
A..i^77-ttie in deze tyd ganfch niet geringteag-1
ten waren , voor al toen zy hier in
voorfpoed fcyn geweeft.
Men vind nu inhunneäantekeningen,
VanT dat de Militäir'e magt des Konings in de
Voorge- Tombos $ of Schatboeken in öPrihs-
vallene dommep, 4 Deflavcnyen, 3 Vidanes,
onderdeJ Cn ^ec Landfchap Gandia beftaan heeft,
gecfen behalven afgezonderde en tnindre Land-
fchappen , die van. den Oorlog bevryd
waren , waar in de Manfchap dit na-
volgende uytmaakt, te weeten:
bcze P R IN SDOM M EN.
Oeva 2300 Soldat. en i ¿00 Handboogf.
1700 ■ ' — ——10000
700 — ~ — - 1 5*000 ■
25*00 —— — 6000
— 1800
l8Ö iß i Ipoö
/ 73§° - - - 46700 dito.
De Vier D E S S A V E N Y E N .
l^ löOO - - - 30OOÖ
1300 - - - 70Ö®
3900 37000 dito;
Üe Drie V ID A N E S ;
@ _ _ e 1800 '
m 4s
- - - - - 4200
goo - - - 15*000
5Ò0 21000 dito.
*t Landfchap Ò Á Ñ D Í A,
8000 . - - 20000 . .
In de Benedèn-Landen der
7 C Ö R L E S .
1800 - ■ - 5*000
rioo - . - - iyoo
3000 6foo
Dus Soldaten - - ¿zy8o
Landluyden - - 131206
Lafcaryns gp-3? - 225-80
En düs beloopt
’s Konings Manfchap
te zamen op - - 15*3780 koppen* •
Schoon dit getal nu , alzo* ’t zedert •
vry oude tyden is j wel wat zou kon- yKeizeil
nen veranderd zyn , zois dit egter niet Man-
zeer Vermindere! , 1 door. dien ’er ze?r fchap*
veel Inlanders van, ße Beneden- na dp
BoVen-Landen gevlugt, of opgcvoerd
zyn , behalven.de Mooren, en andre,
die hier niet eens gereekend zyn, eft
wel een groot getal uytmaken;
Deze voornoemde befchreven Soldaten
werden maar verpligt ider HuisgeA.
zin een Man aan den Koning in den Oorlog
te geven by opontbod, en zo opk de
Landluiden , in geval van den ban j eri
Zyn de laatfte niet gehoüden , dan by
hoogen nood , en fchielyk qverval binnen
hunne en der geburen Landen met
p y l, boog, en pieken te beichermen ,
of wel een körten tyd in ’t Veld te leg-
gen. ' .
Geen van deze allen beta^ld de Kd-
ning daar voor , dog de Soldaaten ge- En wat
nieten voor hun dienft het vrye bezitzy ver-
yan hun Landen en Leengoederen,
alzo zy meeli in hun eygcProvintienterjjemte
Wagt leggen , doen zy hrin eygen doen.
koften, maar zo zy daar buyten treden,
voed hen de Koning , dog dit ge-
beurd zeer zelderi, alzo zy malkanderen,
vervangen , en zich voor dien tyd van
koft moeten vooüzien.
De Inlanders moeten eok dagelyks
allerley Geweer maken , en jaarlyks aan
den Koning opbrengen, waar voor dat
Ambagtsvolk hun byzonder inkomen,
en Landeryen genieten , en werd op.
Ceylon’t fchoonfte Geweef vati de Werdet
gemaakt, waar van 00k *t"Wapen-
huis altyd , zoridef iets te betalen, ver-
zien wierd.
Onder ’s Konings kragten moeten wy
00k teilen de goede gelegenheid der,
Landen , waar in hy mepft befiöten is,
niet alleen met de Hoofdftad en Provin-
tie van Candia,maar'ook de Landfchap-^
pen voomoemd , zyn^e door zwaare
Bergen, eri dichte Wilderniflen, zeer
gedekt , en maar zeer weinig, wegen
tot htin geb'ruik hebbende. .
Öok legt dit Candia recht in ’t mid- y efdrc
den van ’t Eyland , en is van andre aanmer-
Landen zo omringd , en zo wel be-kingen .
wiiard, dat hy na alle zyden e v en .g e .°^ :,
legen legt, om na beneden af te zakken, te.
en dat wel op een en de zelve tyd te ge-
lyk na verfcheide Landen , als menig-
maal gebleeken is , dat de Landen van
Mature, Batticalo, JafFanapatnam, en
Colombo zyn aangedaan, te gelyk als
d* Roning dat wilde doen., : ' .
l5?7 j « T W brengt hem ook | getragt heeft j groote Kringen te be- A. Jijf.i
de Vrugtbaarhcid van die Eyland by, i zetten, te weeten den Oever der Zee,
alzo zy van buiten niets behoeven to t’s. d’oude Landpolten, en de nieuwe uyt-
menlchen leven , en hun befcherming j breiding.
noodig, fchoon hem de Zee wasafge-j De Wagten, Pollen, enSchanfen op
lneeden. W ant Kleeden en Ly waten,! de Landpalen der hieuwe uytbreiding, en
^ Z^LVari ^u^ten trekken, werden ook | in dezen, beginne ontrent Colombo geonder
hen zelf gemaakt. j naamd , moelten bewaaren alle de voor-
| De behendigheid der Inlanders., om deelen en Winiten tuflehen hen en de
hunne digte Boffen, zware Bergen , en Zee opgeflooten, 'en die de Compagnie
n i li t lo iti p o 0 n r o Ir/Miison r r o K f i ii Iron quade wegen te können gebruiken, K o tro v an n _____ « I
als ook hunne wyze van Kleding,
byna naakt gaande , en hun gewoon-
te om van wilde Vrugten , worte-
len, en kruideq^te können leven,geeft
hen een groot voordeel boven alle vreem
delingen in den Oorlog.
Eyndelyk is ’t een voornaame llerkte
des Konings, dat hy van de zynen als een
God werd geëerd en gehoorzaamd, en
dat van een Volk zo ingetoogen , en
uyt eygen aard zo geheim, om aan een
vreemdeling iets te openbaaren , van ’c
geen hun Land of Koning zou mögen
raken , dat zy in deezen opzigte noit
eenig Vreemdeling zyn getrouw ge-
wcelt.
Hier in beftaan de Magt, en Voor
deelen des Konings , en dit is de gelegenheid
zynes Lands.
Nu ftaat ons hier tegen te letten op
de Magt der E. Compagnie, om ’t voor*
geftelde by de Heer van Goens te berei
ken,te weeten,om Meeftcr van dit Eyland
te werden , en van die Landen .
waar in de voordeelen ,. tot het dragen
der lallen, opgelloten zyn.
X.
Gelegenheid der laage Länden, en de
Magt der Militie aldaar tot be-
zettingen, en tot verbinde-
ring van andre.
gclee- Hier voren is gebleeken , dat Raja ’s
genheid verwarring oorzaak geweeft is,dat men
der laage bujten ’s Compagnies Landpaalen na bo-
Landen. ven i. s ge.t ro1k kire n0. D^a t dj e gemeuldeoptogt
aanleiding gaf tot de gedagten van
die Landen zieh eygen te achten, en dat
door de lrchtheid der beginzelen de be-
geerte geklommen is, om alles (often
minften * t grootfte gedeelte) te verove-
ren, en dus van trap tot trap een heer-
lyk gebied hier aan de Compagnie over
te brengen.
Noit is’er meer over gebrek vanvolk
geklaagd, als 1675*., toen de Compagnie
4300 man in loldy betaalde , waar
uyt men oordeelen raoet, dat ’er bevo-
rens meer volk geweeft is , met v/elk
getal Nederlanders v, en ontrent 3000
Lafcaryns of Cingaleefe Soldaaten men
bevorens genoten had , en verder ,zc
genieten, en wat daar buiten was , was
nog onbekend.
Deze voordeelen zyn vaft aan de In-
woonders tuflehen de Zee en onzen bo-
venkring woonende , weshalven die
platte Landen door onze Wagten tegen
den Vyand van buiten moeften gedekt
en ook vreedzaam bezet werden, alzoo
zy in Oorlogstyden niets konden geven.
Men dient nu vooraf ook na te zien ,
hoe die Landen , den Koning door ons
afgenoomen, en nog .te neemen , loo-
pen.
Zy werden wel meeft de laage Landen
, en. zoo van de Portugeefen
ge naamd, tot onderfcheid van de hoo-
ger Landen van Candia, Oeva , Balla-
ne, &c. en van die zy beraten.
Die egter zyn geen laage o f vlakke,
maar Landen,meede bezet met Bergen,
en Boflchen, daar men maar weinig wegen
ten gebruik heeft y zonder welke
men nergens zou voort können geraa-
ken.
Behalven die Boflchen en Bergen,
zyn deze Landen zo doorhakkeld en ge-
broken met Spruiten, Rivieren, ftaan-
de ateren , en Moeraflén , dat zy
te zaamen uytmaaken ’c bekwaamftc
Land , dat ’er te vinden is , om daar in
met onze Natie Oorlog te voeren,
door de moejelykheeden, die men
heeft te ontmoeten van eenige Wilderniflen.
De feile regen op de kruin , en daarEnon, c,
beneden vallende, doet de fpruiten enmakken
Rivieren zo fchielyk zwellen , dat in derzelvo
weinig uuren de meefte Landen en R e-byRe0i
ven , waar door de meefte wegen geleidSen*
zyn, om de Bergen te meiden , geheel
onder water vloejen , waar door men
in groot gevar raakt,zo men niet tydig
op heuvels, boomen , en Bergen zieh
•ed.
Ja men kan daar van zo fchielyk o»
vervallen werden , dat men in 10 a 12
dagen nog voorwaard nog agterwaard
komen kan, alzo de Landen dan onbe-
reysbaar zyn, dan alleen op de Heuvels en
Bergen,en de weinige Heeren-wegen,die
door de laage llraaten loopen, tuflehen
Ide begroeide Bergen henen , dan zoo
met