
X X I I .
Verbaut der Oorlogen en Gefchiedenis-
Jen, tujfchen de Köningen van
Ceylon onder malkanderen,
de Portugeefen, ,
-E. Compagnie.
Oorlo- Cingaleefen zyn zeer oud, cn kogender
men in'manieren, verw, gedaante ,
Keyferen ipraak, Wetten, en Godsdienft, zeer
vanCcy- overeen met de Malabaren of Nay ros,
gelyk ook hunne Landen , boomen,
vrugten, kruyden, gronden, boflchen,
en bergen ten grooten decle overeen-
komen.
T e weeten, dekuft benoorden Caap
Comoryn, en bezuiden’t Fort Nigom-
bo , zynde de helft van ’t Eyland , en
de andre helft benoorden ’t Fort, ’t ftrand
längs tot aan Panoua, heeft in eygener
voegen groote gelykheid in alle zyn
-deelen met de Landen der Malabaarfen,
beooften de gemelde Caap , de Landen
van Madure, Tansjouwer , Carnatica,
en Chorn&ndel, zo in opzicht van de
Menfchen, als van de Gronden, Taal,
en Gewoonten , en heeft het verfchil
van hedensdaags door lengte van tyddaar
in gebragt de verandering, die men ’er
jb ziet.
Voor al komen zy overeen in Zaken
van den Godsdienft,en in de naam hiin-
ner Afgoden,die opdit Eyland, en de
vafte kuft van de Grenfen van Perfien,
gerekend tot aan Arracan längs de Zee
(en zoo te Landewaart, ook buyten ’t
gebied van den grooten Mogol) een en
*t zelve oogmerk heeft,en zo verremen
de naam van Bramines en Raja’s -heeft,
by al welke Volkeren die Eyland ge-
naamd werd Langhan.
De oudfte Aanteekeningen van hunne
gefchieaeniflen zyn weinig, en vol
Verdigtzelen.
Egter hebben zy geheugfehriften van
hunne Köningen, die zy optellen tot ’t
Jaar ippo voor Chrifti Geboorte.
, Voor dien tyd is alles volFabelen, en
door onmenfehelyke Spooken zo duy-
fter , dat het op i o a i zooo jaren niet
aankomt, en dus is’t ook met de Mala-,
baaren gelegen.
Eyndelyk komen zy tot A .C . n j f ,
bfrinze- van waar ^unne Keyzers en Konin-
len der 8en tot °P den tegenwoordigen toe op-
Cinga- rekenen , zonder dat ’er in al die tyd
kefen, wettige Nazaten entbraken , fchoon
voor weinig tyd eenige dwingelanden
Regeerden.
Van dien voornoemden tyd rekenen zy,
dat ’er geweeft zyn 16 Koninkryken,
die alle quamen op hun hooge Offerdagen
ter ommegang in de S|adGit,ava- A.
ca (deze Cita was een Gpdin ondpr dp
Heidenen) en dqurde dit 1 d dag?U iähgj
voor ieder VorftendQ® een dag en een
nacht, en voor de Vrouwe.n , zoo dat
die Volken eens des jaars in prägt en
Vreugde by een quamen.
Na die daagen baal.de ®en uyt den
Tempel een Gouden Arm-Ring met 16
hoofden uytgehouvyen , de gpmeldp
Landen afbeeldende, die door den Prie-
fter aan den Ksizer daar tegenwpordig
gegeeven wierd, aan wien de andre Vorften
Eere en hulp fchuldig waren, en
welke veeltyds was de oudfte onder
deze Köningen , terwyl de andre Köningen
en Vorften egter vrye en onbe-
paalde ßezitters van hunne Länden en
Volken , op hun zelven blevpn.
Deze Gewoonte en Vryheid der Vorften
raakte eyndelyk zoin verval, dat de
Keizer zieh Meefter maakte 5 verdruk-
kende door allerley middejen van geweld,
huwelyken , en erffeniflen, dp kleenp
Landfehappen tot een overheerde ge-
hoorzaamheid, fchoon meeft alle dezp
Vorften in Maagfehap malkanderen be-
ftonden, en in dezer voegen geichiedde
naderhand dejaarlykfche byeenkomft op
Citavaca als een verpligting,p®aanden
Keyzer hunne onderdanigheid te bewy-
zen. Fimela Darma Soeria Mahadajfyn, was
de] eerfte Koning op dit Eyland , die Eerfle
zieh ’t zelve als Keyzer onderwierp pn-Keyfer.
trent A0. n ^ f. en zyn he® in regte
neergaande trappen, gevplgd 7 kindpren
en kindskinderen, uytmakende $7f Jaren
, waar van de laatfte genaamd is
Langhau Raja Singa Mahadajfyn^ tot de©
Jaare iy 10,
Van dezen Keyzer nederwaards , en
ook by zyn tyd,zyn gröote en iangdu-
rige Oorlogen geweeft, die de Landen
en Koninklyke Geflagten by na ge-
heel hebben verwoeft en uytgedelgt ,
dat byzonder zyn begin nam tufichen
z Zoonen van den vierden Keizer Maha
Raja Singa Mahadajfyn , oorlpgende de
jongfte Ratgana Mahadajfyn, tegen den
oudften, Langhau Pitti Mahahaßana, en
fcheurde ’t Ryk in tween.
En of fchoon de Kindren van Langhau
Pittie Mahahaßana in ’t R/yk beveftied 0orl°-
wierden , bleeven dpg de gPmoede-|eey £ r
ren verdeeld, zo dat de Keyzers hun onder
Hof hielden in Candiaj ftaandede Lan- mälkan-
den by ’t Leeven van Langhan Pitti
Mahahaßana Raja Singa Mahadajfyn, in
drie deelen in Oorlog, te weeten, buyten
hem , de Koning van Cotta, en
Raja Singa Mahadajfyn, hebbende zig
als Koning van Citavaca opgewor-
pen.
On-
A. mjiy; phtrent dezen tyd, ofAo. iyoy. qua-
Alsook men de Portugeefen op dit Eyland , en
inet de maakten aldaar door veel liften en be-
Portu-
- geefen.
drog een beginzel der Stad Colombo *
niet zonder veel bloedftörtingen en Oorlog
niet den Koning van Cotta, die® zy
eyndelyk de Stad , toen genaamd Col-
Amba j of ’t Manggas- blad , afnámén,
fen hém tot Vrede dwongen:
Dog dewyl hier veel groote Zaaken
aanvang nemen , moeten wy dit wat
hooger ophaalen^
Over % Koningryk Cotta Regeer-
de toen Cotia Raja Pandaer ¿ die
maar een Zufter , en welke 3 Soonen
had, genaamd Bhanagahau, Bandaer, cn
Baduna Ragiau. Deze 3 Broeders verriioordfen
hun Kóning en Oom, en vér-
deelden onder malkandere de Landen des
zelfs, én dé Corles Saftragam , dé vier
Corles j éh Máture ; en zy voerden
Oorlog tegen den Keyzer van Candia,
Langbau Raja Singa Mahadajfyn.
Maar zy bleeven niet langeendragtig,
alzo dé middelftéfdoor den oudften ver-
rtioord wierd j wélke Prins Bandaar ecn
Soori naliet, die, eén kleen kind zynde,
by de Portügeezén ópgebragt wierd , en
Don Vhilippo gedoopt is j en had dé
jongfte Broedér voor zyn deel de vier
Corles, én de Hoofdftad Citavaca, ne-
veus SafFragam, ánders Dunavafca.
Bhänagabau , zíg tégén zyn Broeder
té zwak vindéride , zogt hulp by de
Portugeefen, die zig met groote loos-
heid indientwiftmengden, en beloofden
dien Koning zyn Dogters Soon Kouing
te züllen maaken , tegen ’t recht des
Lands., en tegén ’t Recht van ’s Ko-
nings Broeder, Mahaduna , en dat van
den Soon des vermoorden Broeders B««-
daar , Don Philippe genaamd, zynde deze
Dogters Soon genaanid Periapandaer
en Don Joan gedoopt.
Mahadtma , de Stad Cotta met magt
iiaderende, werd van zyn Broeder voor-
noemd in’t Veld bejégénd, zynde door
de Portiigéefen geholpeh, onder de welken
een den Koning , Bhanagahau, meé
éen Mufqüet doodlctioot.
. Een fnood verraád, en óorzaak van’t
verlies van dié Stád , en van de Vlugt
van des Konings van Cotta’s Leeger, dat i
met de Portugeefen na Colombo week, i
alwaar dat Kindskind tot Koning wierd
gekroond.
Het zelvé, Periápandflár genaamd,
wierd door dé Portugeefen volgen.s vorige
beloften ónderlehraagd , of lié-
ver iii gévankeriis gehouden in Colombo
, en iñ de Roomfché Réli-
gie opgebrágt , onder alien íchyn
van hem in zyn Ryk te herftellen , en
ínet Koninglyke pragt onderfteund, kry •
gende door dit middcl voet in de Regce-K
ring over ’s Kinds onderdanen, die hem
getrouw bleeven, en geen kleene voor-
deelen der Landen 3 die zo Canecl, als
Olifanten, gaven.
Aan de andre zyde wierden zy zeer
gedrukt van den Koning Mahaduna, die
door zyn Broeders doöd , zig Koning
Van Cotta en van de Beneden-Landen
maakte: dog wierd egter van de Portugeefen
geilagen, die door hulp van veel
kleene Heeren de Stad Sitavaca inkree-
gen en beroofden , na welk voorval de
Koning Mahaduna vermiil en verdwee-
nen is, oordeelende veelen 3 dat hy in
Pelgrimagie zyn Ryk , ’t Eyland , en
zyn leeven verlaaten heeft;
De Keyzer van Ceylon 3 wettig Heer
van ’t Eyland , had tegen de Köningen
van Cotta , dip zieh zyne gehoor-
zaamheid onttrokken hadden, lang ge-
oorloogd, blyvdnde (gelyk gezegt is)
zyn Hof houden in Candia , van waar
hy den Oorlog met groot voordeel voe-
en konj dog na de dpod van Mahadu*
tu , Koning van Cotta , en Citavaca
veranderden. zyne Zaaken, dewyl nog
veel andre Vorften, en vooral de Prins
van Oeva, Vimelamantra ^ van hem af-
vielen.
Raja Singa Adajfyn, een jong, moedig
Prins, en Soon van den vermiften ofr
dooden Koning van Cotta , Mahaduna
Rajöe, heritelde zyn ’s Vaders Zaken, en
nam voor ,, zig Meefter van ’t ganfeh
Keyzerryk te maken , en voor al de
Portugeefen te verdry ven, die oorzaak
van alle deze oneenigheeden in deze Landen
waren,en bragc in körten tyd door
Wysheid of geweld, ’t geheeleRyk ten
onder , en veel van dien, aan zyne zyJ'
de.
een zwaar Leeger tegen dezen jon-
gen Koning afkomende , werd ge-
heel geflaagen, en is deze oude Keyzer
al meede weg geraakt , zonder dac
men weet , waar hy vervaaren is , na-
latende eene Doch ter j zyn Erfgenaam,
ende wettige Keizerinj dog nog maar
een kleen kind.
Zy wierd onder de Portugeefen bc-
fteld,- uyt vreeze dat Raja Singa Adas-
fyn^ haar in banden kry gen mögt.
Deze Zaaken zyn meeit ten tyde Van
der Portugeefen voorgevallcn , zedert A-1?08-
A<\ ifo y. tot A®. 1 y 8 3. hebbende door-
gaans veel Oorlogen gehad ,■ en groote
Ichade in Volk geleeden 5 egter altyd
met die gedagten vän zieh weer eens
Meefter van Ceylon te zullen maken,'
dat hen äl fchoon begon voor te ko*'
men 5 dog Raja Singa Adajfyn was hun
bittere Vyänd, die, Meefter geworden
M m zyn