pipeli
ten anker komt. ' 9
De eerfte ftad, daar men van Punta
V . D e e l .
das Palmeiras, N. O. aanftevenende by
komt, is ßellafetor, die thien a elf my- r.]..
len van den mond van de Ganges lcgt,enfoor, en
^ z i g ’c land zeer hoog vertoond. W y Pipdibe-
hebben van ouds her hier al een Löeiefchrevcn‘
gehad, gelyk de Engclzen en Portueeel
eni T Kcrk hetbbi e’ nß, dMie z eleaar tffrtea ehy icisr. ook ccn
A». l i f f , o f daar entrent', zonden
ae Lngelzcn hier een fcheepien met
eenen Capitein Broekhoven, een zeer
ervaren man in de zaaken van Indien,
me t een groote hoofd-zom, om ons over
al de wer teileilen, ente dwars-boomen,
zoo dat zy zieh toen hier vallcr, dan
bevorens, fchenen te willen makenj ook
z°u hy, als hun Prefident, op Bellafoor
leggen.
Hier was ook ons Vier-Comptoir, be-
nalvcn dat er zeer fync Saaneq, en andre
fchoonc kleeden vallen ; dog wy plagten
gemeenelyk voor de ltad o f ’t opfn
vielt Pipeli, twee mylen buiten de wal,
teil anker te leggen.
Deze ftad legt v y f mylen van Bellaioor,
daar wen gemeenelyk lootzen in-
neemd , om den Ganges op te zeylen.
Men plagt hier van ouds altyd de Salpe- .
ter >aok te zuyvercn j dog zedert iSe6.
heett men dit beginnen in Pattena te doen.
Hit zyn fteden, die onder ’t Koninkryk
van Orixa behooren , zynde Pipeli nu
zeer vervallen , onbemuurd, längs de
rievier gelegen, cn meeft uyt Bamboeze
huizen beftaandc, waarom wy ook mc-
mguiaal (dog te vergeeß) om fleene Pak-
huizcu aan de jaloerze Mooren verzogt,
en ook lang getragt hebben, om van daar
(gelyk eindelyk gefchied is) na 't Eiland
Hmgeh op te kramen.
De huizen nu hier in Pipeli zyn wel
gro o t, maar lie g t, en meeft van riet,
kley, en koejen-mift, met wat kalk be-
itreken, opgebouwd. De meefte ftaan
ook, om de zware vloeden, op ftaaken,
o fop heuvels; en dit is de reden, waar
om men hier ook voor de Portugecfche
roovers, die uyt Bengale en Arracan
nu en dan met hunne Galeyen en roey-
vaartuigenverfchynen, zoo bang is , om
dat die zomtyds dreigen alles te komen
afioopen, en in brand tc ftcken, zoo zy
hen geen genoegzame brand-ichattine
geven, waar toe z y , alzoo men daar veel
Pakhuizen met dierbare waaren vind
en zy zeer laf-her tige Soldaaten zyn, wel
genoodzaakt worden.
De fchepen leggen verre van deze ftad
ten anker, wegens de menigvuldige en
groote ondiepten.
^ W y hebben van ouds hier, alzoo ’er
veel kleeden vallen , een Logie en een
opper-hoofd gehad, en het is een zeer
volk-ryke plaats, daar ook de Portugcc-
zen