
D. De
long
B l l
hier in'Juni, en bleef’er tot 1717» den'
z. A p r i l , op welken dag zyn Eerw:
overleden is.
A». 1717.
I Is D. Jaeobus de Jong hier gekomen,
d ie ’er 1724. nog lag.
Dir is .het eenige, ’t geene wy van
het kerkelyke alliier, weten te zeggen,
waar by nog een Ly ft van de dienaars des
Goddelyken wo'ords van beyde deze ge-
meynten met den netten tyd van hunnfen
dienft, zullen voegen.
L Y S T van de P A L L E A C A T Z E
Predikanten.
Lyft der Joannes Hermanfloon Follinus.
Pallea- l6 z f .
S S S 'N i f Juftu0s1 “H8e uMrnoiluins.æ us- 1;0 v3t2-.
Abrahamus Rogerius. i f j a .
Carolus la Dofía. 1642.
N . Merlinus. I(Hf*
Fredericus Frontenius. I<Sf4-
Nathanael de Pape. 1672.
Bernhardus vKoop a Groen. 1681.
Adrianus Bakker. I^o^*
Adrianus de Mey. 1688.
1616.
1632.
1632.
1642.
164+.
1671.
1680,
1687.
1688.
1690.
L Y S T van de N A G A P A T A M Z E
Predikanten.
Lyft der Philippus Baldieus
Nagapa- Fredericus Frontenius
" i j Joannes Kruyf.
tamze
Predikanten.
Nathanael de Pape,
jaeobus Maxwel.
Lucas Boich.
Joannes Ruterus.
Adrianus de Mey.
Antonius Clement.
Nicolaus Groenewout.
Eduardus Georgius van
Jaeobus van der Vorm.
Jaeobus de Jong.
itföo. l66Z.
God-geleerdheid, Paftorvan St. Ulrich,
en Scholarch van het Gymnafium tot
Halle, inMaagdenburg, hier toe de Heeren
i<5<5 2 . 1 6 6 4 .
166y. i6yz.
167z. 1 6 7 7 .
1 ( 5 7 7 . 1 6 8 2 .
1 6 8 3 . i 6 8 f .
1 6 9 0 . iöpo.
i ö p ö . 1 7 0 6 !
1 7 0 6 . 1 7 1 o .
Slangenberg.
1 7 1 0 . 1 7 1 2 .
1 7 1 3 . 1 7 1 7 .
17 17 .
V an den L U T H E R S E N G O D S D
I E N S T .
Van de
Lutheraanze
Godsdienft.
Dat die van de DeenfcheNatievandie
tyd a f, dat Trangebaar by hen bezeten
is; hier mede de Lutheraanfche Gods-
dienft geoeffend hebben, ftellen w y vaft }
dog kregen hier geen bericht a f, dan na
170 7 , op welk jaar my bleek, dat de
Koning van Denemarken, befloten hebbende,
eenige bequamemannennaTran-
gebar te zenden, zig uyt die van de
hooge School tot Halle van zqodanigc
perzoonen heeft tragtentevoorzien, gelyk
men aldaar, op ’s Konings b ev el,
dòor beftier van de Heer Auguftus Her-
mannusFrancken, Hoog-Leeraar der H.
Ziegenbalg, en Pluticho, verkoren“ « W «
heeft, de welke zieh na Koppenhage be- D,° c.
geven, en aldaar van den Biflchop hunne marken „
ordinecring ontfangen hebben. 2,ocZi»-
Deze twee mannen vertrokkenden2p.gcnbaj "
November r707. van Koppenhage nacn
Ooft-Indien, en quamen den 13. April Mio na
1706; aan Caap der goede hope. , ajên
Z y deden ’s morgens fmiddags en sDic am
avons verfcheyde oeffcningen aldaar, ende Caap
befteedden hunnen tyd verder inGodvrug- ■}« e »
tige verhaalen, en iamenipraaken, waar
onder zy nu en dan ook wel eenige Lof-
zangèn ter cere Gods by een Muficaal
Concert van ftemmen en fpeeltuygea
voegden. ,
Zy meynden aan de Caap der goede
hope Chriftenen te vinden, die begeerig
na Gods woord waren-; dog vondenzich
bedrogen.
De Duytfche Lutheraanen, die daar m
grooten getale zyn , hebben geen die-
naar. Hun Gods-dienft - is gebouwd
op de gewoontens van Sfaat,-en is On-
voorzien van een vafte en rechte God-
vrugtigheyd. Z y oiordeelen, dat zy. God
daar niet können dienen , gelyk als in
hun eygen land, en beloven dit te ver-
beteren by hun wederkomft in Duytfland.
Tyd gewonnen in zaaken van de wereld ,
is veel gewonnen ; dog in zaaken van dc
Zaligheid groote fchade , als men die
uytfteld, enhiet zeer yverig waameemt.
I Zoodanig egtcr was het met de Hollanders
niet gefteld, die de hinderen in
den Gods-dienft deden onderwyzcn, den
Bybel lazen, en diede Godvrugtiget’za-
menipraaken dezer zendclingen (zoo zy
ichryven) •aangenaam waren.
Ook antwoorden de kinderen der zwar-
ten, en flaven, zeer wel op verfcheyde
vragen , die men hen dede , dog zy
(zendelingen) beklaagden zig daar over
alteen, dat de Chriftenendeze flaven zoo
wreed handelden,’e n ’t niet betamelyk
oordeelden, hen te doopen.
Even zoo befchreyens-weerdig was
ook de Staat der Hottentots, zoo zy in
hun eerfte brief 1707. te kennen gaven.
In hun i . Br ief, van den i z . Juli>Ent 170Ö, geven z y bLe r’i cLh -t , dat vztyr , dAennnX mrangc-
8. Mey * 7 0 f. van de Caap vertrokken bar
zynde, den #j Juli daar na op Trange-ko®'^«
bar aangekomen w&ren, van waar zy rjcj;t Yaa
niets van belang, dan alleen eenige zaa- daar.
ken over de Malabaarze Goden Ifparetta,
Quivelinga,Bramma, Wiftnoe, enllpa-
ra (zy willen Eswara zeggen) fchreven.
Hun 3. Brief was van den 16. September
170<5, waar in z y bericht gaven,
dat zy zieh van eerften af in de rortu-
eeclche
geefche taal, by veel Malabaaren be-1
kend, hoewel van ’t zuyyer-Portugeefch
Hoc zy’t veel verfchillende , oeffenden , en dat
e S e n zy ’cr het lot over geworpep hadden,
Mala- wat taal ieder van hen aanleeren zou-
baars ie- de, volgcns ’t welke dan Ziegenbalg de
dsr», v°l- Malabaarfche, en Plutfçho (of plutfchau)
g tns¿r-de Portugcefche taal te beurt g e ilten
den. was y, hoewel de eerfte het Malabaars
too’k aanlecrde , en ab zyne moeder-taal
zieh eygen gemaakt, en veel werken
daar in vertaald heeft.,
Z y oordeclden het dien (Hg i dat men
’t Malabaars, gelyk ook de andre Oos-
terze taalen, al in Europa begoh te leeren,
waarfchy nçiyk op dat die gene,
die dan in Indien quamen, ten eerften
in ftaat mogten zyn, om in die taalen
onder den 'Inländer dienft te doen, daar
zy anders nog' veel tyd., om die taalen
daar eèrft aan te. leeren, befteden moe-
ten, en ondertuflehen niet veel ùytrich
teri können.
De voor- baddeii onaervonden, dat een van
naamfte dé gröottte hinderpaalen der Bekeering
hjjider- onder de Heidcnen het flecht voorbeéld 3
omrent en ’c quaad leven der Chriftenen was.
hunnen Ook behaágden hen de uyterlykhedén
äienft. van hunnen Afgodifchcn meer, dan die
van den Chriftelykcn Gods-dienft} hoewel
deze Heidéhen Roders van oordeel waren,
dat alle ¿Vdie hier de deugd oef-
fendén , van wat Gods-dienft zy ook
ivézeri ndogten , hier na geluiczalig zullen
zy ri , '
Z y (zendelingen klaaeden) o o k , dat
de Papiften hen zeer hinderlyk waren,
alzoo die door lift veel Heidenen tot
hunnen Giods-dienft zogten te trekken,
hoewel ’er ook veel van die reeds Paap-
ze bekeerden op de wegen nog bedelcn
gingen.
Daar by qüam nog, dat, zoo ras een
Malabaár Cnriften wierd, zyrt ouders
hem van alles, waar door hy beftaan
tiioeft, beipofden , en hem voor eerloos
verkláardcn.
A l welké dingen den loop van hunnen
dienft geweldig ftremden.
Z y haddèn daar reeds een fchool pp-
gerecht,“ om de jèugd te doen onder-
w y zen , en verzogteh om meerder on-
derftand van geld, op dat zy in ftaat
geräken mogteri, om de nieuw-bekeer-
den in hunnen nöod te onderfteunen ,
alzoo de Malabaarze Chriftenen daar
ftiets toe geven wilden.
In een Brief van den 12. September
1707.- fchrevén zÿ , dat Zy in ’t lepren
várí de Malabaarze taal zeer vordérden,
Een kerk cn dat zy een k e rk , door hen nieuw-
op\Tran-jerufalem genaamd, tot Trangcbar voor
i*in Aug.: voltoid,engebouwd
ouw haddèn , in de welké zÿ Malabaars en
V . D e e l .
Portugees voor een vergadering van
<53 Nieuwelingen predikten 3 behalyen
dat ’er ook veci Mohhammedaanen byr
quamen, om dit aan tehoören} dog dat
zy meer ge ld, en yericheyde boeken
noodig hadden , om zoo een groot en ge-Hoeveel
lukkig werk te veryplgen. '•‘F'bekecr
Zy hadden ook de Euangelien, nevens jc|1 ,
eenige andre werken, ip ’t ;Malabaarswaren,
door Ziegenbalg overgezet, na Europa,
en een gouden Afgod aan den Koning van
Denemarken gezonden.
Zoo ras deze brieven cn berichten in
Engeland openbaar geworden waren,,
hebben die de liefde yan verfpheyde Lieden
o.ntvonkt, die 1,20p Ryxdaaldersaaiv
den voornoemden Heer Frank,en gezonr
den hebben, gelyk die ieverige Heer
weer bezorgd heeff j dat die zomme na
Trangebar. tot onderhoud, der Malabaa-
■ ■ die Chriftén geworden waren, tri
Een
fchool
opgericht.
al het hunne om Chriftüs wille verlaten
hadden, overgebragt is«,
OndértuíTchen lclaagden zy , dat zy Zy kiá-
ontdekt hadden, datvecleChriften wier-gen fterk
den, en ’t ook blevenj zoo4ang zy ’c r°vcr^cz9
winlt mede doen konden, en men hen R^ ?n
onderhouden wilde} dog dat zy by .de Chrifl«-
minfte yervolging, o f zoo ras men maar nen*
ophield hente onderhouden, wederHei-
dens, werden, en afvallen zauden.
j Dit waren zaaken, die Chriftüs cn de
Apottelen al mede voorgekomengelyk
’er verfcheide geweeft waren, die hem
om den broode, en hen om ’t gevvin
volgden, .zonder dat dit Chriftüs o f hen
belct had, pm egter met de predikatie
van het Euangelium voort te gaan.
Men had onderwylen ook verfcheide
briéven bekomen door deze en gene prö-
teííantze zcnd,elingen,:,en andre perzoo-
%en van aanzien , gelch;reven, waar irl
zy yertoonden ,, wat middelen door hen
tot voortzetting van hunnen God^-dienfl; Verdfc
gebruikt waren, en wat vrugten God opberich-
de zelve , voor al op Choromandel, hadten’
gelieven te yerleenen} waar neven zy ook
een Kaart van Ooft-Indien gevoégd hadden.
Onder deze Brieyen was,’er een van
Mr. Plutfcho aan Mr. Boehm , dienaar _
van de duytfche Kapel in ’t Paleys van
St. James,, vän Caap de goede hope in
Febr. 1712. gefchreven., waar b y hy,
bekend maakt % dat hy van Trartgebar o f ,
Madras den i f . Sept. 171,1s na Europa
vertrokken was,, om kennis yan de hin- y
derpaaleq, aan 4 c zendqlingen’ in Indien
voprgpkpmen, te geven. .
Qok was ’er een,briefvanden23. September
1712. van Ziegenbalg en Mr.
(oh: Ernft Grundier, een nieuwe zende-
ling, (die hier metjoh. GeorgBeuving^
en eeneñ Polyparpus Jordan , als een mede
arbei