
w i ) l i t i
2J)6 B Y Z O N D E R E Z A A R E N
A. 1677. tot confervatie van Landen* en Luyden,
Hun
Gods-i
dienft.
behoordv
De Religie , o f vermeende Gods-
dienit dezer menfehen, is niet min won-
derlyk, als fchrikkelyk * en kan al mede.
nièt fpeeiaal werden befchreeven, zo
om de vericheiden Seilen*die onderhen
zyn,als om dat zy zulks niet gaarneaan
een ander openbaaren 5 ja niet aandege-
mecne man van hun eygen Nätie 3 en
dewyl van der Heydenen Godsdienil,die
in deze, als daarom leggende Landen
werd geoeffend * geheele Bocken in on-
Ze Taaleaan ’ c ligt zyn,ende UE. 00k
een geruinien tyd in de Landen, daar
dtìze Religie in zwang gaat, verkcerd
h eb t, achte te minder noodig daar van
wydloopig te fpreeken, maar zal in generale
termen aaar van die weynige ter
neder (teilen. Z y erkennen een Eeuwig
wezen, uyt ’t Ligt der natuur, en ge-
looven dat ’er een God is , die in drie '
Perfoonen beiiaat , genaamd Wtjno,
Roetra en Bramma , welke drie Perfoonen
met eenen naam Ixora werden genaamd
j ende hocwcl zy deze drie Per-
föonen een eenig wezen toefchryven ,
zeggen z y e g te r , dat de zelve gewäande
Godheid inde perfoonelykeeygenfchap-
pen onderfcheiden is , zo dat de eene
wel iets doen kan, dat tegens des anderen
wille is ftrydende, ot difcordeeren-
de, 8cc. Z y zeggen, dat deze drie Perfoonen,
Goddelyfc zynde, 00k wyven
hebben. De eene bewaard de zyne op
zyn hooft, de ander op zyn tong,ende
derdc op zyn borii 3 en dat ’er aan de
vier hoeken des Weerelds een Heemel
is , daar de geene, die op de, aarde goed
gedaan , en wel geleeft hebben 5 ieder
na zyn verdienfte zullen in gaan; maar
die ter contrarie een boos Leeven , en
quade werken hebben geoeffend , körnen
in de helle , die zy zeggen bene-
den in den afgrond te wezen. Z y (teilen
vericheide Hemels. 1 )e eene wanen
z y , dat den anderen Hemel in glory o-
vertreft ; die in ’t Zuiden zeggen zy de
vermakelykite en heerlyfte te ! wezen 5
waar na volgd die in ’t Ooilen ; dan die
in’t Weiten, ende deflegtfte Hemel in
’ t Noorden. Want zeggen z y , gelyk
alle menfehen op aarden niet evenveel
vreugde en vermaak hebben,zo können
00k alle de Zielen van de veritorvene
lüet gelyke glorie en Heerlykheid;, in
het ander leven , genieten ; o f zy moeten
(gelyk meede gelooven) op ’t nieuw
weder gebooren werden 3 en dan vol-
gens hunne werken, o f goed o f kwaad,
na hun tweede dood,- ontfangen. Zy
wanen in ’t ander leeven overgrotè wei-
luit des vleefch te bedryven, en groote
Magten en Rykdom te bezitten , ider
na zyn verdienften. De Helle* tot (traf- A* Ti77*
fe der menfehen , bereid , zeggen zy *
dat in den afgrond met verfcheide Kui*
len is 3 daaj: de Zielen meede, na dat ze
veel of weinig gezondigt hebben, ge-1
(traft werden , boven dat ’er een onge-
meene hitte en koude werd geleeden*
zynde daar noch , zo zy zeggen, veele
andere kwalen en tormenten. Eenige küy-
len zyn voi afgrysfelyke Slangen,en andere
kruipende gediertens , andere met
Leeuwen, Draaken, bytende Honden,
onbandige Olifanten * en aridere met
onlydelyke Stanken , en vuiligheit,jßtc;
uyt eenige Kuilen meenen zy dat verlos-
finge is 3 maar uyt . d’ andere niet 3 en
daarom geven zy* na ’t overleiden eeni-
ger Vrienden, veele Aalmocflen aan de
Braminees , om voor de afgeltorvcne
Zielen te bidden , op dat de» zelve , zo
zy eenige quaal mogten lyden, daar
vöor, of tot de glory geräken , of weder
gebooren mogten werden * enin een
hooger Staat geiteld , als de zelve in ’t
cerite leven is geweeit * het Regterampt
in ’t ander leeven fchryven zy eenen
Chitterepoetre toe , die van alles (voi*
gens hunnen waan) goede aantekening
houd, wat ’er op de weereld pafleerd*
en zo ras de menfeh ilerft , moet hy
voor ’t oordeel verlchynen. Deze
Cbittrepoetre flaat dan ten eerften zyn
Boek open , en wyft ze na hunne verdiente
, of na een .der Hemelen * of na
de Hel. Want, zeggen z e , gelyk eèn
Voril op aarden zyn Pardani, of tweede
Beftierder, heéft 5 alzo heeft Souani
(zodanig noemen ze*hunnen Oppergod )
00k deze Cbittrepoetre tot Pardani, en
de Macht van ’t oordeel in zyn handen
gefteld.Niet tegenftaande hunne gewaan-
de God meede alles weet, w a t’er op
aarde pafleerd, ajzo hy alles door andere
doet aantekenen , ■ acht hy ’c
egter voor zieh zelven te gering , om
van alles Notitie te houden , 00k zou-
de die te veel mcieyte voor hem . wezen.
Zy houden ’t daar voor , dat ’eirin ’t
ander, leven niet anders, als een geduu-v
rige overgroote welluil, zal zyn, die z.e'
mét de .eygenite ^of veel bet,erlichamen*
meeneh tb zullen genieten, als daar mede
zy geftorven zyn.
Zy hebben koitelyke en prächtige ge-
bouwen van Tempels, die zy Pagoden
noemen j met redejy ke hoge Thorens
vercierd 3 dog van binnen zo donker met
veel hoekén en winkels , dat men by
daag,om daar in te zien,ligt moet ge-
bruiken. Hier itaan hunne Suanes, of
Afgoden, bewaart, die zy in wonderly-
ke en (chrikkelyke Figuuren afbeeiden,
behalven dat ze alderhande Beeilen , en
kruipende gediertens , als Olifanten,
Koeyv
a n C E
*■ «Ä7?-Koejen , Paarden, veel hoofdige Slan-
gen, Draaken, Scorpioenen, Crocodjl-
len , item allerhande Gevogelte, &c. in
figuür hebben 3 zo ziet men beeiden van
ipenfehen met veel hoofden en handen,
als meede met eenige Olifanten, Aapen,
Büffels, en andere afgryflelyke Beeilen-
koppen , die zommige van haar als een
vreeszel'yk monfter vertoonen, met veel
zwieren en bochten , daar in zy haar
prefentceren, en af beeiden, zynde haare
Lichaamen meede heel wanfehaapen *
eenige ruilen op (langen , d’ andere op
een Paauw of Haan , en diergelyke ge-
dierten, ja zy hebben in hunne Tempels
zulke Figuuren en Vertoningen, diezy
als Goddelyk venereeren, en adoreeren,
die de eerbarheid niet toelaat op, het
Papier te brengsn. Daar is een zoort
onaer deze.Heidenen , die eeren het
Lingam (of ’t Membrum Virile in Mem-
bro Muliebri) deze werden na hun dood
begraven , maar de red werden alle
verbrand. Zy bewyzen hunnen Gods-* of
liever Duivelsdienft met zulke arme be-
lachelyke reedenen , dat ze zieh zelve
(chamen , die aan verilandige menfehen
te verhaalen. Zeker Raatsjega, zeggen
zy , dat eens met begeerlykheyt op een
derOppergoden Vrouwen was verlieft,
en dewyl dat deze Raatsjega alderhande
vonden gebruikte , om de gezeyde
vrfcmw , die uyt ’er maten fdhoon was *
te fchaaken zo begon Souani daar eyn-
dclyk verdriet in te krygen, en was van
zints den Duivel of Raatsjega daar over t
(haften * die , zulks bemerkende, zig
op de grond der aarde had neder gelegd,
en openbare bekentenis vanzynmisdryf,
en quade gedagten gedaan heeft, pryzen-
de de heyligheid van Souani 3 dog die
Duivel was daar op zodanig geilraft, dat
zyn lichaam op llaande voet in hetLingam
veranderde* en zodanig komt het, dat
die Figuur by hen G.oddelyke eere ge-
niet. De Duivel zeggen zy dat volko-
men magt heeft , om hen kwaad te
doen , en daarom vieren en eeren zy
hem 3 diergelyke dingen meer, die noch
fehandiger en fchrikkelyker zyn, zoude
hier kunnen bybrengen, maar achte het
zel^e onnodig, om niet buiten de palen
der Eerbaarheid te treeden , zonder ’t
welke die niet verhaald können werden:
blykende genoegzaam uyt het voren-
ilaande , hoedanig deze menfehen met
de baiiden der duiilerniflen gebonden
zyn, en hoe de looze Braminees, die
zulks een gedeelte wel beeter weeten *
d’arme menfehen verleiden , en blind-
doeken.
De Beeiden voornoemt * die in gezeyde
Tempels ftaan,eeren zy met vol-
koome Goadelyke Eere 5 zy fpreeken
. V . D e e l .
Y L O N. 197
gemeene Difcourfen met en tegen de^
zelve , als of zy levendig waaren 3 en
deken des avonds duizenden van Lamp-
jes voor de zelve aan 3 als mede in de
fpitze van zommige Toorns der Pagoo-
iden ; tweemaal ’s daags werd voor die
Beeiden gekookt , en hen de Spyze
koorgezet , dog daar na van de Brami-
nees gegeten, zy waflen de zelve dage- -
|lyks met Rivier-water, en behängen ze
met wel-riekeode Bloemen; Zy fpelen
met alderhande Inilrumenten voor de
zelve. Onder welk mufycq de Vrouw-
luyden dariszen, en wonderlyke mynen*
met zeldzame Drayingen hunneroogen,
handen , voeten, en lichamen makem
Deze Heidenze Tempels en Afgoden
verflinden Jaarlyks veel Geld. De Beel*
den werden op zeekerc dagen met Mus-
kus , Sandei, of andere welriekende dingen
befmeerd, en met Campher, en andere
Reuk werken, berookt.. De Cere-
monien , die zy op zeekeren tyd met
waflen in Zee, en verfcheidene vlieten-
de wateren,doen, wanen zy van groote
kragt te wezen, 00k doen ze hunne
dagelykze Gebeden , gemeenelyk in ’t
water met wonderlyke zwieren, en.hou-
den veel van zieh te waffen , principa-
lyk * zo zy iet onryns aangeiroerd , of
omtrent andere Gedagten gezeten hebben.
De Guzeratze Braminees, die in
deze Landen veel zyn, bidden,, boven
de ordinaire: Heidenze gewoonten , de
Son , en Maan , ook*het vuur, aan :
Ende gelyk deze menichen vericheiden
van Aard, Leven en manieren zyn, zo
zyn zy 00k, vericheiden van Religie,en
zo vol Heidenze gedrochten en Seilen ,
dat’t onmogtlyk is,ieder opzynPoinil
te beichryven 5 driederhande Braminees
zyn ’er , die ieder een ander ge-i
voelen hebben , en zo is ’t by na met
alle Gedagten. Jeder Seile heeft zyne
eygen Heiligen , die zy buiten in ’c
byzonder , of wel met de zelve hunne
Oppergooden , Eeren , als Rammai,
Goepaloe, Nagarajan, Kißna * Covindo ,
Pirmal, Mvaar , en honderd anderen,
die byna ontallyk zyn. Zo zy van een
Ziekte genezen zyn , of eenig goed
werk verrigt hebben , öfteren zy in <
Thuinen , of onder de Boomen , Beeilen
* of andere Eetwaaren, aan hunne
Goden. Ieder Geflagt heeft een Prie«
der, die doet alle morgens de ronde*
zagende eenige Gebeeden , en brengd
aiiehe, of Kruiden, daar ze hun voor-
hoofden mede beftryken. Deze on*
derrieht hen in de Leere van hun Reli-
gie. Königen * van den Duivel bezeten zyn-»
de* werden van hunne Prieilers gehol-
pen, in fomma, hunne dwalingen zyn zo
P p menig