
B Y Z O N D E R E Z A A K E N
V A Ñ
J A P A R
E S D E H O O F T S T Ü K ,
v a i T r MtzenyM u o f ¿f. 1604, «**• gedttan., De Stad Sanga, en ’/
Kdfteel Lufois. De Steden Coerme en Jannagawe. De hefte Japanfche Thee by Iß *
phaja. De Stad en ’t Kafteel Courme. De Grenspaal van ’t Landfchap Fifien, enz.
De gedaante der menfchen hier anders als elders. En wadrom. Overgang uit Tfukifen
in Boyfin* en kotnft in de Stad Coeora. ’t Eiland Saykoks. Landen onder den Heer Van
Zatfuma, on en w ujía*at* er c, -valt._um!,. Goede KTunue ordre orare op vp aues,alles , tot ae de reis dienende, aailmhieerr.. ’tt VVlieekk
Semimfeki. De Landfehappen Bongo en Souo. Het EilôHd Çicoko. De groote Stad
Fvroßma.v a 1 ’/ Landfchap ~: r 7 «Bitfihoe,HvPBP De «Stad «’•«rew en ’»t wmmr.Kafteel wwuttc*.Miwarra. jue De otaa Stad en en V
t
Kafteel J\ajteet Uos Oos dp op Jio. De Gezant van Corea rud ruft doorgaans Annvar.mc />*>op Soua.Rmin De Tie Stad c+ej en’t Ka-
tr.
Aaßeel vp man en ’tK a-
fieel Imabarri.Imabarri. De
De St/Stad l.Æ en *'t t Kafteel fC/tßool S/Squiamma.etùrurnnm.e. De Staden 't Kafteel V -H - .1 er*Takamats. » D n '.
t
Stad ' Okojamma.Okojamma. j
De Dt
Stad Öko. De Steden Akais, en Ñengo. De-Staden'tKafteel
Ammakafach.nakafacki. Ofac
Ofacca.■cca
Aanmerking over de reize hier te nemen. Nader befthrnimvan
qpzeStad,Stad , en en’t ’t K&
Kafteel mm
van Ofacca. De Stad Miaco. De Stad Oots, en ’t M eir’er
P •waar in veel Sc ’alt
De I
Stad guano, 't Landfchap Owa-
. De Stad Mia. De Stad Nangoya met H 't Kafteel.kafteel. Mia MÏàfen en *’t Kafteeltje Kaftkltje nader 'm kr Te-
ie-
- I -..... BBBB---H tanunr, jvjbrntn. * .
Mikanpa. f D ejta d jofin d a . Landfchap fotomi. D t
Stad Fammamats. De Stad Kackingawa. De Stad. Surmga. D i Stad Odowartà.
Een Meir boven er op. Salm, en andre vifch 'er in. De St ad Jedo. J En Kamakor a
Hoe verre Nangafacki van Jedo it. ’t Getal der Steden, Flikken -, 1 Dorten tu/Uheñ
beiden. Optogtvan Nangafacki fot Jedo A . 1584 gedaan met een nette Lyft der plaaf.
Jen en mylen. De Japanders zeer vrugtbaar, volkryk, en werden oud. Wetenvaniien
peft, buiten-reizen, noch. Oorlog. Wat 'er in Jedo door ’t Opperhoofd, enz. gedaan
•juerd. Hoe men ten Hove gaat. En wat ’er vorder gefchied. Jedo hcßhreven. Zeäert
wat tyd de Keizers hier H of hielden.
1 A ’t yoorftel dezer Opper-
I hoofden', benevens eenigc
I tweeden, zouden wy niet on-
J L t gevoegelyk oordeelen hier
op te laten volgen de byzondre' naamen
der Steden, Vlekken, en Dörpen, die
in de op-tocht van de Heer Friftus na Jedo
voorkomen, en waar by wy de my-
lcn, en de verheit van ieder plaats van
malkanderen gevoegd hadden 5 dog om
geen tweemaal een zaak te melden,
oordeelen wy beft een later optogt der-
waards, A. 1^84, 168? en 1686, en
voor al A. 1702 gedaan, hier voor te Hellen,
te meer, alzoo wy daar in groot
verfchil in opzicht van verfcheide naa-
qjen der plaatfen, en voor al in opzicht
vandemylen, zouden bevindenjcfogom
*5 nette te weten, moet men zig na
de Lyft der verheit, uit een Japanfche
gedrukte-Lyft uitgetrokken, en na de
optogt, A.. 1702 gedaan, en volgende,
alleen richten.
Op welken lateren optogten men wel
Zoo veel ftaat, als op dien van de Heer
Friftus, zal können maken , om dat ze
door drie byzondre Opperhoofden gedaan,
en aldus, gelyk men die hier ver-
volgcns opgefteld ziet, door een Lief-
hebber, die de zelve toen mede gedaan
heeft, ons opgegeven is.
Gfnftandige btfchryving der opreize
van Nangafacki na de Keizerlyke
Hoofd-Stad, Jedo, in Japan,
in de jaaren 1684, iö 8 f , en
1 686.
Na dat de afgepakte febenkagie-goede-
ren met de groote bark, die de £. Maat- E?n öp
fchappyinhuurheeft, ontrent 3 weefcen
voor a f na Seminofeki waren gegaaniHof, A
vertrok het Opperhoofd met zynbyheb- 1684-01
bende Nederlanders, die gemeenlyk in seä” ”
drie a vier perfoonen beftaan, op den
iyden van de Sbngnats , o f der Japan-
ders eerfte Maan, uit Nangaiacki, even
buiten de Stad tot Mangume,vei’zeld
zyndc meteenopper-Keizer-, eneenbn-
der dito Banjoofen o f Edelliedcn, nog z
Stads wagters, (die zy gemeenelykmede
Banjoofen noemen j maar het zyn geen
Edellieden) 2 Tolken, 2 Schryvers, z
Koks, en ontrent 14 Dienaars, o f 60k
wel meer.
W y wierden üitgeleid van den Bor-
gemeefter des Eilands* en van alle de
Tolken, de welke, eer zy hun aflcheid
nemen* wel rykelyk voor hunnen gang be-
taald moeten werden, waar mede zy ons
een behouden reize, en een fpoedig gehöor.
by zyn Majt., wenfchen.
Daar op namen wy onzen weg, die
hiear
¥ A Jf | A
hier 3 mylen verre zeer ongemakkelyk
is, tot aan het Dorp Tokifs, in ’t O.
Z . O. van den Omerafen inbogt, van
waar na den eeten met de Heer van 0 ^ -
ra zyn bark (die zyn Ed, op die tyd tot
onzen dienft en gerief aldaar vaardig laat
höuden) gemelden inbogt, die Japanfche
mylen wyd is, tot aan het Dorp Se-
nunge overvaaren, latende de Stad, en
’t Kafteel van Omera in ’t Noordelyke
van deze Baay agter drie a vier Eiland-
jens leggen.
’s Morgens vertrekt men van daar over
het fteil gebergte } mylen, tot aan het ,
Dorpje Oriilimo, daar men een natuur- !
lyk kokend bad, en verfcheide der voor-
naamftc Porcelyn-aarde bergen, zien kan.
Hier verwifleld men Paarden, vermits
men hier een fcherpen togt over ’t gebergte
gehad heeft.
Daar na reift nien noch 5 mylen tot ,
aan het Dorp Sinota, om ’tmiddagmaal
te höuden.
Na den middag reift meneengemakke-
lyken weg van y mylen door dcDorpen
Nariflio en Ornats tot in de Oda,alwaar
w y vernachten.
De Stad Daags daar aan trekt men door 6 a 7
Sanga, en Dorpjens, als mede door de groote Stad
tKafteel Sanga, de Hoofd-plaats vari Fifien,daar
Lufiois. jbefte' Thee groeid. Beooften de zelve
ontrent i myl legt het Kafteel Lufiois,
.daar dezen Landsheer zyn verblyf heeft.
De Stad Sanga heeft een groöt gerief
vän eenige Rievierkens, die van daar in
de groote Arimafe inbogt (daar wy
hier, fchoon buiten onzen weg* wat van
aanhaalen zullen) zieh ontlaften ', zoodat
men te water, en te lande na verfcheide
plaatfcn gemakkelyk reizen kan, ’t welk
de gemelde Stad zeer neringryk maakt.
DeSte- Even het zelve hebben 00k de Steden
den Cour-Courme, en Jannagawe, zynde in ’t
meen Land van Tfickingo, digt aan de voor-
Jannaga- noem£je bocht van Arima, gelegen.
In ’t af komen van Jedo neemd men
veeltyds den weg door Courme, en verder
met fchepen uit Jannengawa , o f Jannagawe
(welke Landsheer 4 aanzienejyke
wrik-barken befchilct) over een water van
i 8 Japanfche mylen, tot aan het Dorp
Ifiphaja, van waar men in 3 uuren door
het Dorp Jangami in Nangafacki komen
kan.
, Meergemelde Arimafche inbogt*Welkers
ingang het Landfchap Zatfcma beooften,
den hock Noma beweftch, cti
de Eilanden Ämaxa tuffchen beiden leggen
heeft, loopt eerft Noordwaards tot
voor by Arima, van waar men, zig noordwaards
om buigende, längs de Landen van
Fingo , Tfickingo , en Fifien loopt.
Öm de .Weft ftrekt zieh een diepe inbogt
: alwaar men tufichen den hoek
Tackafacki j en ’t hooge Land van Simabara*
na ’t voornoemd Dorp Ifaphajä
o f Ifiphaja vaart. v,
Om en by ’t zelve Dorp1* o f Vidkjen, De beft«
valt 00k veel * en al van de befte Tapani Japankhe
fcheThee. (
Men ziet dan uit het bevörens ter ne-
dergeftelde, dat deze Zee-boezem zoö
dicht aan Omera paald, dat ’er tulfcheii
’t Noordelyke van de Omerafche Baay*
eh de Arimafche inbogt* naauwlyks 1
kleen myltje Lind vaft is, ,’t welk in ’ü
gaan yan Ifaphaja na Nangafacki aan
weerzyden gemakkelyk kan -gezien werden
,O
m nu de reize wederom te vervorr
deren * ipoed men zynen weg door
,’t voornoemd Sanga f mylen, en ver-
volgens hoch 2 dito tot in ’t Dd!rp Kan-
iäcki, om ’t middagmaal ’er te houden *
daar ons getoeenelyk kleene Karpers op-
gedifcht werden. y
’s Namiddags gaat men door het Dorp
Toutorocki 3 mylen, en voorts tot in ’t
vlek Tayiero 1 dito, alwaar men zyn
nächt^ruft holid.
. Tufichen Toutorocki en Tayfero ziet DeSta<i
men ter rechterhand de Staden ’t Ka- en't Kafteel
Coerme leggen. fteel
Üit Tayfero reift men 3?. myl* ont- Gocrmc'
moetende ter h’nkerhand een breeden
w eg , die na de Stad Fakatta loopt, en
aan de rechterhand ziet men 13 verheve-
ne Gravcn, daar zoo veel hoofden der
wcderfpannelingcn (zoo die genaamd
werden) ln leggen, die, ota dat zy zig eenige
jaaren voorleden tegen hunne Landsheeren
aangekant hadden, hier tot eeri
fmadige gedachtenis aldus noch overge-
bleven zyn.
Een vierde myls verder fcomt men in
’t Dorpfam^ie, doch als men in ’t wederom
komen over Courme na Nangafacki,
zeild , flaat men hier de weg ,
uit Jamaie körnende, ter linker-hand af.
Hier gaat men in draäg-korven,omover
’t gebergte Fiamits, dat redelyk hoog
is, gevoerd te werden, tot dat men, na
een reize vän 3 mylen,in ’t Dorp Ootci-
no komt, daar men gewoon is het mid-
dagmaal te houden.
Wanneer men nu noch 3 mylen verder
gaat, neemt mien geiheenelyk zyne
nacht-ruft in het Dorp Ifocka, (of Itska)
daar de Rievier Sakain zieh längs heften
krQtnt.
„ Ontrent i | myl buiten Tayiero ftaat
een boom, en dicht daar by pok een
merk-paal , :alwaar de drie Landfchappen
Tfiikifen, Tfickin go , en Fifien, zieh
vän inalkanderen fcheiden.
Uit Fifien komt men in Tlukifeti, en u e
Tfickingo blyft aan de rechter hand. paalvan 't
U it Ilouka loopt de weg längs de ge- L*Dd-
melde Rievier, die men in 3 naylett rei-
zens tweemaal moet overyaareri. . ’
H j T er