
B . i S E H R Y f I N G E v m
* 5&SSi ^ l 7lS wojßiykljeien met de Inländers, Kapitänen, enz. Ao. 1711
Äo. 1 7 i f nhmve bedienten,bien, Ao. 1717 de Heer Schepmoes hier Commißzris: 4it dl gwftbe Regeering hier lieht.1 Patras ttien Hoofd, hier, enz. Ao. I720 de Giböi
fiotf4\vfm dti W*ß-kuft., enz.. .Qpperhoofdeik.van.deWeft-httfi vaH Sumatra. Op-,
pefhoofic($B Vfflt Palimbang. Opperboofden van Djambi. Commiffanffen der Wifti
r ■ oA den-Godidienß* Predikanten'her'waards gezonden, omde H.Stü
eramenten Hbedienen* •. 3108 l | ■ • •• . > ■ r . jksd sfeo
DeHeeteñ.
de Keiaer«
cn Bort
A0.1659
als Com-
miflaiiflen
na Aisjch
gezonden.
Groenewt-
’gen als s
Opperhoofd
in
Atsjeh ;
en Maifis
inPeirah.
De t í oy er
ons Hoofd.
cotDjambi.
Die van
Atsjeh verbreiten
Ao.
1660 ’e
verdrag
weer.
Bort Com-
miffaris
Ao. 1660
op Atsjeh.
Ä % 165^9in. Aöguftus •» ging den Heer
•J^òbCifeiKeizer als ComipiiTaris na
- jr d&Ksqpingin van Atsjeh p mede ne-
inende den Koopman Jacob van Groene-
qm ajdaar, zoo de vrede getroffen
wjeytjj* &1& Qppechoofd. te; leggçn. ’
magt, als zyn E . ging,
c#n íHfíc _hàa£,. HódgJtieid. tohandelen,¡ de
tie§F Biort,. welke: Heeren van
Malakka der waards. vertrokken zynde, den
2 7 Oftober des zelven jaars met het Jagt
kieen Batavia, aan de Regeering van Malakka
lieten weten, dat tie vrede met die
Vorftin getrofïèqT en- daa* hefloEen .was,
dat w y de helft vän het TPin , irii%irafo vat-
lende, endie Vorftin de andere helft hebben
zou, mits dat zy ook lyden moeft,
dat/alte ■ vaartuigéB; zouden bezogt, "cn dat
aan geen vrèemden eeiaigen handel in A-
tsjeh toegfeftaan Jjqü1 werden,hpeWe! dit
jfiìft zoo neertiet nagekomen isv :
Daar op, wierd' Gröenewegen als Hoofd
in Atsjeh ^eplaacft, en de Kdopman Joannes'
Maffisials-Hoofd1-weer'’næPcir ah ge-
zondea^--v:'-'-''.1
*0 December dëfcesjaàrsv ‘ kreég
raen oj* Màlakka cycling y dktshet Efteeß
comptoir, • ofìqgie) dp Djâàibr ¿ddor Hun
eigen vólk-flfgelòopen ,geÌyk deòhzepook
kok bevorensdoor onzen Koopman- en 3t
Opperhöqftlaldäar j dbHeer Jacob deGo-
ye^i-dfe^ Ao. ?66di ei* hog läter, lag)
belcenef- gèóròakc-was.
« De» à#'Aùgûftus i-€ëb- eàf cfe Heer
Maflîs' aan den ' Land voògd' van Malakka
berichc V dat die van Atsjèh tot Peirah ’t
nieuw-gemaakt verdrag; al1 weer overtre-
den haddtày raét dàar röeer Tin y dan zy
mogten-, trìti ce* voeren, waar toe ook de
Köqing van Peirah, en zyne Grooten,
vericheidö pas-eedelk, om dat na1 Atsjeh te
breiigen, zonder zig ergens aarf tedtreunen,
verieend hadden 1
Daar Gj* vond men* tot Malakka goed,
daC'Mäffls1' dit in der minne zou zien re-/
gen te, gààn y en-,- niets vóndèrendè1, däh
maar veinzen, eh* ondertuflhhenyalzoo 1
hier op éeHvqtíade möei1 S g ,i;^ t e Tih ^•
en ©nze-gereede penihngen, ih ìhet fèKfo'
Alkmaar zoii' infcheepeiïy maar. nobddhïft
’er hoûdfen',
was, innen -, èli van dèn-toeftàhd derzâa-
ken op* Peirah aan dfen-GofrnihiÎlEfiV 4^
Hher BorC^ eh*<5hîe■éwèeéírfl'¡¿i Atsjè!l^,
behoerfyke1 kenfiis, gevejr, tçtwyl mètf'
van Mdlâkka aan- haar'Eçtelîiedètfbok'dàkï':
over fëhpyven zöü, 1 dm tedien, wát^ ha-
dére laft- zy daar op ^ótiden gdíeveflféges
venir" i.rÏT « b
A°. 166-3 fchynt Evert Michiels^oon EVertMi-
toc Djambi in de pfeats van den Hferl dé
Goyer sis Opperhooïi fdie bierfliiÿfrgé- ^ , aA<”
k g e te z y n , zonder (fat my blÿkt',’ foeDjastW. ■
t a g hy daar g e l^ n ' hdéfi. ■
: A». 1664 zond'de E. Maatfchapny dert At* h,
Heer. Bieter de Bitter -,' ;afa Htxjft yak é3
yloot na ' Atsjeh., bfir'de Koningm, dre vry bckgcrd.
ftreng regeerde, en met haar eigen volk,
en ook met ons in oorlog was, tot teden
te brengen. Hy nam al haare fterkten.en
Byna- die geheefe kuil voor ons in, en
dwong haar een nieuw verdrag temaken.
Ao i6 6 f fchyntonze Maatfchappy.wri
het allereerft gedagten gemaaktfe, hcBbei,
wn op Sutnatra’s Wclt-kuft ootrcfit het
E >'ar>d Tsjingko, o f niet verre van.Pa-
■*og>oeù vait comptoir op te rigten.heb-
bende dit jaar wel 300 porid goud Ult de
mynen aldaar getrókíteh, "
Z y zondenden HeerÑ. GruísalsCom- De Com-
miiiàris ’er na töe j inaar.diè niaaiite het ouJTaris,
’.door’ zyriè'anvooraigüghdd zoodaaig,, on- Grais>Ao-
trent het dorp Pàuw, dat wy daar ettely-
- ken van ons volk Verloren. .. ' / ,
Ifaar Edclficjen,_ ‘hier, over geraakt Bme
zonden'hir Ao. i 666 den Heer Æaham’ yclIPr“ t
Vcrfpttä ds CpmmÜTaris ; ën' Bëvèlheb- Í 2 2 &
bçr, met M , çm. dit ou .ft« ibenafte teßris, m
WTeken. vdd-.
* öhtrent dezeh:tyd,Begon mep hier qok, ? ï r-
en voor al entrent Indrapoera-, te ontdek- S '
ken dat het daar, en op> heu Duivels-zondelugt.
Eihnd, wegens eeaige Taan-boffchen,
113 de moeraffen gfoejénde, en die ’t wa-
ter wel 2 rnylèù rn.zee roodmaaktcn,aecr
ongezotid was ^ zoo dat allé,, die. daar op
-quamen, kört‘daat aâh ftieryen.
Men had het EÎIand ’rq in gk o , zelf a lPoc-o
teh,tydfe van dbriHeerPieter de BitterAo
.. a Bizittiiig.geAoinen, en dm r .SÍÍK“ 4
nature redélyk. fteyk, çn?(er Bis« TOe.
i¥)tóig Was., een Veftinggemaakt, gßen vcr<f
Jeg;eT hiet : Bejetr Had ?4 atdiè van Pai¿t veel
Vâiî qnsr vipllc ’t,jâar daar a a n ten tyde-van
. Kpo^rnan; ,en CommiÎTam^ Jacob
H^aêhy.âbeoytoea
eigene ônvÿmchtiph«A|u|fi^r 9
J w Iperen, Käpitein Bega,
Kátíteui J^n. P is , Luiienancs, % Koop-
lK a^ jéA i kq Soldaten entrent hetv.dorp
^uw,;hfet.kv¿n(liÍ2Een.
tîét jaaf daar àan quamen ’er 3 00 blanke
S U M A
1667. ke kóppen j 200 Amboineezen, en eenige
Dood van Boegis met y/chepen onder *t oppergezag
miflkrh" van ^en ^ eer Verfpreet, en den dapperen
G r u ïd o o fKapitein Poleman, die, in i o dagen over-
de Hccr gezeild zynde, den 14 September voetaan
Vcrfprc« -land Zetteden, en den 16 dito, die van
£c°wroken ^auw 200 elendig u it het veld ilòegen (niet
* tegenftaande zy verfcheidcfterkten van io
en 16 voeten hoog, en i f voeten dik,
hadden) dat zy niet wîften waàr-zieh te
bergen.
In welke Na dezen tyd hebben alle dé quaattyddeon
aardigen en Atsjehs-gezindén zieh : van
zenzich hier na Atsjeh begeven , en de ganfehe
van die kuíl aan deze kant tot ontrent Baros aan
ganfehe de onzen vry gelaten, die de zelve ook
landftrcek, door magi van wapenen veroverd, en zig
bar fit!" Coen van toC aan Baros toe inec-
Barostoe fter van alles aan deze kant, en wel in ’t
maakteu. byzonder van alies, wat onderSillebartot
aan Indrapoera behoorde, en daar bene-
vens van Padang, het Eilañd Tsjingko,
Kotätengah, van de Sapóeloh Bona Bendar,
Bajang, Lompò, enz. , én alles toc
aan Ajer Adje, mitsgaders van Priaman,
Ticoe, Paflaman, Ájer Bangi, en rt ver-
dere tot aan Baros toe (gelyk wy in het
vervolg breeder toonen Zullen ) zooda-
nig gemaakt, dat alie deze ftrand-vol-
keren (ftaande eigentlykonder ons, enby
onze bepaalde gifte onder den Keizer van
, Maningcabo, en uit zynen, en onzen naam
tOppcr- onder’t Opperhoofd van de Weft-kuft,
hoofd der als zynen, en onzen Síadhouder) ver-
}v^-k“ít) feheidemálen tegen óns opgeftaan heb-
vanden ” bende, en ftraffe wegens hunnen opftand
Kcizcr. vreezende, zieh zelven goed willig aan ons.
by een -nader verdrag hebben komen on- ,
derwerpen, waar by dan onze E. Máat-
íchappy een volftrekt règi over deze ganfehe
kuft op /een zeer wettige wyze ze-
derd Ao. 1666 bekomen, gelyk zy ook
zedert de eerfte gedagten genomen heeft,
om hier een vaft comptoir, en verfeheide
logien, op te richten,
De Heer Terwyl de Heer Verfpreet nog hier
Pits Ao. was,die den 7 May 1667 na Bataviaver--
lá67 A>* trok, wierd by hem en den Raad eerft
00 ’ goedgevonden, om de goederen van '’dît
comptoir aan den Koopman Jacob' Joris-
zoon Pits, welken haar Edelheden als
Hoofd van de ganfehe Weft-kuft van Sumatra
aangefteld hadden, over të geven j ’
gelyk die Heer, die tòt dien tyd toe hier
’t oppergezag had, den 16 February, na
dat de Heer Pits den .i 3 dito daar van Ma-<.‘
lakka aangeland was, gedaan heeft.
Padang het Haar Edelheden hadden aan den Heer
Hootd- Pits magt en laft gegeven , om de plaats ,^
comptoir ^ hy heft keurde, voor de hoofd-plaats
van Ao. , ¿ ‘ ^
168*. te houden.
Men had in ’ t eerft wel zyne gedagten J
op ’t Eiland Tsjingko, als zynde vry fterk,!
laten gaan -, maar aangezien men dat zeer on-
gezond, en ook in verre nà voor den goud*
T R. A. 3/
handel zoö gelegen niet, als Padang» 1668.
vond, heeft men ditlaaatfte,als’tgezond-
fte en beft gelegenfte, tot het hoofd-
cqmptoir gefchikt, waar op haar Edelheden
A°. 1668 ook bare goedkeuring gege-
ven hebben, en is het na dien tyd ook altyd
het hoofd-comptoir geweeft en gebleven:
T e dicr tyd hadden wy hier, buiten
Padang, nog 3 buiten-comptoiren, daarp^^,^6
wy logien en Oppcrhoofden hadden.
Het oudfte was dat van Kotatengah ,Kotateo-.
daar wél eer Jacob van GroeneWegen als Sah‘
Hòofd fchynt gelegen te hebben.
Dit was een zeeronruftig, entwiftgie-
rig volk, die, hoe fterk zy zig ook by deze
cn gene ver bon den aan ons onderwor-
pén hadden, zieh egter niet orltzagen ge-
durig tégen hunne Oppérhoofden op te
ltaan, en zieh openbaar tegen ons aan te
kanten , waär toe Siri Rad ja Hoeloebalang,
een zeer geldgierig man, gedurig niet weinig
het zyne dede, tot dat hy Ao. 166g
na OeJakan de vliigt nam.
W y hebben daar vericheide Opper-Dcs
hoofden, om den goud-handel waar t e ^ ^ ^
nemen, gehad, te weten, Jacob van Groe-
newegen voor Ao. 1667 , en daar na Henrik
Marfchalk Ao. 166y en 1666, N .
Starkman Ao. 1667, Jacob Kivit, On-
derkoopman, en Arent Kool tot den 9
July 1669, Joannes Colombi na den 9 July
1669, die ’er tot den 22 Maart 1674
gelegen heeft, wanneer ’er zulken opftand
van dit volk voorgevallen is, dat zy tot
geen reden komen * wilden, voor dat wy
hier de logie deii 8 April van daangeligc
hadden -, ’c geen haar Edelheden, by fchry-
vens van den 4 Juny 1670 ook goed ge-
keurt, en na welken tyd, hoe meenigmaal
zy ook -om de vrede met die van Bongus
quamen fmèeken, niet goedgevonden is,
daar weder een ander Opperhoofd te leggeri,
o f zieh eenigzins aan hen gelegen te
laten, te meer, alzoo hier inàar een (malle
goud-handel, en een groote laft van de
bezetting viel.
Het tweede comptoir was òp het Eiland Tsjingkoi
Tsjingko, o f Sinkel, dat 12 mylen be-
zuiden Padang, en zoo veel ook benoor-
den Indrapoera legt. In andere kaarten
legt dat 2 of2^graad beqoorden denEvc-
naar, dog zèer qualyk.
Dit was een menich-verflindend Eiland, ‘
waar op van tyd tot tyd zeer veel men-
fchen ftierven, zoo -door de groote hitte,’
als door de oiigezonde dampige en vergif-
tige lucht;
Terwyl de Heer Veripreet nog hier
was, verloor hy zynen Geheimichry-
ver, Jan Schepens, nevens welken toen
ook Pieter Brinkhof, en'Johan de Witte,
Onderkooplieden, en de Affiftenten, Joannes
de Koning, en Americus van den
Briel, met veel anderen, hier overledcn
'zyn. ' ■
E 2 Men