
Van *t
Koninkryk
Arracan
, en
ons
Comptoir
al- s
daar.
Van het Koninkryk A R R A C A N ,
en ons Comptoir aldaar.
T W E E D E H O O F D - S T U K .
VAn ’/ Koninkryk Arracan, en ons Comptoir aldaar. Waar dit Ryk legt. Des
zelfs naamen. De ßad Arracan. Het Paleys bejchreven. Andre fieden. Hunne
buyzen. Huysraad. Schoone geborgten, & c : 's Konings Titel. Die zieh alle vyf jaar
eens zienlaat. Alwaar dan den eed vernieuwd werd. Proeve der 12 Maagden. Die
jäarlyks voor hem gezogt -werden. Hoe zyn Hovelingen gekleed gaan. Het gewaad
der vrtuwen. 1276. Stonden deze Köningen onder die van Malakka. De Koning
was 1749. 00k Koning van Pegu, en van den witten Olifant geworden. Geeft Zier-
jang aan Philippo Britto. Taß 1604. Britto in Zierjang aan. Wer et ettelyke
maalen geßagen. 's Konings nieuwe toeleg. Zyn dood. 1646. en Nazaat. Begin van
onzen Handel op Arracan. Daar wy een Logie krygen. Het geliebt Comptoir 167$.
weder opgericht. Hoof den 'er gelegt. De waaren, hier vallende, en getrokken. 166 f .
’/ Comptpir ß i l geliebt. De Portugeezen houden de Zee en de Ganges onvry. Bie-
den geheel Arracan den onder-Koning van Goa te vergeefs aan. Zy werden Hfiig ge-
dempt. 166f. Arracan voor den Mogol veroverd. Ontrent 167z. ons volk hier ver-
moord , en 168 5. 't Comptoir voor altyd geliebt.. De Gods-dienfi der Arracanders.
Hunne Afgoden. Hunne Talapois. Veel Setten onder hen. Hunne buwelyke'n, en
bruiloften. Bebahdeling van hunne dooden.
w > '
At nu Arracan belangt, daar is een
Koninkryk, en 00k een ftad van
dien naam.
Waar dit „ Het Koninkryk is een van de voorna-
y Cßt'mc Ryken van Indien, en legt op 21
graaden benoorden de Linie, enbenoor-
den het Kcizerryk vanPegu, grenzende
aan ßengale.in .’t Noorden , o f N. W . ,
aan Pegu in ’t Zuiden, aan Coetsjintsjina
in ’t Ooften, en aan de go lf van Bengale
in ’t weilen.
Deszelß Het werd yan zommige Portugeezen
naamen. Orrakan, van andre onder hen Arrakaon,
en by zommige maar Rakan (na des zelfs
' Hoofd-ftad) en 00k Mog genaamd.
Landewaard in zyn vericheide fehoone
fteden, en inzonderheid twaalf metheer-
lyke Paleizen , van welke Arracan de
Hoffen Hoofd-itad egter de voornaam-
fte is.
De itad Deze ßad legt aan een rievier, die,
Arracan. ¿00 Maginus w il, Chaberis, genaamd,l
en 13 Mylen van de Zee gelegen is 3 dog
zy legt ’er ,19 Mylen af. Men kanj
’er niet, dan längs vericheide fteile klip-
pen en rotzen, die in de mond der rie-
yi{:r leggen, komen. De rievier is niet
meer als een. kleene Mufquet-fchoot
breed. Aan wederzyden der zelve heeft
men zeer fehoone envermakelykeLands-
douwen, en ongemeene Lommer-ryke
en vrugtbare boffchen, längs welke men
hier en daar 00k eenige dorpen en kleene
fteden ontmoet, en onder de zelve Orien-
ton, een kleen ftedeken by ’t welk een
zeer H. Pagode is , na welke dagelyks
veel Arrakanders gingen, om hunne offer-
handen, gebeden, en aanbiddingen ontrent
hunne Afgoden te doen.
Men heeft wel twee dagen o'pzeilens
van nooden, eer men aan de itad Arracan
komt, en boven, ontrent een myl van
de itad, daar onze Logie plagt te zyn,
is de rievier zod naeuw, dat men ’er als
in een. k ii, en maar pas -vlöt mét de fchè-
pen leggen kan; aangéZièn zy met hoog
water maar een fcheeps-lengte wÿd :is.J
Het is daar 00k zoo vol dorpen , hui-
zen, en fehoone vélden ; dat men de rievier
naeuwelyks zien kan, en dat men
met de fchepen als op de wal fchynd te
leggen. '
Als. men verdér op mét Röei-vaartui-
gen na de itad vaart, moet men tuiTchen
twee zeer h*ooge en fteilfe 'kli'ppen dcrôfÿ
die zieh met een zwäre Klove als' twëé
wallen aan weer zydeiv vërtodncn. '
Door deze. itad loopt1 dé grooffteden Befchrc-
neering-rykite rievier van het ganfeh’ K o -vcn-
ninkryk. Z y is van groote ontrent als
Amfterdam j maar veél voikrÿkér, oök
heeft zy zulke groote buitén-fteden, dat
zy eenige mylen beilaan. De ßad is oVer
al zeer dicht j doch meeft met kleene
huizen bebouwd, en ongeloofelyk dicht
bewoond. De huizen Zyn 4 a y Vôeten
van de grortd op' ftutten gezet, om dat
dus hoog meeft alle nacht èen dik'ke milt
het aardryk bedekt, die ’s morgens door
de zon opgetrokken werd.
De daken der Tempels en A fgods huizen
geven een grooten luiiter , al- "
zoo de zelve, mitsgaders alle hunnefpit-
zen en knoppen verguld zyn, zoo dat
men, als de zon fchynt, het 00g ’er niet
op houden kan. Men komt in de zcl-
vc door een iteene poort, die, gelyk
hunhunne
meefte Tempels, op iteene heu-
vels gebouwd is.
Na binnen toc zict men een boord van
fteile klippen en Rotzen , die de itad
zeer iterk maken, behalven dar Zy 00k
van tamelyke hoogc en zCer dikke ftee-
ne muuren omringd is.
Als men na het Paleis van den Koning
gaan w il, moet men over een fteenagtig
gebergte, en 00k over eenige vlakten,
en door zeer neeringryke ftraaten , daar
men wegens de menigte des volks, dat
zig alomme daar op een gepropt vertoond,
naeuwlyks doorgeraken kan.
Men ziet in de zelve allerlei treffelyke
Winkels, waar in men alles vind, ’t'geen
men bedenken kan. Ook heeft men tus-
fchen beiden zeer fehoone Markten j daar
men al mede over ongeftraate wegen gaan
moet, eer men by ’t Vorftelyk Paleis
komt.
Het Pa- Het Hof des Konings ftaat in ’t befte
fchreven van cn 'n ce;n Vefting, längs
'welkers buitcn-pleiiren de rievier loopt,
ontrent welke ook ’s Konings Olifonts-
ftallen cn Olifanten, gelyk mede op eenige
andre plaatzen plagten te ilaan. Hetj
Kafteel heeft drie-dubble muuren en poor-
ten, en dan komt men eerft by het Palieis,
in ’t welke (gelyk ook in de ftad)
geen Holländers komen mögen, ten zy
zy een bedienden van den Coetewaal
(o f Schout) by. zieh hebben , die hen
nog maar voor aan in ’t Paleis brengen
mag.
ln ’t zelve plagten mede wel ftallen
voor ’s Konings ongemeene hooge Olifanten
, als mede voor ettelyke andre
wreede dieren te wezen. Het is van
buicen aan te zien heerlyk, zoo in opiigt
van de wooniügen voor den Vor f l, als
ten opzigt van die, welke voor zy ne ü o -
ninginnen en 't geheel vrouwen-Timmer
Z y weten van geen wegen te beftraa-
ten 3 maar gebruiken meeft klei-gron-
den, die in den droogenityd zeer wel,
maar in de regen-tyd zeer ongemakke-
lyk zyn.
Hunne meefte huizen zyn van Bamboe-
zen, bfvanGabbaGabba, mctKlappuS7
bladeren gedekt, dat in den droogen
tyd zeer gevaarlyk voor brand is.
Egter vind men hier endaar veele z e e r Hunne
fraeje en net-gebouwde huizen, vanrui-111““ “*
me vertrekken voorzien, aan welke zy
geen könft fpaaren, ichoon ’t hen niet
veei komt te koften.
Zy hebben in de zelve geen folders,
nog haard-fteden, alzoö zy hunne fpyzc
buitens huys toebereiden.
Hun meefte huisraad beftaat in fra e je^* “
Catils, Alcativen o f Tapyten , mitsga-1
ders aarde, en kopere vaten.
Men ziet in ’t verfchiet veel fehoone Schoone
gebergten , en zeer klare ftroomen en
rievieren, die fehoone cn vrugtbare Lan- ’
deryen bekabbelen. :
De Koning geeft zieh zelven den T it e l,s. ^°“
van de magtigife en gröotfte Koning van
Arracan, Tipara, Chacomars, Jangoma,
Bengale, cn Pegu, die onder de Konin-Di? Z}B ^
gen, gelyk de 2on onder de lichten des *^ ¿0 1
Hemels lieht; ontzien van alle menfehen j faat.
altyd overwinnaar van alle Zyn vyanden,
en Heer van den göuden Hof.
Deze Vorft is een van de hoogmoc-
digfte, die men in ’t ganfeh Ooften vind,
en hy laat zieh zelven buiten zyn Paleis
maar eens in v y f jaaren den iy . November
zeer pragtig aan zyn onderdaanen
zien 5 en dien dit daar buiten gebeuren ,
mag, is ofeen groot man, o f een fterk
begunftigde. Op dien voornoemdendag,
die door ;Y K onings^ boden het ganfeh
R yk door bckend gemäakt werd, moellen
alle gezonde maniien envrouwen,tuflchen
gefchikt zyn, dat zeer licht aan de guide de io enöö jaaren oud,op deverbeurtevan
daken en Torens, die men boven de hoo- een halve gulden verfchynen. Hier door,
ge muuren uitfteeken ziet, a f te nemen alzoö.het allen niet gelegen’quam, enzy
was, ten tyde toen die nog in wezen en| liever dac verbeuren, dan zoo verre rei-
in volle glans waren: want zedert denizen wilden, vergaderde hy een onnoe-
Andre
fteden.
Oorlog met den Mogol heeft de ftad cn
*t Paleis zeer veel rampen geleden.
Gelyk nu deze ftad zig zoo heerlyk in
allen deelen vertoond, alzoo kan men
ook van de andre fteden zeggen, dat zy
al vry fterk van wallen-, muuren, en poor-
ten, hoewel zonder gragten zyn.
Onder deze tteekt de ftad Dianga uy t,
daar wy een Comptoir plagten te hebben,
en daar zig de Portugeezen ook byzonder
vaft gemaakt hadden, dog wy hebben die
ftad, zedert de Mogol dit Ryk vero-
verde, verlaten. Xetigam is mede een
voorname ftad, daar nu de Luitenant
van den Mogol zyn verblyf gemeenelyk
houd.
melykeri fchat, alzoo ’er millioenen van
menfehen in dat Ryk zyn.
Öp dien geftelden dag plagt dan die
Vorft onder ’t geklank Van Trommeis,
Trompetten, en Schalmeyen op een wit-
ten Olifant te voorfehyn te komen, met
zeer heeriyke klcedcren , en met veel
peerlen en cdele gefteenten vercierd, en
voor al met een Kroon j van een onwaar-
deerlyken fchat van Juweelen opge-
pronkt. Hy plagt dan in een kleene tent,
op dien Olifant te zitten , terwyl een
Arracans Edelman dat beeil beftierde.
In deze prägt volgden hem zeer lang-
zaam allé dë Sicken, en grooten van Ar-
: racan, elk om *t heerlykft en pragtigft met
S 3 goud,