
neemt de trapvan V half dek, bind die aan
de loodlyn, enmet eenen een touw van boord a f, om daar door zoo veel mnfcben, als
*/ mogelyk is , land te Jlepen.-
Men kon maar twee menfchen gelyk dus
overhaalen, en zoo wierden ’er ook maar
twee togten met de zelve gedaan , ter-
wyl de vermoeide en te veel afgematte
Jochem Wtllemszoon aan boord wat uit-
rufte.
Ondertuflchen maakte men aan Itrand
een vlot van de-afgeflagene planken en
balken der fchepen ,- die men met een
loodlyn vaft aan een forde, waar op men
’er 4 of f te gelyk met een bras door de
branding heenen rukte > maar terwyl men
aan land bezig was met dit vlot klaar te
maaken, begeeft Jochem , onverduldig
om zelf te zien , hoe de zaaken tot redding
van zyne medebroeders verder aan-
gelegt wierden, zieh wederom (doch nu
zonder toüw of lyn ) in die woedende
zee , een ftoutheid , die hem byna het
leven zou gekoft hebben } want na dat
hy ontrent halver weg tuflehen ’t fchip
en ’tland gekomen was, bevont hy zieh
door ’tgeweld der branding zoodanig af-
gemat, dat hy , niet tegenftaande zyn
groote kloekmoedigheid, zieh egter ge-
noodzaakt vont, ettelyke maalen om hulp
en ontzet te fchreeuwen , zonder dat
yemant van alle die daar ftooden, de hart-
vogtigheid had van hem , hoe zeer zy
daar toe genegen waren, debehulpzaame
hand te bieden , alzoo Zy vreesden hun
leven daar by in een zeker doodsgevaar
te ilellen.
Hy dan vememende, dat al zyn fchreeuwen
om hulp te vergeefs was, en dat hy
zieh zelven redden moeft, fpande daar op
met een weergadelooze onvertzaagtheid
alle zyne kragten in, verdubbelde zynen
yver, en vergde in dien hoogen nood
zyn armen en beenen meer , dan zy anders
verrigt zouden hebben , waar door
hy eindelyk de grond onder zyn voeten
kreeg, eniniiaat was , om daar, ihande
tot aan de borft in zee, zynen ademwat
te können haalen , om daar na dan verder
na land te fwemmen.
Dit waren wel zyne gedagten , maar
ondertuflehen wiert hy door een fwaare
baar , die hy niet ontduiken kon , van
zynen grond afgeflagen. Hy, hier door
niet verzet, fpande weder al zyn vermögen
in, en kreeg andermaal weder grond
onder zyn voeten > maar wi£rt nog eens
daar van geflägen, waar op hy, ziende
nu door die branding niet te zullen körnen
j eenbefluitnam omweer na *t fchip
te fwemmen, dat hem eindelyk na veel
moeite en gevaar gelukte, alwaarhy zieh
eenige tyd onder de fokkeruft hielt, en
daar na weer op het fchip geraakte, van
waar hy, nevens drie anderen, byna de
laatfte van allen , met het vlot aan land
gehaalt is.
De Heer Gouverneur , Simon van der
Siel, die het dapper bedryf vandezenzee-
held , met de uiterfte verwondering en
beweging, en met groote bekömmering
voor hem, aangezien had, fmeet hem ,
zoo als hy aan land quam , zyn eigen rok
toe, en gaf ordre, dat men alles tot be-
houdenis van dien dapperen man aanwen-
den zou. Ook gaf hy by zyn vertrek,
na dat hy herftelt was, hem nog deze
volgende loffelyke getuigenis mede , op
dat ook de Heeren Bewindhebberen hem
na verdienile beloonen , en een hooger
bediening geven mogten.
Extraft mt de origmele
Miffive, door 'den Gouverneur Simon
van der Stel, en den Raad aan
Cabo de Bonne Efperan^e, aan
de Heeren Zeventhienen, in dato
den 2zftca Juni idpz. gezonden.
HEt droevigfl van allen was , zoo veel
zielen in ’/ uiterfle gevaar haares le-
vens te zien , en hun jammerlyk kermen te
hooren, zonder dat men eenig middel tot
hunne behoudenis uitvinden kon, tot dat einm
delyk Jochem Willemszoon van jimfter-
dam , Matroos , Quartiermeeßers dienß
doende op V fchip Spierdy k , zieh aanbood,
om met een touw omhet lyf door de branding
en aan boord te fwemmen, ’twelk hem ook
gelukte , en door middel van een vlot, en
zyn medegebragt touw , over en weder ge-
trokken, de meeße part der menfchen uit een
gewiffe dood te redden.
- JVy können niet ledig ßaan deze trouw-
hertige daad , zoo kloekmoedig als gelukkig
in oris aanzien t'onzer aller verwondering
uitgevoert, UEd. Hoog Agtb. mits dezen
eerbiedigvoor te dragen^ met ootmoedigver-
zoek , haare goede geliefte zy, den zelven in
tyd en wyle-y als geßrekt hebbende tot be-
boudenis van veel Compagnies dienaaren , te
willen gedenken.
Even zoo ongelukkig bleven in deze He. droe_
baay, endoor dieN. W. wind, in ’t jaar vjg
1698. de twee retourfchepen Oofterlandden vaa
en Waddinxveen , waar van (zoo men Wad*
my berigt heeft) maar een jongen ’t leven er^oofter-
af bragt 5 ook is onder die fchipbreuke-land in
lingen de huisvrouw van D. Henrik PFtl-’tiaar
lern Gordon, die aan boord gebleven, ter-IÖ58,
wyl haar man aan land gegaan was, met
haar kind in de armen aan ftrand dood
komen aandryven, en ook zoo aldaar be-
graven. Een jammerlyk einde voor zoo
veel beklagenswaardige zielen *t geen
maar alleen door ons aangehaalt wort,
om te toonen, hoe gevaarlyk deze baay
is by het doorwaaijen van een N. W.
Wind,