
op over hem by Sjah .Abaas klagen, die
Mirzah Talei, zoo hy niet eénzeer fvvare
cn zeldzame ttrafaao zig zelven had geoef-
fent, voor zeker ten fpiegel van andren
zou hebben doep ftraffen, gelyk hy dezen
mishandelden borft ook in de plaats van
Mirzah T a k i, Landvoogd van Gilan gern
aakt , en hem belatt had hem ’t hoófd
vap Mirzah T aki fpoedig toe tezendeni
ook zond hy peveps dien Jongeling een
ander Hoveling, om dit ampt voor eerft,
tot dat hy zelf wat ouder, en tot het zelve
bequaam zyn zoude , waar te ñemeo
.*
Ondertuflchen had Mirzah T a k i, vaft-
Mirea 7 Hellende, dat die Jongeling , alzoo hy
Taki’s hem nergens in zyne Landvoogdy ver-
zcldfame Q^m, over hem by den Koning kla-
daad. g en was ? een beftuyt genomen, zig Z=l-
ven zoodanig hier over te ftraffen , dat
hy meinde, dat de Koning daar mede
genoegen nemen zoude, fnydcnde het
lid , waar mede hy gezondigd had,
glad af.
In dezen ftaat, met een geneesmeefter
by z ig , het hy zig längs een andren weg,
dan dien zyn llaat-jongen gevolgd
was, voor den Koning in een draag-
ftoel brengen, dien hy verzogt tc fpre-
ken.
H y verfeheen voor den zelven met
zynen afgefneden hutfpot in een gou-
denfchotel, en de Koning nam, op zyne
bede om vergiffenis , hier mede genoegen,
liet bem in zyne Landvoogdy
blyven, engaf aan dien jongeling een andre
bedieping,
Ook was ’t eene van Sjah Abaas les-
fen van Staat aan zyn zoons-zoon, om
Mirzah Taki als Athematdaulet, o f cer-
ften Dienaar van Staat 3 alzoo ’er geen
bequaanaer man in ’t R yk was, te ge-
bruikeu.
_ Onder die hovelingen, welke Sjah
fiVvcr-6" Sefi mede zogt van kant te helpen,
derebui-was ook Aali Merdan C h a n , Land-
tenfpori- voogd van Capdahar , een voorname
Sebe' Grens-provintie -J VJ1 V1W V*-----------v--a--n-- -h---e--t- -R--yjk—. —D e— —K -—o-
^ven ning ontbood hem aan ’t Hof 5 dog
zelve. Des Konings Moeder, die op
haar verbitterd was, alzoo zy maar een
flavin uit Georgien, en ’s Konings Gemalin
h y , oordeelende, dat dit gefchiedde, om
hem van zyn hoofd te berooven, gaf
aanftonds Candakar aan den grooten Mo-
gol over, om daar geen vreeze voor te;
hebben. !
Een doorflaande blyk van zyne wreed-:
heid ga f deze Vorft ook aan zyne voor-1
naamfte Gemalin, wanneer hy,zeer be~
fchonken van Sjulfa op zekren tyd ko-j
mende, de Vorftin by zig ontbood ,
die eyndelyk wel quam, maar hem Habende
vond. Ondertuflchen verborg zy
z ig in dit vertrek in een holligheid of
Niche , en kort daar na vraagde hy ,
wakker geworden zynde, weer na de
- een dogter des konings van Georgien
was (waar op zy die moeder
dikmaals fmadelyk gehandeld had) wees
deze Vorftin aan den Koning, die ’er
in zynen dronk na toe liep , en haar,
zynde de moeder van Sjah Abaas de II»
met eenige Kris-fteken ombragt. Daags
’er aan, als hy na haar vraagde , en
hoorde, wat hy gedaan had , was hy
zeer bedroefd , verbiedende toen aan
allen in zyn Ryk geen wyn te drinken,
geen andren dan. de Europeers hier in
verichQonende.
Op zekeren tyd liet hy een andre van
zyne Gemalinnen , een zeer ichoone
dog trotfe vrouw,zeer qualyk, ecr hy
haar yerftiet, handelen. Hy deCd al
hare klecdcren verbranden, en al hare
juweelen in een mortier ftampen, en
huwely kte haar aan een fwarten affchuwe-
lyken kok uit. Hy zond haar aan den
zelven met een Kamenier te huis; dog
als hy deze Princes naderen wilde , ging
de Kamenier met een uitgetoogen pook
voor haar ftaan, en zeide tegen hem :
fwarten hond, zoo gy de Princes maar
met een vinger aanraakt , zal ik u
duizendmaal met deze pook doorboom
ren. De kok nam daar op de v lu g t,
en klaagde den Kohipg zyneo noodj
dog hy , toen een goedc luim hebbe'nde,
vo.nd veel vermaak in dit antwoord,
liet zyn gramichap vaaron, huwely kte
haar daar na aan een pyerften u it , cn
zond haar zoo veel kleederen en iroboel,
als zy vap nooden had.
Dus liet h y , om beuzeüngen, veelen
de oogen uitfteken , en andren, om
dat zy in ’t voorby-ryden maar aange-
wefen hadden (dat in Perfien een groote
misdaad is) wie de Koning w a s , de,
hand af-kappen.
Het bette, dat hy als een voorftap-
der van zyn R yk verricht heeft, i s ,
dat hy ’t Leger van Sulthan Amurath
van dorft dede vergaan., wanneer h y ,
de ftad Tauris ingenomen hebbende, na
Spahan met zyn hpir trok. Hy liet
hem al voorttrekken, tot dat hy ’er nog
1 y. dag-,reizen a f wa s, dede toen alle
de bronnen, en water-ftroomen, elders
afleiden, waar door zyn. ganfeh heir in
die dorre Land-ftreek van dorft ver-
fmagtte, en ’er zeer weinige a f te recht
gekomen zyp. Dog daar en tegen heeft
hy 1 (5 3 8. Bagdaad aan Amurat moeten
overgeven.
Ook heeft hy op zekeren tyd over *t
ppftellen van een kieene fchatting een
Land-V oogd van Com door zyn zoon de
knevels doen uy trukken, hem ncus cn
po-
Sjah
«Abaas
de II.
& 2 & j * 5 á S í f e * de j öogen doen niet langer' uythouden konden , B pitftcken, hem d^cn omhalzen, en S n im e n Kv n/Jon ah _
a T wcer gls Dand-Voogd
wngefteld,- bevelendehem voorzichtiger
zyn, zoo hy niet erger wilde geftraft
erdfti 5 zelfs had hy belaft het yzer
over de oogen-van zyn oudften zoon,
den kroon Prins, te laten ftryken, zon-
der dat men daar van oit de reden ge-
weten heeft, De gelubde, dien hy dit
belaftte j dede dat, dog inet een koud
y ze r , alzoo de Koning hem nietgeboden
had dit gloejend te maken. Ondcrtus-
lcnen veinsde die Prins zieh blind te
z y n , en als Sjah Sefi op zyn fterven
la g , Zeide men hem, alzoo hem dat
Zeer berouwde, dat men middel gevon-
den had , om dien Prins weer ziende
tc maken,
Hy flierf, na dat hy ontrent 14 jaa-
reA g^ g e e r d , en doorgaans zeer ilerk
gedronken had, 164 z , en wierd op den
■ throon door zyn zoon Sjah Abaas den
II. gevolgd.
Noit is ’er pragtiger iotrede in Spa
flän gfidian, dan na dat hy te Casbin,
als Koning op den throon, in ’$ einde
yan 1641. voorgefteld zynde (dat niet
m t kroonen, maar alleen in ’t omgprden
van den Sabel aan zyn zyde, en in ’t op-
zetten der Vorftelyke Bonnet b e ä a i)
t jaar daar aan zig na Spahan begaf, aan-
gezieo de weg z mylen verre met gou-
jx e>en Zyde Brokkaden, en andre
ftofien belegt was, het welk zyn onder-
daanen ter eere van hem deden, gelyk
ook alle deAmbagts-lieden z ieh , nevens
het verder voetvolk en de ruitery, w d
f mylen verre buiten de ftad in de
wapenen gerangeerd vertoonden , om
hunnen Vorft met veel liefüe te ontfan-
gra.
Over die heerlyke kleeden reed niemand,
dan de Koning, ' en zoo ras ’er de Koning
«wer was, verftrekte alles aan ’t gemeen
volk ten roof.
In dat zelve jaar dede hy den Vorft der
Usbeekze Tartaren een zeer edelmoedige
by ft and met 1 yooo man tegen zyn zoonen,
en haalde hem zeer pragtig in , zettende
hem aan de linker hand, de hand van
eere hier.
Deze Vorft , fchoon nog jong, was
dapper cn cdelmoedig» maar ook- een
groot iief-hebber van wyn, waar door
hy nu en dan meede veel wreedhe-
denbedreven heeft. Ditkofceop zekeren
tyd, wanneer hy zieh in zyn vrou-
wen-timmer te fterk aan dendrankover-
gegeven had, drie hof-Juffers ’ t leven,
welke h y , om dat zy eerft weigerden
met hem te drinken, voorgevende, dat
zy mede na Mekka terbedevaart zouden
g*an , e n , toen zy ’t al deden, en ’ t
° , aouucn , alle
te z»men brnden, en in een groot
vycr verbranden liet j hoedanig hy kort
daar aan, om de zelve reden, nog een
den” » / tcn v-verc verweesj dog
8n ubden > die hy dit bclail, en,
door hate tränen bewogen, niet uitee-
voerdhad, kofte het, foe^ S S
nugteren geworden was, het leven" e f
reize. Jt" hCt haar V00r di*
Dus het hy eens een van zyn Hove»
llngen, om dat hy zyn Kaljang o f Tabak
met tyds genoeg aangeftoken, en cen
vuyl w o o rd , van ter bellt > wagt
gezegt had (woorden-, die den Koning
zelf hoorde) aanftonds de tong uytfnyden.
- Hy is t geweeft, met welken Wy zoo
veel moeite ten tyde van den Heer Con-
itant over ’t oüdContrad van den Zyde*
handel gehad hebben.
Een groot hater was hy van zulke
Hovehngen, die gefchenken van zyn
Volk nam en, en ’t zelve uytmergelden i
waar over hy zynen Nazaar, o f groot
joeefter, zeer voorbeeldelyk ftrafre, en
hem ettelyken tyd zonder tulbant in de
neete zon, nacht en dag over, zitten
dede» en met: ketenen om den hals tot
een eeuwigq gevangenis verwees, waar
m hy van hertzeer acht dagen ’er na
quam te fterven.
Een zeldzaam voorbeeld ga f hv ob
zekere tyd met twee vleyers (hoedanige
menfehenhy doodelyk hatedej te ftraffen,
a- . f l Speelman en zeker Hadji (een,
die te Mekka ter bedevaart geweeft is;
Mamocchar Chan genaamd, van den
Komng gevraagd , wat: 2y van j afcr.
chan, die befchuidigd wierd zeer veele
en groote gefchenken van ’t volk te
" e“ cn i ootdeeJden, gaven beyde tot
k r l ? id ’ j y aar in ten onrechtö
befchuidigd w ie rd , en veei eer genegen
was, aan iemand wat te fchenktn, tan
guten o f gaven te netnen.
De Koning, die zeer wel wift, dat
fy uyt vleyery tegen hun beter weten
praken, dede den Speelman z tanden
uyt zyn mond rukken, en die in de
mon van den rceds ouden Mamoechar
t hem, fay ’E leven kofte) zetten,
en voegde ’er b y , dat vermits hy in
2yn oude dagen nu i nieuwe tanden
gekregen hadde, hy yaft ftelde, dat hy
daar mede nu wel taal, die wat meef
ua de waarheid geleek, fpreken zoude:
enomteto onen, dat hy/aferchan, om
z jn baatzugt, zeer hatede , zond hy
hem 10 balfingfchap, en gaf hem maar
eene MiUnoedi (p f y ftuivejts .daags) te
verteeren , hoewel hy hem naderhand
weer ten hove riep, alzoo hy hem, om
veel andre heerlyke hoedanigheden zeer
beaunde. P p j Hy