
2 B E|S .C llr R- Y V I
wy ’er verfcheide van"gevangen hebben.
Men ontwaart de zelve wel 500 mylen te
vooren , eer men uic het vaderland aan
de Kaap komt, vliegende g'öftadigs heen
enweder, even als of zy de ichepenvöor
gidzen cot aan de Kaap dienden , en als
men (van daar vertrekt, blyven zy de
fchepen Beooften de Kaap nog wel 6 of
7oq;piylen, als men na St." Paul en Am-
fterdäin zeilt, die’er 8oö“mylenvan daan
leggen, nog al by, niet tegenftaande de
ongemeene fwäare winden , die men
doorgaäns daar heeft.
Het._tw.eede teeken van aannaderjng
beitaat in zekere rieten of ftronken met
haare, wbrtels en tladen, van^ePortu-
geezenTrombas, en van ons Trotiipetten
genaamt 5 maar dan is men al na by.
Qok b.egint. men dan hoe langer hoe
meer een ander foort van vogels , mede
Kaapze vogelen genaamt, te vernemen.
De Portugeezen hebben de zelve
jHcattafasi, Mangas de veludos , dat is
fluweelemouwen genoemt, en men heeft
’er meer anderen, die wy doorgaans den
naam van Mallegaazen, Jan van Genten
( een foort van witte meeuwen , en zoo
van Jacob van Nek genaamt) en malle
meeuwen geven , zynde die eerfte een
ioort van groote vogels, die wit en graauw
gefpikkelt van veaeren 5 doch aan de
einden fwart en zoo zagt van veder zyn
als fluweel, behalven dat zy aan hun ge-
duurig klapwieken zeer wel te kennen,
en van anderen te onderfcheiden zyn. Als
men dcze ziet, mag men wel vafte ftaat
maaken , dat men niet boven 2 of 3 da-
gen van de Kaap is.
Zeldzaa- zekerfte voorteeken egter is de
me mis-wonderlyke miswyzing van ’t Cdmpas,
wyzing die men hier heeft, en die men ’s morgens
Compas met ’toPkomen5 en ’savonts by’tonder-
hier. gaan van de zon zoo klaar en zoo vaft
ontdekt, dat men niet de allerminfte reden
heeft, om aan de waarheid te twy fielen,
gelyk dit de ondervinding beft leert.
Men bevont in ’t jaar 1714. wanneer ik
daar laatft was , dat de miswyzing van
het Compas daar op 11 graaden, N oord-
weftering was j maar dat het verwonde-
renswaardigfte hier voorkomt, is , dat
men voor yo of 60 jaaren , en zelf nog
in laater tyd , hier een miswyzing van
eenige graaden Noordooftering plagt te
hebben, dat zoo wonderlyk veel (gelyk
de fcheeps- en zee - verftandigen weten )
van malkanderenverfchild, dat men daar
op zeer gemakkelyk of een ichip verzei-
len, of noit het land van de Kaapvinden
zou. By St. Paul en Amfterdam plagt de
Noordweftering miswyzing op z f graaden
te zyn, en nu is zy al op 26.
Deze ontdekking met de Peyl-com-
paflen is men aan deEngelfchen verpligt.
In ’r jaar iö8y. bevonden de Franfcne
N G-‘ E V A N - D E J
Paters de miswyzing hier van 11 graaden
en 30 min. te zyn, ’tgeen met de beyin-
ding van ’t jaar 1714. een halven graad
verfchilt.
Men doet dit fwaär en als aän feen ge-
fchakelt hoog en bar gebergte al van zeer
verre in zee pp, en wanneer wy in %jair
170y. dit ’s morgens zeer vroeg eerft ont-
dekten, waaren wy ’er nog wel 16 mylen
af.
Wy hadden her zelve zoo ras niet n*-
n Groote
koude
jZien, of wy bevonden het dien dag ,...., ,
de DierkeZ. winden in ’taandoen van de ’t aan-
Kaap zoo koud ,. dat my.de . toppen der doen v;
vingeren als ongevgelig ’er af geworden ,|:.lanci
warevn , en als het langer dan tot ’sha-hier'
middägs geduurf*had',Äzouden wy"andere
middelen hier tegen hebben moeten gc-
bruiken', dan'met die wakker “(geLyk Wy’
deden) in een te wry veri^, \>f ih de mouwen
van myn Japonfche rok te fteken j maar
als menwat digter ontrent de wal komt,
iluiten die winden, en houden volkomen
°P 5 getyk bet dan ook ten eeriten warmer
word y doch door dit doodwaajen
van die winden op dit land , alzoo men
dan wat digter onaer het gebergte komt,
kan men door die. teilte zeer ligt in groot
gevaar raaken van tegen zekere klippen,
ontrent de ilaart van den Leeuwenoerg
gelegen, te dryven, en in körten tyd in
Itükken te ftooten, gelyk zommige fchepen
dit tot haare ichaade ondervonden
hebben. Ook zyn wy, wanneer wy de
mond der baai naderden, vry lang in datDubbe
zelve gevaar en al zeer digt by een van gevaar
deze klippen geweeft, gelyk wy ook ge- “esSch
*'''Aj”''aKt waren on-7e noodzaakt waren onze ifrchhuuiirt umiVt tt*e zet- Jveerus’,ddlj
ten , en het ’er maar pas af te roejen, h e i d i
dat egter meeft door kregelheid der ftuur- tw e e
lieden tegen malkanderen byquam, alzo6^uurlic
de een de fchuit ten eerften ten dien
einde wilde buiten gezet hebben , on de
opperftuurman oordeelde, dat het’er nog
niet op aanquam , welk onvoorzigtig
oordeel ons dus zeer ligt aan ’t verlies van
ons ichip zou hebben geholpen , gelyk
een ander fiuurman op myn laatlte reize
derwaarts, had ik niet beter , dan hy
uitgekeken, en ’tland van de Kaap niet
beter dan hy gekent, ook oorzaak zou
geweeit zyn , dat wy de Kaap zouden
hebben voorby gezeylt, dat ons , alzoo
wy toen geen2o gezonde menichen meer
aan boord hadden, zeer quaalyk zou ge-
komen hebben , en wel oorzaak van
’t verlies van dit fchip zou geweeft zyn.
Zoo als ik ’s morgens het gebergte van
de Kaap zeer klaar neyens den • opperftuurman
zag, ontdekte ik zeer onder-
fcheidentlyk den Tafelberg, den Windberg
en den Leeuwenberg, dat ik wel tegen
hem zeide } maar hy V een groote
dwarsdryver (fchoon hy noit, dan in zyn
jeugd eens als jongefi , aan, de Kaap geweeft