
Zyn 5 en doorgaans van boven , o f van
den rüg na den buik loopen, ook zyn de
ezels fchoon geftreept, met een groote
blaauwe ftreep , die hen over de rüg
lö o p t, en verder ’t Iyf met ftrecpen van
■allerlei verwen;, groen, w it, fwart, en
blaauw zoo overdwars, even eens als die
dernaarden, geteekent.
Wilde Wy beeiden de zelve hier , volgens
Ezels^af- “ ckening van d’Ed. Heer Confiantyn
gebecld. na ’tleven af.
' Haazen heeft men ’er driederlei foort,
de eene wat grooter, de andere wat kleiner,
älsdeonzen, en de derde foort heeft
een hoog - rooden Haart, ook zyn de z
laatfte van een andere fmaak. Landwaart
in zyn vry meer foorten van de zelve.
Mep heeft 'er mede zeer veel elanden
(een foort van wil/le offen) die jorig
gefchoten zynde , den lekker wildbraad '
mtleveren. Wahneer ik van de Kaap in
ftjäar iyoy. na Batavia vertrok , widrd
er my een venezoen van in een ileene
korft vereerd, ; welkers vleefch zeer heer-
lyk fmaäkte,-en waijr .vaii wy een groote
mdahd'daar na ;nog gegeten hebben.
- .Harten, die-hojens als boltken hebben
3 " ,’cr in den grpote nienigte, ■ oök,Tjuf-
fels, wildekoejen, enkalv.eren, atsinede
gemfen ( een dier met. een, ¿warten zeer
cierlyk geßingerden hoorn voor de kop,
en ’t geeir waarfchynelyk wel de regte
eenhoorn is) rheen , wilde bokken met
z lange ftyle enfchérpe horens, met drië
witte breede regtopgaande voor de kop,
als ook fteenbokken, ileendaffen, kony-
nen , çhamelions , hagediffèn van ver-
fcheide foorten, en meer andere dieren,
die ons nu niet te binnen komen.
Ook heeft men ’er de afpis, dehoorn-
ftang, de prefter, de cobra dt capello, en
meer anderen.
_ Hettam vee, beftaat in offen, koejen, HetT.m
kalveren, paarden,fchaapen (welke laatfte Vee.
hier door de Engelfchen endoor¿W«ír¿>/,’
gelyk wy in zyn reize fol. ijfi. zjen,
outrent tjaar 1607. gezet, hoedanig ’ei
ook in ’tjaar iSyp. tweé paarden met yder
lchip der Retourvloot onder de Heer
Slertbejnius vàn Batavia herwaarts gevoert
zyn) van welke zòihmige ongemeenë
vette ftäarten hebbeii, eil ’tvoornaamfte
vleefch, dat hier gegeten w ort, is fehaa-
penvleelch, dat hier ongemeen goed en
Vet valt j maar behalvcn dat hier zeer
weinig offen geflagt worden , vallen zy
hier , fchoon vleezig, en kloèkér i datì
m Holland, egter noitvet, en meeit aaii
rTjag ere kant. RdGch, waarom men
d ie’hier weinig ftagt, f t , om dat zy
ineeii tòt trekoilcn ( wäärvanmen *er, 3,, 4) en r paaren voor een wagen vari.noo-
dêri héett ) eri voor de pìoég nóg meer
gcbruikt worden. De koejen geven hier,
. ,• twee