
to r B Y Z O N D E R E
Hct Opperhöofd in Jcdo körnende,
wierd naauwkeurig geexamineerd , , en
hem zoo döor den Nangafackifchen Gouverneur,
Commiflarisdervreemdelingen,
en een Raadsheer , als in prefentie des
Keizers, verfcheide vraagen voorgehou-
d en , die door zyn E . , als hier volgd,
beantwoord zyn.
Vrage. O f hy geen kennis had van 2
fcheepen, dle, nu 4 maanden geleden, on-
(kr V Land van Japan eenige dagengintsen
weder hebbin gezeild, waar a f't een voor 7 Land van Majfamy is ten anker gekomen,
en de Schipper, en Koopman, nevens noch
8 andre per foonen van 7 zelve fchipgeliebt,
en door ordre van den Heer van die plaats
in Jedo gebracht zyn, als mede waar na toe
tenderende waren''?
Antw. De voyagfc dezer fchepen ons behend
te zyn^ ' te meer, ten tyde dat van Batavia
vertrokken, daar perfoonlyk geweeft
•was. D at onzen Heer Generaalverfcheide
maalen was geremonßreerd, ende verklaard,
dat agter 7 Land van Japan, op de kufi van
Tartaryen' een groote Stad, Cathaya ge-
naamd, met een bequame haven lag, al-
waar door de Tsjineefen met die Volkeren
groote negotie in menigte van allerley zyde,
en zyde-fioffen, en andre dienßige waaren
gedreven wierd, en om dewaarheitvandien
recht te weten, zyn de voorfz: fchepen geor-
donneerd die plaats op te zoehen, ende te
bnderfiaari, o f door ons daar voordeel in den
handel konde gedaan werden.
Vrage. Op wat tyd, en wanneer gezeg-
de fcheepen van Batavia vertrokken zyn.
Antw. Op den \den Februari, dat den
sAfte van de 1 ide Japanfche maan geweeft
is». . v .
Vrage. O f ons niet bekend is , boe veel
volk op de voorfz. fchepen was, en waar in
hunne lading befiond.
Antw. Dat de quantiteit van 7 volk ons
onbekend was , en dat 00k niet pertinent
hunne lading wißen, die in verfcheide klee-
nigheden van Europifche goederen befiond,
om imet lie f gezegde plaats vindende) van alles
een proef te nemen, wat het meefte pro-
fy t, en ädvance gheft, en wat daar beft ge-,
trokken wierd, op dat wy in 7 toe körnende
ons ddar na mogten reguleeren, en ons pro-
fy t daar mede doen.
Vrage. O f den Schipper, Koopman, en
meer der volk van dat fchip, wel kende.
Antw. Den Schipper zeer weite kennen,
had de tweemaal in Firando geweeß , was
genaamd Henrik Cornelifz. Schaap. Weinig
dagen voor zyn vertrek hebbe den zelve
op Batavia gezien , en gefproken. Den
Koopman kende wel van hooren noemen-, dog
had aan zyn perföon , kn het ander volk,
weinig kennis, ter oorzaak over de 10 jaa-
ren in Japan was geweeft, in.weinig lieden
meerder kende, als met de fchepen jaarlyks
A A K E N
hier quamen-, maar de Holländers, die mede
gehme« waren, kenden hem, als meeit
den Schipper, zeer wel.
Vrage. Den Commandeur , die op 't ander
fchip is\ dat weder voor by Japan gezeild
is , o f daar meede geen kennis aan
had.
Antw. Folkomenüen zelven Wel te kennen
, is genaamd Maärten Gerritfz. de
Vries. -Onze perfoon was met hem uit
Tayouan na Batavia gevaaren, zynde als
toen Schipper op een der fcheepen, daar pre-
fent wezende.
Vräge. O f ons niet bekend was een per-
fron', van Tartaryen geboortig op gezegde
Commandeurs fchip, en hoi by by de Holländers
gekomen was.
• Antw. Zulks wel te weten, was in qua-
liteit van Adfifient mede derwaard gezon-
den, om als Tolk, en anderzints, te dienen
, in Mufcovien, daar de Holländersgr00-
ten handel dryven, heeft hy by een Ne der-
lands Koopman eenigen tyd gewoond , die hem
duitfehe taal, Uzen, fchryven, enreekenen
op onze lands-manier geleerd heeft, en is
eindelyk met een der voorfz. Compagnies
fcheepen in voorfz. qualiteit uit gekomen.
Vrage. O f zy mede niet en wißen, waar-
om V Voornoemd fchip *s nagts na V land,
en des daags weder om zeewaards in was gezeild
$ en verfcheide malen gefchoten heeft
met géfthut, roers, als anders ± zonderdat
ze hebben geankerd, en aan land zyn gekomen
, gelyk o f ze niet goeds in den zin had-
den, ddar nochtans (u bekend) door zyne Ma-
fefteit is gelicentieerd de Holländers vryelyk
in zyn land hunne commercie mögen dryven.
Antw. Waarom zulks gefchied is kan
ik niet weten 5 doch prefuniere , dat het
nood van water o f verv.erfibing za l gehad
hebben , en dat egter befchroomd geweeft
zyn zieh na land te vervoegen. V Is wel
zulks, dat zyn Majeßeit vergund heeft *t
land van Japan te mögen bevaaren j doch
za l by haar lieden verftaan zyngeweeft , wel
in Nangafacki te mögen komen, en nergens
anders. Dat zomwylenis gefchoten, geloo-
ve dat gefchied z y , om iemand aan boörd te
krygen, enna de gelegenheit te vernemen, o f
vryelyk er gens mogten havènen, om haar van
alle nood-druftte voorzien, gelyk in Europa,
en meer andre plaatfen, gebruikelykis, ende
gemeenelyk als dan een Vaàrtuig met een wit
vlaggetje in teèken Van Vriendfchap aan de
fcheepen, ofte bet fthip-, ’t Welke diergelyke
zeinen doet, komen.
Vrage. O f wy onze perfoon wel wilde
verbinden, dat doür de gezegde fcheepen geen
Paapfe Roomfche Chriftenen , of iemand an*
ders, tewers aan land zou gezet Zyn.
Antw. Dat niet alleen onze perfoon daar
voor te pand ftelde 5 maar na beboorendaar-
alle de fcheepen, Volkeren, endé
goe*
VAN j A
goederen, welke jaarlyks in Nangafacki komen.
. Hier op is den 8 December de verlof-
fing gevolgd, met bekendmaking, dat
men na ’s lands wetten deze menfchen
met water, als anderzins, zou gepynigd
hebben 3 maar alzoo men had bevonden,
dat het Holländers enoprechte lieden waren,
zoo werden zy nu geheel aan de
Kapitein overgegeven, en in hunne vry.
heit gefteld. Zy waren ondertuflehen
wel getraiteerd, en met Japanfche rok-
ken verzien, verblyd zynde over ’tgoed
gevolg van hunne. herftelling.
N° . pi .
Körte aanteekening van V verrichte
aan V Japanfche H of , door
den Ambajfadeur, Andries Fri-
hus.
Na dat men lang een gezantfehäp in
Japan verwacht had, om den Keizer al-
. daar over de 10 Nederlanders, die zy in
Nambo gevangen , en na dato invryheit
geftelt hadden, te bedanken, zoo hebben
de Heeren herwaards gezonden den
E. Pieter Blokhovius, die op de reis is komen
te overlyden, en gebalfemd aange-
brächt, zynde die chargievolgensCom-
miffie van de hooge Indifche Regeering
aangenomen by den Secunde van de be-
zending Andries frifiu s, die den ip September
op de Rheede quam, daar met re-
ipe£t van onze zyde wierd ontfangen, en
door de Japanders geen andre eereaange-
daan, als de .Opperhoofden jaarlyks gerieten
3 zclfs wierd het verzoek, om *t
gevolg des Ambaflädeurs met hunne zyd-
geweeren aan land te mögen zenden., ge-
weigerd, en zulks eenelyk ¿yn perfoon
toegeilaan 5 werdende ten eerften ge-
vraagd, na de qualiteiten van den over-
ledenen, ende den aangekomen Gezant,
Waar op geahtwoord is (wel wetende,
dat Kooplieden tot zulke ampten denja-
panderen een walg is) dat de overleden
een Do&ör Juris was geweeft , die om
zyn groote geleertheit dire£t uit het Va-
derland, om deeze honorable bezending
Waar te nemen, gezonden was3 en dat
den Heer Frifius een lid van de Juftitie,
en eenige jaaren Secretaris van des zelfs
Hoofd-Coliegie op Batavia was geweeft,
die door haar Edelns. op Batavia, by Ver-
fterf van de Heer Blokhovius, otndezaa^
ken dan waar te nemen j expres gezonden
was.
Ondertuflehen hoorde men, dat het
tot fchande ftrekte, dat een fchip, daar
een Ambafladeur op is, met Koopman-
fchappen beladen zy.
Het verzoek, om de Oorlogs-Am-
$ Ä N . i b y
munitie, volgens ’t*recht der Volkeren
aan boord te houdén, wiert afgeflagen 3
eenelyk mogten dekogels aan boord bly*
ven.
Niemand der Japanders mögt met deri-
Ambafladeur, tot riàdertydirig van ’t Hof,
fpreeken 3 waarom nacht en aag 2. Schild-*
wagten voor de kamer-deur geftelt wier-
den,
Den roden Noveiöberqüam*ertyding
van ’t Hof, dat de Gezant, en de Ka-
piteiri, gepertaitteert waren , om ten;
eerften ten Hove te komen, gelyk
Den zfften dito, de reize' een begin
nam, zynde 14 N éderlanders fterk, waar
van 16 by den Ambafladeur, en8byden
Heer Bronkhorfi behoorden;
Den giften December inJédokomén-
de, was de ördinaire herberg het Logys j
doch wiert toegeftaan , dat de Japanfche
trein in eèn ander huis, öm geen
belet te geven, zou woonen.
Den i8den Januari iö fö wiert de
Ambafladeur, nevèhs ,’t Opperhoofd, ten
huize van den Commiflaris ontboden, daar
vericheide dingéh van deh Portugeefchen
Ambafladeur, en vrede met de Caftiliaa-
nen, wierden afgevraagt, waar 'op den
zoften dito aldus is geantwoord j dat ’er
over twee jaaren difterentie tüflehen den
Keizer, en de É. Coiüpagnie, was geweeft
, over het zeggeni van den Ambafc'
fadeur Gonfalvo di Sikera de Sofo , dàt bèni1
op Batavia een Stuurman, en Matroofen,-
om na Macao te vaaren, geleendwaren,
gelyk döor veel Tsjineefen is beveftigd;'
en dat zyn Majefteit riu, het zyookhoö
de zaak mögt geweeft hebben, dàarvàri
pardon gaf, en de zelve vryheit, gelyk
zyn voorvaderen, aan de Gompagnife toe-
ftond, met rccommandatie van ons in ’t
toekomende voorzichtig te dragen.
' De Keizer gaf aan niemand audientie ,
alzoo hy ziek was. Ondertuflehen de
Nangafatkifché Gouverneur, en andre
Grooten, ziende, dat men geftadig met
hope, om voor deh Keizer té verfchy-
nen, gevoèd wierd, tòondeh ovèr de
zware ongelden, die aan- 24 Nederlanders,
en 75 Japanders gefchieden, me-
delyden te hebben, en ftelden tot ver-
lichting van dien aan den huiswaard eenige
ordre. •
Den z 1 ften Maart ft'ellèn de Ryks-Raa-
den voor, o f ’tden Ambafladeur veélver-
fchilde, voor zyn Majefteit te verfchy-
nen, o f dat hy ’t compliment aan henin
zytt Majeftèits naàm, en zyn perfoon re-
prefenteerende, maar aflag3 doch wesd
geantwoord dat zyn E. üit verre Landen
om ’S Kéizérs aarigeiitht te zien geko-
tnen was 3 dög alzoo de ziekteaanhield,
zoo wiert eindelyk de audientie vobr de
Ryks-Raaden den yden April (doòr den
I Ambafladeur tot- dankbaarheit voor de