
vervoering juift dèi Konîngs Dogter
te beurt zoude vallen.
De Vor ft nogçàns, voor zyn Dogter
bekommerd , eñ aan die Voörzegging,
n a ’t algemçcn Bygeloofder Qoftprlin-
gen , gelqof gevende, oprdeelde beft,
tenreynde zöo groo ten Origelùk voor te
Itomen, om ten eprften een Koninklyk
Huis te laten bouwen,idat maar op eene
Çjlaar ruften , en tot, her yvelkç by
den Itoçgang aan alle anderen beneemen
zefede.'“ -
Hy voorzag het shelve vqor 16 Jaaren
van aile noodige Vxtorraad, plaatfte zyn
Dpch£pr met eenige van haare Minnen, cri an^re Vrouwen , ’er in , dede de
dcuren wel toefluiten, en ftelde daar by
eenige Wagten van Krygslieden met
hunne Orerften, op welker trouw hy
geruft konde zyn.
Nadâç de geftelde 16 Jaaren verloo-
pen waren, liet de Koning de Deuren
weer'¿penen , en vernanti uyt de Voe-
fters, p f zyn Dochter npg lcèfde.
daar opzaten, eri na *t verrichten vari
hunnen harçdel, weer na huis keerden,
in *t inidden van een zeer grpot Bofch,
Cadda Defa genaamd, alwaar z y , ver-
ipits de weg daar midden door henen
liep , en zÿ eenigzins vermpeid was,
wat ruftte, dat aan een van deze Koop-
lieden aanleiding g a f , pm zyn oog wat
naeuwer pp haar te laaten vallen, vin-
dende zo veçl gçnoegen in haar bemin-
nelyk wezen, dat hy voornam allemid-
delen in ’t werk te ftellen, om haar tot
zyn Vrouw te krysen.
Terwyl nu deze henen gegaan waren,
Yplgden ook de andre Dienft-Maagden,
en eindelyk de Princes piede , alzoo zy
daar anders alleen zoü gebleven zynj
çn dç A Yagt, haar niet kennende , liet:
haar rpçdevoorby g aan.
Terwyl hy nu dezen overflag maak-
te , komt ’er uyt het Bofch een groote
Leeuw voor den dag fpringen, die dit
ganfeh gçzelfbhap ten eerften op de vlugt
dreçf, en dóor zyn brüllen de Princes
zulken fchrik aanjaagde, dat z y , niet in
ftaat oni te vlugten , en ftyf van zieh
zelven gevallen zynde, door hem weg-
geroofd,en na zyn Hol geflçept wierd.
Terwyl dit in het Bofch voorviel,
quam de Koning met eçn grooten trein pDcze .
van Edelcn en Hovelingen na dit Huis*
dog de Princes daar niet vindende, en,Leeuw
hoe zeer hy aan de Wagters vernam , Bezwan-
niets van haar, alzo haar niemand van
hen, p f van de Lieden in de Stad, ken-eenSoon
den, könnende vernemen , wierd zeerenDog-
bedroefd , en npg veel meer, als h y ter
naderhand van eenige Reizigers vernam, voort’
dat zckere pnbekende Dogter (die hy
vaftftelde de zyne te zyn) door een gro-
ten Leeuw diep in het Bofch gefleept,
Zy ip/’t Gezelfcbap van cenig ander
y Pife ;.eprft midden der Stad, en kort
daar a?n ’er ¿piten gcraakt,en do,or een
drotp van Karren en Rameelen verleid
zypd.c , quam met de Koòplieden , die1
V A N C . E . :
A: ioj. en vervöerd was , zonder dat zig imand
had durven verftouten , om haár te
helpen, o f dien Leeuw te vervolgen. 1
- Deze Princes nu, van dezen Leeuw
Verkfagt zynde, heeft naderhand twee-
lingen, te wetén een Soon en een Do gter
, gebaatd , van welke czy de Soon
Singa Bahoe Gomará, eh de Dogter Singa
Fallt Comäri , dat is , menfehelyke
Kindcrefi van een Leeuw . voortge-
teeld , en ftcdrten hebbende, genoemd
heeft.
De Prins , Singa Bihu Comara, i f
Jaaren oud geworden, cn zeer fterk van
Lichaam en Gemoed zynde, at geen andre
Spys , als die hem de Leeuw van
tyd tot tyd aanbragt.
Op zekeren tyd vráagde hy zyn Moe-
der, hoe het quam, dat zy haaren Vader
niet gelyk waarén. Zyn Moeder zei-
de hem , dat daar toe eeft groote reden
was, die zy hem wel zeggen zou , als
hy wat oüder was.
Aan wel- Z y gaf hem daar na dán Ook kennis,!
ke Soon dat zy de Dogter van Calinga Raja, en
Aflroraft^06 y cn zyn ^u^er daar van voort-
bekend gekoomen waren.*
maakt. - Zoo ras de Prins dat hoorde , kreeg
hy een grooten weerzin in dit woeft leven
by dezen Leeuw , en trachte met
gehéel zyn h a f t , om zig na zyn regte
MaagfcÜap , en na ’t H o f van zyn
Graotvader te begeven.
Hy riam daar op , terwyl de Leeuw
op de Jacht was , een groote Steen op
zyne fchouders , om zyne kragt te be-
proeven , droeg die 70 mylen verre ,
en keerdc te rüg, eer de Leeuw weder-
gekomen was.
Verdrc Op een andren dag wentelde h y , na
Gevallen dat de Leeuw weer op de Jagt gegaan
van dien was , de fteen , -waar mede hy ’t Hol
PrinS’ geiloten had ¿ daar af, haalde zyn Moeder
en Suftdr, die gelyk hy met bee-
ften-vellen, bekleed waaren , daar uyt j
zette haar op zyne fcHouderén, en bragt
haar na de Landen van den Koning zyn
Groötvader.
De Leeuw daär op wédergekeerd,
en zyn Vfouw eri Rinderen in ’t Hol
niet vindende, brulde afgryfTelyk,volg-
de hen op ’t fpoor, én verwoeftedeallcs
daar ontrent zodanig, dat hy nog door
den Koning, nog door ’t Krygsvolk,
dat hy ’er op üytzond , in zyn woede
te ftutten was.
De Koning, voor grootér quaad vré-
zende, opénde zynen Schar, nam daar
eenigé Geftecnten, Cn Peerlen uyt, liet
die door imand met een Olifant de gan»
fche Stad oravoerden , en beloofdb de
zelvc aan die geene te zullen fchenken,
die dezen Leeuw zou weten om te
breiigen.
De Prips-, Singa Baku, dk hooreny
. L O N. 61
de , floeg aan Zyn Moeder en Sufter A.:
-voor , om dit dapper Stuk uyt te vöe-
ren , dog deze wetende, dat het Zyn
Vader was, riedden hem dit , als een
zeer onbetamelyk ftuk,af,dat e.en Soon
zyn eygen V ader dooden, en zieh Zelven
met zulk een fehend-daad bezoede-
len zoude.
Hy ging echter henen, bood zichby
den- Koning aan, die hem daarenboven,
indien hy dit volbragt i beloofde, dat
hy Tweed'e van ’c Ryk , en de naaftc
aan hem zyn zoude.
Hy ging ’er dan op uy t, nam Pyl en
Boog met zieh , en fchoot tweemaal op
den Leeuw , na dat hy bevorens aan den
zelven kennis gegeven had, dat hy zyn
Soon was , hoëwel dit de Leeuw door
den Reuk al wift , weshalven hy dit
fchieten van zyn Soon maar voor fpec-
len hield j dog hy trof hem driemaal zo
wél in de kop , dat de Leeuw te laatbe-
gon te merken , dat het ernft , en geen
lpeelen was, waar door hy eindelyk ook
Dood ter nedér viel.
De P r i n s nu aan zyn Moedèrs en
Sufters woorden gedenkende , en o-
verwegendc , wat gruuweldaad hy be-
gaan had , begon te klaagen-, en te
fchreyen , en verhaalde zyn ganfch lee-
ven aan ’s Kohings dienaaren, waar uyt
de zelve begrepen , dat hy de Soon van
hiinne verloorene Princes was.
Hy bedagt zig in ’t eerft zeèr lang,
o f hy den Leeüw de Kop zoudè affi aan,
en helde daár toe eindelyk over, om dat
i hy vaftftelde , dat anderzins imand an-
; ders hem daar -in voorkomen , en hem
! aldus van dien grooten Schat, en die nog
veel grootere voorrechtcn berooven
zoude.
Hy kapte het Hoofd dierhalven af,
nam het op , en bragt het in eenen
dag een weg van 7 dagen verre , tot
dat hy eindelyk by den Koning quam,
aan den welke hy zyne afkomft , en ’c
ongeval van zyne Moeder verhaalde, die
daar op aanftonds, benevens zyne Sus-
ter gehaald , en na ’t Hof gebragt
wierd.
De Princes met haare Dogter daar gekomen,
en de Leeuwen-kop in haar
geZicht geraakt zynde,begon met haare
Dogter , zeer bitter te weenen , de
eene het L o t van haaren Man, en de
andre dat van haaren Vader, beklaagen-
de j dog de Koning was zeer verblyd,
dat hy zyn Dogter weder voor zieh
zag.H
y liet haar en haar Dogter , en
Soon , Vorftelyk , na hären btaat kle-
den , en ’t L yk van den Leeuw, na ’s
Lands wyze , om dit zonderling geval
van zyn Dochter met den zelven,zeer
plechtelyk verbranden.
Oñ