
r ig , bcfluit van den 2.fftcn Februari , de
waterleiding o f fteene goot aan te befte-
den, *t gcen door de Heeren Abbema en
de Cretfer, voor 3000 R deis aan den Borger
Wouter Moftaart, op goedkeuring van
de Heer van denBrouke en denRaad>(die
’er nog dien zelven dag op volgde) ge-
Ichied is, en die 00k aannam dezelve in
6 maanden klaar te hebben.
Op de vraagen van de Heer van den
Brouke wiert dit navolgend geantwoord.
1 Vraage.
O f de bezetting, zoo als zy nuwasy niet
zou können vermindert, en tot ’tgetal der
manfcbap , waar op die voorleden was y be-
Antwoord.
Z y hadden niet alleen dat getal; maar
veel eer nog meer manfchap van nooden,
die z y , om redenen, hier niet byvoegen.
z Vraage.
, O f men hier zoo veel graan niet zou können
aanwinnen, dat men geen ryß meer van
Batavia zou beboeven te brengen • en dat
men 00k de fchepen zou können voorzien.
Antwoord.
J a , by aldienHottentots Holland daar
toé gebruikt, en van naarftige boeren
voorzien wiert.
Ook had men in de twee voorige jaa-
aan ge wonnen,
« Xde Compagnie, - 144^ >mudden
* ¿de Vrylieden, - zoo^jTarw.
o f te zamen iZs laften.
Ook wierden ’er tot dien nieuwen bouw
meer trek-oiTen en bouw - gereedfchap-
pen vereifcht j alzoo dit land wel zooo
mergen, ofmeerlands, uitmaakte, waar
van men jaarlyks. wel 1 yoo mudden tarw,
rogge, en, zorider het te meften, dit
jaar nog wel 7 o f 800 mudden tarw o f
rogge zou können trekken ; doch men
oOKleelde. de prys der tarwe tot 7 guld.,
en de rogge to t f —10—o veel te weinig
te zyn.
3 Vraage.
O f e r totdie,landbouwsuitbreiding geen
flaaven noodig, en.welke , en hoe veel *er ,
daar toe de beße zouden zyn.
Antwoord.
Ja , en zouden iyo o f zoo Angoolze
daar toe de beite wezen.
4 Vraage,
Hoe veel een laß tarw dl E. Compagnie
komt te ßaan, en of ’t niet voordeeligB wezen
zou , de Vrylieden daar mede maar te
laaten begaan , om hen dus ook ’tloopen na
de Idpbuizen te beletten.
Antwoord.
De Heeren Borcho.rfi en de Cretfer oor-
deelen, dat een laft tarw de E. Compagnie
meer kofty„ dan het waard is, en
dat ’t verpachten vao.dien aan de Borgers ,
1669. 1669* van paaren feboenen voor Indien zou können
onder vafte Borgtogt, veel beter wezen
zou.
Ook waren ’er bevoorens door de Heer
Ryklofvan Goens maar 3 Taphuizen toe-
geftaan 5 en fchoon ’er nu vry meer in-
geflopen waren, zooftonden die tot. 3 of
4 , die genoeg waren, gebragt te worden
, mits dat men ook aan Moßaart de
magt lie t , ,om Mom en Franfche Wyn
te verkoopen.
f Vraage,
I O f men, om de bezetting te, verminderen ,
de Borgers, door hen eenige. gunßen en zoe-
tigbeden toe ßaan , niet in grooter getal zou
können berwaarts lokken.
Antwoord.
De Heer van Goens had dit by zyne
Initru&ie, in ’tjaar 165:7. hier gelaaten,
al mede, en de Holländers beit daar toe
geoordeelt 5 gelyk de twee bovengemelde
Heeren mede toeltemmen , endan moeit
men aan de Vrylieden de voorregten van
te viflchen, te jagen, wild te ichieten,
timmerhout te ryden , en eenige andere
vryheden , op de yeeteeling en de land-
bouwziende, toeitaan; en hen wat meer
voor hun koorn eeven, behalven dat zy
ook op ’tgoed geloof, o f voor geld, als
zy ’t hebben, van meer trek-oflen, melk,
enz. voorzien worden y en dan twyffelden
zy nog, o f dit wel zeer veel totvermin-
dering der bezetting helpen zou.
6 Vraage.
O f men , by fcbaarsbeid van brandhout,
na V zelve niet elders beboorde te doen zoe -
keny en, bojfchen gevonden hebbende, met
de Vrylieden , tot verligting van dien % te
handelen, om daar ^ tot dat bet hen van de
E. Compagnies afgehaalt wiert , te blyven
leggen y te meer, alzoo de Retourvloot ook
veel hout van nooden fieefty dat op Batavia
ook geld koßj en hen zeer belemmert.
Antwoord.
De ervaarenite landgangers zeggen,
dat ’er Beooiten de Kaap, tot in ,de
Moflelbaai , en Noordwaart tot in St.
Heleens - baai aan de zeekant, ganfch
geen hout, dat men bequaam herwaarts
zou können brengen, te bekomen, en
dat het vrugteloos is, om daarom te denken,
alzoo ’tnaaite hout wel 1 myl van
itranditaat, behalven dat men, om de
ondiepten, in de Houtbaai, o f in Kaap
Falfo - baai, niet zou duryen loopen.
7 Vraage.
O f 7 niet beter was , dat de Vrylieden
alle ßeeny pannen, houtwerken, enz. aan
de Compagnie leverden , dan dat zy dit alles
nu 'zelfs bezorgt.
Antwoerd.,,
J a , mits dat men de kpornmoolen en
de leertouwery , alzoo dit weinig koil ,
aan zieh houdie.
snh 8 Vraage.
O f men van 7 leder hier, gpen gpoot getal
van
maaken , en hoe veel een paar kofien zou,
alzoo’’t op Batavia 38 fiüiv. geld.
Antwoord.
t Dezc zouden wel voor een geringe
prys te krygeii zyn , als ’er maar lchoen-
maakers genoeg waren.
.v > -Stj ■< >p Vraage.
' O f men hier voor Batavia , en andere
plaatzen , niet wel 400 of foo brand-
emmers zou können maaken, alzoo deze beter
, dan die van. de Kuß, zyn.
' * Antwoord.
J a, als ’er maar lieden waren, om die
te maaken.
10 Vraage.
: O f hier geen grooie menigte van Tyger-
vellen, SXyger-boshaften, Jakbalzen-vellen,
en andere pelteryen, te bekomen zyn.
Antwoord.
Zeer weinig.1
1 Vraage. '
O f mendoor 7 aanteelen vdnJbataitas,
niet veelverkins, tot dienfl der fchepen, zou
Antwoord.
Ja , doch men zouze moeten opfluiten,
op dat zy geen fchaade aan de thuinen
zouden toebrengen.
i z Vraage.
Hoe ’ er met de vifch, die men hier vangt,
gehandelt y en of die niet ingezouten wort y
Boe y door wie, en voor hoeveel, zy aan de
Compagnie wort gelevert ?
Antwoord.
Zy word in deze, en in andere baajen,
dbor de Vrylieden gevangen, ingezouten,
door eenige börgers, die verlof daar toe
hebben, gedroogt, -en regen 3 - 1 z - o de
roö aan de E. Compagnie gelevert, en
tot onderhoud van naare üaaven , dat al
verre direkt,' gebruikt. En zoo de boe-
ren hun zeekoejen-vleefch en fpek (dat
zeer imaakelyk is’, fmaar dat zy ook Zelf
noodig hèbben ) verkoopen wilden regen
'i ftuiv. ’tpond,; zou-’t de E. Compagnie
veel aan fpek eh vleefch uithaalen. Ook
•wiert de vifch wel aan de fchepen verdreht.
13 Vräage.
- Alzoo de Heer van Quaalbërg aan de Heer
fBorchorlt maar 174 runderen , en 315"
fchaapen overgelevert had , en 1er nu fo8
runderen, en 2.199 fchaapen "( en daar onder
maar 711 Hottentotze ) waren , waar dit
merkelyk verfchil van daan quam. En zoo
dit door bezendingen landwaart in gefchied
zy. f -of 7 niet voordèèligfl wezen zou, dat
de Vrylieden ons die beßelden.
'Antwoord.
Door inruiling en landtogten, die hoog-
noodig zyn, alzoo ’er te weinig vee ge-
bleven was} doch alzoo de Heeren X V l I .
’t houdén van thuinen en beftiaal, by den
van den z6ften April 1668. afgefchreven
hadden, zoo was dat zedert afgefchaft,
en volgens befluit van de Heer Janlbys-
zoon aan de E. Compagnie verkogt, waar
door dit getal zoo merkelyk, vermeerdert
was ; doch oqa dat men zoo veel, als
wel noodig was, van de Vrylieden niet
bekomen kon , was men wel genood-
zaakt landtogten te doen, hoewel ’tgeen
voordeel, maar fchade is. Ook zou men ,
door ’tvee van de Vrylieden te koopen,
de Hottentots dwingen nader by te körnen
, en dan zou hun vee ook, ’t geen
wy nu mager krygen eer ’thier is , veel
vetter zyn.
14 Vräage.
Alzoo jergeant Pieter Kruithof nu al 6k
was, om een 1
de Namaquaas te maaken', en hy nog niet
opdudgt, Wat daar van te denken zy. ‘‘ ‘
Antwoord.
Hy is reets wedergekomen, en gaf in
’ ttoejkomende (alzoo hy nu maar eene
Kraal aangetroiferi had ) hoope, dat zieh
'alles wel fchikken , en dat zy nader by
zouden komen., Ook had hy by hen 67
runderen en i fo fchaapen ingeruilt.
• i f Vraage.
Hoe de Vrylieden, die 4697 fchaapen be-
zitten, aan de zelve komen 9 alzoo de fchepen
doot de E: Compagnie verzoTgt worden.
Antwoord. 1
Door ilerke aanteeling , _en ’t gering
vertier hier, alzoo zy aan niemant, dan
aan de E. Compagnie, ’er mögen verkoopen
, ten waär zy däär toe verlof bekomen
, - die zy dan tegen 3 lluiv. ’tpond
verkoopen.
16 Vräage.
Hoe veel wyn hier in deze z laatfle jaaren
gevdllen zyy- zoo by de E. Compagnie , als
by de Vrylieden. En alzoo de Kaapze wyn
tot vöorraad en gebruik by haar Edelheden
op Batavia afgefchreven is , wat men dan
voortaan met de wyn, hier vallende, doen
zal.
Antwoord.
Voor 3 jaaren was hier weinig wyn,
en maar tot een proef; doch in de z laatfte
jaaren by de Compagnie 2z- aamen , en
in 3 jaaren by de Vrylieden yp dito ge-
perft, en alzoo dit jaarlyks toenemenzal ,
zal die menigte hier niet können vertiert
worden.
17 Vraage.
Alzoo de Heer Extraordinaar Raad van
Diam by zyne gelaufene ordre op den z8ßen
Mey 166 j . belaß alle voorraad, die by de
boeken loopt, te waardeeren, om wat reden
dit nagelaaten zy. Gelyk mede , dat geen
Iweede perfoontegelyk de boeken endegeldkas’
houden mag, daar nu den Difpenfier Granaat
de kas hielt, dat nog veel erger was.
Antwoord.
Sehoon’ dit niet nagekomen was, had
R 4 men