
jjpj, Portugeefche natie alhier , en buyten de
zelve vind men van hen ook geen andre
gedenkteekenen op dit land.
Engel- P at de Engelfchen en Franfchen hier
fchen en eenigen tyd voor ons aangeweeft zyu ,
Franfchen om water , en ververfching te zoeken,
er* wort by de onzen vaftgeftelt, hoewel ’er
weinig andere blyken van zyn , dan dat
de eerften hier al voor de komft van den
Heer Matelief eenige fchaapen, om voort
te teelen, op dit land gezet hadden.
In ’tjaar 1706. in Januari verhaalde my
de Heer Adriaan van der S te f Landvoogt
van Amboina, dat zyn Ed. in zeer oude
fchriften van zyn Heer vader gelezen had,
dat deKaap allereerft door de Franichen,
en wel door een Ridder , die daar met een
vloot quam , ingenomen zy. Het jaar
van des zelfs komli: daar was zyn Ed. ont-
gaan j doch ftont hem nog zeer wel voor
gelezen te hebben, dat die Ridder de Hottentots
vyandig gehandelt, en op hen ge-
fchoten had, waar over z y , de kragt van
*t kruit nog niet kennende , in ’t eerft
wel zeer verfchrikt, maar daar na ’er met
alle man op ingevallen waren, dien Ridder
zelf omgebragt, en de verdere Franfchen
opdevlugt gejaagt hadden. Een geval,
dat ik meer heb hooren verhaalen, maar
dat ontrent 20 jaaren te vooren, eer wy
ons hier vaft maakten, is voorgevallen ,
na welken tyd deze plaats door de Engelfchen
weer aangedaan ; doch, alzoo zy
die toen nietal te gelegen bevonden, van
hen weer verlaaten is.
Komft eer^e N ederlanders , die hier te land
der Ne- traden, zyn die van de 4 eerfte uitgezon-
derlandeisdene fchepen naIndien, o f de metgezel-
hier in len van Cornelis Houtman geweeft , die
t jaar den zdea Augufti i fp f . ’á avonts ten 4
uuren de vafte wal ontrent Cabo d'Aguilitas,
f my len N . O. ’er a f, ontdekten,
en den 4den dito in de Agoada de S ambras,
o f in de St. Heleens - baai, ontrent 47*
mylen van de Tafelbaai,j — - v »»»-»ui««, t«eynu «anmkeur gquuaarnen
, alwaar zy den f dcn dito met hun
agten, en daar na fterlcer, na land voe-
ren , en by eenige Hottentots quamen,
die hen voor yzer beloofden vee te geven.
Naderhand, en byzonder den ydca dito,
wilden de onzen voor een ftaaf yzer, en
nog eenig geld, 6 fchaapenruilen; doch
kregen hier over gefchil met de Hottentots
, om dat men die ftaaf niet verdeelen
kon 5 hoewel zy daar na weer vrienden
wierden , en beloofden meer vee te haa-
len. Ondertuflchen ontdekten de onzen
hier, ontrent de waterplaats, een fteene
fchans, waar uit hen toefcheen, dat die
door Europeers gemaakt was, om zieh
daar in tegen de Hottentots zeker te flel-
len. Z y vifchten daar eenige oefters,
waar in zy paerlen vonden , en ondertus-
fchen quamen de Hottentots met hun vee
aan, van welke zy voor een quaad houw- 160t
mes, o f een onden diflel, een fchoonen
os, en dusvervolgens veel vee inruilden
’t geen zy nog veel meer zouden gedaan
hebben , zoo zy maar meer yzer (daar
zy zeer op gezet waren) by zieh gehad
hadden. Z y verzeilden den 1 i dea Augufti
hier van daan , zonder dat ik zien kan,
dat hen hier eenig leed gefchied is.
Paulus van Caardcn quam den 8ftea Juli v r
itfoi. hier met de fchepen Nederland, dento
en de Vereenigde Landen, in een baai, ’t jaar
ettelyke mylen Beooften de Tafelbaai, ^
die hy , om dat hy ’er geen andere ververfching
, dan moflelen, v on t, de
Moftélbaai noemde. Hy vont daar 7
Hottentots en 1 Hottentottin , die hem
beeften beloofden te brengen, doch hun
woord met hielden. Hy zag hier z zee-
paarden verfcheidemaalen o p ’t ftrand komen,
die zeer groot, envan eenvreeze-
lykegedaante waren. Den i4d«“ dito vertrok
hy van daar, enquam in een andere
baai ten anker, daar hy veel often, kal-
veren, en fchaapen kreeg, die hy daarom
de Vleefchbaai (gelyk men die op 34*
graaden Beooften Kaap d’Aguilhas leggen
, ziet) noemde.
Hy vertrokvan daar den z i fiendito, en
quam toen in een andere baai , op 34a
graaden gelegen, bleef ’er totden jo ““ ,
vertrok toen, en quam den zd' ” Augufti
in de Vilchbaai, daar hy groote zcepaar**
den in de rivier za g, verruilde y fchaapen
voor een klein ftukje yzer , ving hier
veel fchoone vifch, en gaf daarom dezen
naam aan deze baai, uit welke hy den
24ftcn vertrok.
In tjaar itfoi. quam onze zeevoogt, En Snit-
Jorts van Splbergen, den iy d« Novem-Sgen
ber m de St. Heleens-baai ten anker-
doch keerde , na verfcheide maalen van
hier verzeilt te zyn, hier weder 5 ging
’er aan land, v in g ’er veel vifch, en zy
zagen ’er eenige dieren, en veel vuuren.
maar geen volk.
Den zoftca dito van daar verzeilt en
den z8flca dito de Saldanha - baai voorby
geraakt zynde , quamen op dien zelven
dag voor een eilandje ten anker,' dat hy
Eliiabeths - eiland noemde , nu met den
naam van het Daflen - eiland bekent. Zy
vonden daar veel fteendaften, zeerobben,
pinguyns, en meer andere zeevogels.
Hy verzéilde den zpftcu dito van hier,
quam den zd“ December v o o r ’t Robben-
eiland (dat h y ’t eiland Cornelia noemde)
in de mond aer Tafelbaai ten anker, daar
hy aan land ging , en eenige pinguyns
van daan bragt} doch, wel ziende, dat
het hem hier niet geleek , verzeilde hy
nog dien zelven dag ’s avonts , en quam
den 3den dito tegen den middag wat die-
per in deze baai ten anker.
Hy vont dáar’t jagt de Pinas, d a t ’er
1601. rdagen voor hem al gekomenwasj ging
daar op zelf na land , gaf laft om hier
een tent op te flaan , en de zieken van
beide de fchepen aan de wal te brengen,
en droeg verder, door’t ftellen van eenige
ftukken en wagten, voor de zelve zorg,
dat zy van geen Hottentots iets te vree-
zen hadden.
Den f dcn dito quam zyn onderzee-
voogt hier by hem , die zedert den zoftca
November, dat zy uit St. Heleens - baai
vertrokken, van hem afgedwaalt was.
Hy zont oòk eenig volk laqdwaart in
om vee j doch zy vonden geen menfchen,
weshalven hy eenig volk na ’t Daflen-
eiland met eenig zout zon t, om daar
daffèn , pinguyns, en andere vogels tè
vangen , en die in te zouterf.
Hy noemde deze baai (die op134 graaden
en 30 min., en ontrent i f mylen,
hoewel a,ndere dit maar op 6 ftellen ,
Benoordenden regtenZuidhoek legt) de
Tafelbaai, naden berg daar ontrent, die
tyds met wölken al eens gedekt
den Tafelberg noemde. Hy vont hier in
zekere rivier landwaart in, Rio de Jaque-
lim genaamt (welken naam al mede nog
een overblyfeel van de Portugeezen, en
dat waarfchynelyk een zoete rivier is) veel
vifch , als karper , die zeer goed van
fmaak was.
Hy vertrok van hier den Z3ftca dito,
ging toen weer voor ’t Robben-eiland
tenanker leggen, ftelde hier opeenftaak
den naam van beide deze eilanden, zette
daar op 1 koppel daflen van ’t Daflerieiland,"
ving ’er-veel pinguyns, ert 7 o f
8 fchaapen , die ’er door de Engelfchen
opgezet waren, om voortte teelen} doch
zyn reize zien kan) ganfch niet wel ge- 1607.'
weeft. •
De zeevoogt, Cornelis Matelief dejonge ,
quam den i z dcn April 1608. hier in de
Tafelbaai ten anker , daar hy z Hottentots
aan boord kreeg , welke hy alle
vriendfehap bewees , en aan welke hy
bifeuit, arak, koraalen , en bellen om
den hals gaf.
' Aan land gekomen zynde by den Op-
perkoopman, dien zy daar vonden, klaag-
aenzy niets aan boora gekregen te hebben,
waar op hy hen eenige ftukke.n kattoene
lywaad gaf.
Hy dede ettelyke landtogten (gelyk
men dat in zyne beichreven reize kan na-
zien) ook den i£>den dito een togt na
’t Robben-eiland, waar op hy 6 ichaapen,
o f 4 oyen, en z rammen, om voort te
teelen, bragt. Hy vont ’er een fchaap,
diens ftaart wel zy duim dik , zp pond
fwaar, en enkel firieer was, zynde ook
’t vleefch zoo vet, dat men het niet eeten
kon.
Hy zette den ipden dito nog 14 andere
op dit eiland , zoo dat’er nu zo in ’tge-
heel, teweten, 3 rammen, en 1 7 oyen,-
op waren. Daar na fpy kerde hy een tinne-
plaat aan een Noordkapers been, en graveerde
daar op deze woorden : Matelief
heeft hier gezet den is>dcuJpriii6o8. twindie
hem itü byzonder wel quamen.
Daar na zeilde hy den Z4ftcadito weer
de Tafelbaai in , quam den 27**« op de
rheede, envont ’er toenzFranfche fchepen
van St. Malo, van welke Monfr. le
ßerdeliere zeevoogt, de Conneftabel de
Pitre onderzeevoogt, en welker piloot
maioor IVouter IVUleketis, een Nederlan-
per, was. Zy .bezogten malkanderen
eenige reizen over en weder, waar na hy
¿en jften januari 170z. van hier ver-
trok. n.
In ’tjaar 1604. den z4fteu Augufti zyn
de fchepen Zierikzee , de Höllandfche
Thuin, en de Gans hier mede in S t. Heleens
baai aangeweeft , daar zy van de
Hottentots veel vriendfehap genoten , en
hun onderzeevoogt, Jacob PieterSzoon van
Enkhuizen, verlooren, en begroeven. Zy
bleven ’er tot den 7 ^ September, en zyn-
toen na Indien voortgezeilt.
In ’tjaar 1607; is van Caarden den zden
•Februar i in een baai op 3f graaden en 10
doch aäar (gelyk men in
Hy leed hier aan de wal groote fchaade,
alzoo de Hottentots hem alles , wat zy
maar konden, ontftalen.
Hy vont hier veel naamen van Engelichen
uitgehouwen, die hier in ’tjaar 1604.
en den ,Z7ftea December 1607. geweeft
waren, en vertrok den zzften Juni van hier.
Paulus van Caarden quam hier den I4dcn
Maart 160p. by zyne te rugreize met 4
fchepen weer aan.
ln de jaaren 1610. en id r i. zyn hier
eenige.van onzejfchepen, etfindat laatrte’
jaar ook Engelfchen onder eenen David
Middelton geweeft j alle welke toen meeft
om water , ververfching van ichaapen,
en kruiden , en om eenig berigt van de*
fchepen, die'hier pas te Vooren geweeft]
waren, aangierden.
In die eerfte tyden was men gewoon
de brieven in een fteenen kas, die by de
onzen bekent was, te léggen } doch na
dat men gemerkt had, dat ändere.vreemde
Natien, die hier aanquamen, d^ar lugt van
hadden, en hier door kennis van onze geheimen
kregen, plagt men die naderhand
ook wel aan eenige vertrouwde Hottentots
te geven, om die aan onze fchepen
te beftellen.
Naderhand heeft men ook wel in deze
I o f gene fteenen, of groote zarken, de
naamen der voornaamfte hoofden van een
I fchip, metde tyd van des zelfs aankomft
I eq vertrek, doen uithouwen.
^ 2 Zul