
bezuyden Bilgaffi i n ’t N . en waar op I Om nu verder met een verftaanbarc
Alipoer, CangnerreCecrpoerTongien ordre van de Landen ten N . O. van
Boeina gelegen is, affcheyden, moeten|dat Eiland, waar op Harwa en Bedha
wy nog zeggen, dat zig drie a vier mylen
ten Z. O. van Bilgaffi, in de groote
Ganges, een Eilandje van twee a drie mylen
in ’t rond, dog drie a vier mylen Z.
Ooftelyker ’er zieh nog een, dat N. W.
en Z. O. geftrekt le g t, e n ’ t geen wel
zes mylen lang, eñ O . en W . maar twee
a drie mylen breed is, vertoond, bezuyden
welk laatfte Eiland men op des zelfs
middelofZ. hoek nog een kleen Eilandje
tegen de weller-wal aan leggen ziet.
Wanneer men nu nog wat lager de Ganges
afzakt, daar vertoond zig weer een
groot Eiland , dat O . en W . wel agt
mylen lang, en wel viera v y f, dog in ’t
Z. O. maar een myl, breed is, tcnZuy-
d e n van welk Eiland zieh nog twee zeer
kleene Eilandekens (’t eene tegen de
weiter-wal, en ’t grootftc van twee myl
in ’t rond, in ’t midden van de Ganges
leggende) met nog een vry grooter al mede
in ’t Z. vertoonen, welk laatfte zieh
meeft Z- en N . wel zes a zeven mylen in
de lengte, en ontrent vier a v y f mylen
in de breedte uytftrekt, zynde alle onbe-
woond, en zonder naam , tegen welk
laatfte Eiland weer een ander grooter in
’t Z. O. aankomt, dat zieh N. O. cn Z .
W . wel felthien myien in de lengte, en
v y f mylen in de breedte uytftrekt. Op
het zelve leggen in ’ t N. O. het dorp
Idrekpoer , vier mylen Z. Ooftelyker}
dog op een byzonder Eilandje in ’t O.
’c viek Cee'rpoer Fringij zes mylen bezuyden
Idrekpoer (wel zoo weftelyk)’t
I leggen , te fpreken , ^ moeten wy van
’t N. beginnen, en dûs na *t Z. komen
afzakken} ontrent vy f en vyftig mylen
ten N . O. van de ftad Harwa heeft men
het magtig Kóninkryk vanCosAflam,
of wel een gedeelte van ’t zelve leggen,
alwaar zieh in ’t N . O. en'zoo verder
na ’t O. en Z. tot aan Tipera, ’t Ko-
ninkryk van Afoe, pn tot by na aan den
Tròpicus Cancri, o f de Kreefts-zonne-
keer-kring, niet anders dan een zeer dicht
en'akelig gebergte vertoond, dat men
in ’t W . nog al pas benoorden de ftad
Bhareithella, die dertig mylen tdn N.
O. van Harwa legt, verneemd.
ftedeken Cafifelîa, en zes a zeven mylen
ten Z. W . van Caiifella het ftedeken
Sja'terapoeF} dog ten N. van’t ftedeken
Caiifella legt nog eén groot Eiland, dat
zig N. W . en Z. O. wel vyfehien a
fefthien mylen verre tot aan Bedlia in ’ t
N. W. uytftrekt,en dat doorgaansmeeft
drie a vier dog in ’t Z . O. wel v y f a zes
mylen breed is } hier op legt vlak in *t
midden maar een ftedeken, Piaarpoer
genaamd, längs het welke een gemeene
weg van Handiaal in ’t N* längs Safiada-
poer, en längs Bedlia tot aan de groote
ftad Decca loopt.
Uyt dit zelve gebergte ziet men, drie
a vier mylen boven o f benoorden ßha-
rèitella,eén zware rievier komen afftroomen,
Ten Z. O. van dat groot Eiland,
waar op Boesna en Ceerpoer Tongi'legt,
legt nog een groot Eiland, dat zieh in
de lengte wel zes a zeven en twintig
mylen verre N. O* en Z . W . enO. en
"W. zeven a agt mylen in de breedte uy t-
ftrekt, op het welke maar twee flede-
kens leggen , ’t eene Jefloor , twee
a drie mylen ten Z . O. van Boefna gelegen,
en ’t ander Fattapoer genaamd}
cn zeven mylen O. N . O. vaa Jefloor
gelegen.
welke drie a vier mylen bezuiden
Bhareithella (’t geen pas bewerten de zelve
legt) zig in twee takken fcheid, waar
van de uofter tak wegens zyne grootheid
de groote Barrempoeter genaamd werd ,
en de wefter Tak heeft wel geen eygent-
lyken naam} maar ontrent drie a vier mylen
beooften Harwa, en wat bewerten
Handiael, ftort zy in een fpruyt van de
Ganges, en loopt dan zoo na de ftad Decca
voord. Wanneermen nu (om van deze
weftcr-Tak en de plaatzen, daar längs
leggende, eerft endaar na verder van den
grooten Barrempoeter te fpreken) van de
ltad Bhareithella längs deze weiler-Tak
na *t Z. ten W« o f Z. Z. W . afzakt,
ontmoet men ruym thien mylen lager,
o f Zuydelyker, beooften die rievier,de ftad
Gorrcgaet, enby na v y f mylen Zuydelyker
het vlek Teffindia , alwaar de rie-
vicr ccn myl twee a drie na ’t W . en
dan weer door *t Z« en door *t Z. O. na
’t Z .Z . W . ook drie a vier mylen draeid,
loopende dan weder zoo nog v y f mylen
voort,alwaar men dan pas be weilen de rievier
het ftedeken Ceerpocrtairts ontmoet,
längs het welke w y een gemeene weg
vernemen, die van Bhareithella begind,
en die längs Teffindia, en voorby dit ftedeken
en Harwa, gaande,, tot aan Ha-
fîaerhati, en zoo aan de andre kant des
grooten Ganges ook längs ßatflella, Mo-
xudabath, en Caffimabafaer, tot aan de ftad
Boccarefoor in ’t W . loopt. Van Ceer-
poermirts loopt deze T ak r na eenige
körte bogten dicht hier ontrent gemaakt
te hebben , nog thien mylen verder,
en ftort daar in een fpruyt van den grooten
Ganges, die dan zoo verder na De.cca
loopt.
Pasten Z. O. van die plaats, daarzy..
indie Ganges-fpruyt ftort, ontmoet men
¡’t groote dorp o f ftedeken Handiael,
van
Van waar deze tak, nog twee a drie my-
, aan geloopen hebbende, zieh
na t L. ten W . draeid, en dus v y f a
zes mylen voortloopt, daar men dan pas
beooften de rievier het ftedeken Safiada-
poer heeft, ten N . o . van ’t welke vyf
taylen pas bewerten de rievier de Lecki
(een tak van den grootcnBarrempoeterlhet
ftedeken Siongel legt.
Na een kleene buyging na’tW . loopt
zy nog v y f mylen na ’t Z.Z. O.en dan ont-
moct men daar, pas bewerten de zclve,het
dorp Bedlia , alwaar die lpruyt zieh in
twee takken fcheyd, van welke de weftc-
lykfte vier mylen Z. T . O. aanloopt,
en dan weer in een fpruyt van de Ganges
valt, die na drie a vier mylen N . O.
aän geloopen te hebben, dan verder O.
Z . O. aan längs het ftedeken Piaarpoer,
n J?Si,’cr, bczuyden tot aan het ftedeken
t a . . loopt, daar het in de rievier de
Lecki valt.
• ? u andr® .^.a^ van de2c fpruyt, die
zieh by Bedlia in tween verdecld} loopt
beooften dat Eiland, waar op Piaerpoer
feg t, cn t geen door deze twee takken
gemaakt werd, en gaat met eenige körte
bogten thien a e lf mylen eerft meeft Z.
O . aan , en loopt dan nog v y f mylen
verder meeft O. aan, daar men dan de vermögende
ftad Decca ontmoet, na welke
ook een weg van Bedlia loopt, die daar
eyndigd} maar ccn myl benoorden Dccca
heeft men ook het ftedeken Chidderpoer.
Na dat wy nu dus verre} alles, wat
zig ontrent den wefter-Tak van die rie-
2 zi8 benedcn de ftad Bha-
rcithellam tween fcheyd, vertoond, aangewezen
hebben , gaan wy nu over ,
om tezien, wat zieh in dien T a k , diede
groote Barrempoeter genaamd werd, op-
doen zal. r
Deze dan drie a vier mylen bezuyden
Bhareithella n* het Z. O. afzakkende
(daar hy zieh eerit een myl } dog wat
lager wel drie, en nog lager wel v y f a
zes mylen breed vertoond) ontmoet men
m t Z. W.een zeer kleen, dog in ’t N.
O . cen vry grooter Eiland aan de over-
•wal, t geen wel drie mylen lang, en
meeft wel twee mylen breed, hoewel het
m ’t Z. O. wat fmallcr is. Van daar
loopt die rievier (daar zy wel drie mylen
breed is) wel v y f a zes mylen meeft
Z . ten O. daar men aan de weft-kantder
rievier (die hier wel zeven a agt mylen
*t W . draeid) beflaande dit Eiland in de
lengte v y f a ze s , en in de breedte O.
en W . meeft twee a drie, dog aan dé
N. kant wel vy f mylen} ook is dat aan
e nt wac na *c O ' mgebogen.
Pas buy ten de Z. hoek van dit groot
Eyland fcheyd zig die rievier de groote
Barrempoeter weder in twee groote Takken,
van welke de eene aan de W en
de andre aan de O. kant hunnen loop
meelt z . aan vervolgen, makende te
zamen een zeer groot Eyland, waar van
wy aanftonds zullen fpreken*
Dieaan deweft-kant (welke voor aan,
cn cen fluk weegs, verder wel twee
mylen breed is) werd de rievier de
Lecki genaamd , en Vertoond ons, na
dat men twee mylen Z. Ooftclyk afge-
zakt is, een kleen Eylandje aan de O.
55 teê en een Sroot Eyland aan ’t geen
tuflehen die tw e e , takken in legt cn
nog vier a v y f mylen verder doet zig aan
de W . kant ccn ander Eylandje op, dat
wat grooter, en ontrent twee mylen lang
en een mvl breed is. Ook is de rievier
hier wel drie mylen breed. Daar na loopt
deze nevicr eerft v y fa zes mylen Z. aan,
houdende daar de breedte van twee mylen
, en dan draeid zy zieh weer wat na
t Z. Z . W . boedanig zy wel twaalf
mylen voortloopt, dog na dat men van
daar eerft maar zes mylen Z. Z . weftelyker
aigezakt is , ontmoet men aan de
O. kant der rievier een kleen Eilandje
van een myl in ’t rond i en aan de well-
kant het ftedeken Siongel, dat ’er dicht
tegen aan de overwal legt -, en na dat men
nog zes mylen Z. Z. weftelyker afgezakt
H } draeid zieh de rievier de Lecki
hier na het Z. O. ruym elf mylen verre,
daar zy zieh dan weer met den grooten
Barrempoeter vereenigd} dog men ont-
moct vier mylen Zuidelyker, als daar zy
zieh na ’t Z. O. draeid, gelyk mede ter
plaatze, daar zy zieh weder met den grooten
Barrempoeter vereenigd, nog twee
kleene Eilandekens, die ieder ontrent een
een myl in ’t rond beflaan} en van welke
het laatllc zieh in ’i Z. Z. en N. meeft
geftrekt pas benoorden Idrekpoer opdoet.
r r
Na dat wy nu beichouwd hebben wat
vpor Eilanden zieh in de rievier de Lecki
opdoen , zullen wy nu gaan z ie n ,
wat ons in dien grooten tak ontmoeten
zal, die de naam van den grooten Barremw
i l M
ftrekt (hoewel de Z . k a n t™ meer na | Imalt J b ä o u S f S g o p T om L ^ .p lI« : V z zen