
Ä.1641. DezC befluit genomen, ofordreont-
fängen hebbende, körnen te zamen met
onze Raads-vergadering tot een volko-
men befluit over ’t noodige.
Befchry« ^ et Decima legt aan de zuidving
van Zyde der Baay * is in ’tjaar 1636 gemaakt*
Decima. erf als een blok van de Stad afgeftoken, ‘
om tot een opfluiting der Portugeefen te
dienen.
Compagnies Opperhoofd in Firando
befchryft heel fchimpende in zyn dagre-
gifter, onder dato 2p Juli 1636, datdit
Eiland voor die Natie wierd opgemaakt,
als een ibort van een gevangenis , niet
könnende denken, dat het ons, na ’t
verbannen der Spanjaarden enPortugeeien
A . 1641 ter wooning even zoo, als hy
van ben gefchreven had, zou aangewe-
zen werden.
De Water-poort gefloten zynde,
werd. die verzegeld, en dePak-huizen,
daar de fyne waarenin leggen, werden
desgelyks behandeld , welke verzegeling
der Pak-hüizcn ecrftover izjaarenopge-
v komen is.
N u kan niemand meer by ons komen,
dan door de Land-poort, en ook geen
andren, dan de Eilands-bedienden, als de
Japanfche Raad, de Comparadoors, die
de koft en andre benoodigdheden verzor-
gen, benevens andre Dienaaren, Leerungen
, enz. die alle (niemand uitgezon»
derd) aan ’t ly f betall werden, zoo me»
nigmaal als zy in o f uit die poort gaan,
dat 00k de Nederlanders, van o f na boord
gaande,onderworpen, en waar vanalleen
de z Opperhoofden, en de tweede per-
löon, bevryd zyn.
In die Land-poort zitten z Stads-
Banjoozen, een Schryver, en een Man,
die alle uit-eningaandeperfconenengoe-
deren naziet, en naäuwkeurig onder-
zoekt, en die ook alles, wat ’ervoorvalt,
aanteekend.
Noch is ’er een Collegie, o f vergade»
ring van de gcld-kamer, die de negotie-
bockeb der Japanders houden, en die den
geheclenhandel jwegens ’t geen aange-
- bracht, en hiefuitgevoerdwerd, netin-
boeken, ieder Koopmans deel byzonder
reekenen ’t geld ’er voor ontfangen ,
afpakken, en, ’t geen de E.Maatfchap-
py toekomt, geven zy in beflotenebon-
dels van 100 cocbangs, op ’t vertrekder
fchepen over, die dan na Choromandel,
o f elders, werden vervoerd, om die te
zuiveren, waar voor zy dan ontrent 6
Ryksdaalders (fchöon zy hen voor 10
Ryksdaalders ieder aangerekend zyn) in
kas krygen, om dat de Japanfche munt
zeer vervalfcht is, .<jie echter de E. Maat-
fchappy zoo,met o f tegen wil, moet aan-
nemen.
By ieder fchaal is een van deze maats
in ’t gezelfchap van een Caferos gecommitteerd
, omtoeteziennevensz gecom- ^
mitteerde Holländers, dat ’e rwelgewogen
werd, alzöö men wederzyds nette
aantekening van de ponden houd, waar
van door de onzen aan den tweden perfoon,
en door die andren aan die v-an de geld-
kamer s’avonds een net fchriftelykberigt
gegeven werd;
, De verkooping gefchied met ’t inleg-
gen van brieljens, in ’t bywezen der z
Banjoozen, 1 Stads Borgemeefter,ende
andre Raadslieden van *t' Eiland, terwyl
de Opperhoofden, en de tweede, daar te-
genwoordig zyn,om de verkooping, ne-
verfs die van degeld*kamer,aan te tecke-
nen.
Als alles Zöo verre verkbgt iä f dat de
huiden, veilen, en buffels-hoorns zullen
verkogt werden , fpringen alle de
Kooplieden met ’erhaaftvandeverkoop-
plaats, a lso fz y de droes zagfen aänko-
men, om plaats voor die ljeden, die daar
in handelpn, te maken: alzöo niemand
metheneeten, drinken, ofomgaahwil,
om dat zy vilders zyn, die met doode
krengen omgaan, ’t gerecht ten dienft
ft aan , en beuls-werk doen moeten,
waarom zy 00k voor de verächtfte men»
fchen in Japan gehouden werden, gelyk
ook niemand hier zyn Kinderenden lederhandel
leeren laat, o f hy moet met eenen
genegen zyn hem 00k beul, rakker, o f
iet diergelyks,te laten werden;
Een blyfe van veragtelyke liehan-
deling heeft men 00k, als onze Opper-**
hoofaen na den Keizer gaan, om hunnö
eerbiedigheit , en overgave värt ’t ge- *
fchenk uit naam der E. Maatfehappy,te
doeri, want dan moeten zy (zoo men my
berigt heeft) zoo lang in de gehöörzaal
op een mat tegen de grond met het hoofd ,
zonder öp te mögen zien, nedergebukt
blyven leggen, tot dat de Ryxraad ge-
roepen heeft: de Hollandfihe Kapiteln doe
zyne eerbiedigheid ,■ en dan werd hy ge*
waarfchouwd, van op te mögen reizen,
waar by nu in: de later jaaren nog andre
zottigheden gekomen zyn, die zy vöoi
den Keizer,*eer zy vertrekken mögen,
moeten aanrechten, waar van wy hier na
breeder fpreeken.
Indien ’t waar is, ’t geen meft my ’ei
af bericht heeft , moeten zy voor
een gemeen Edelman gebuktgaan , enals
de Stadsvoogd van Nangafacki uitgaat,
moeten zy allen uit de weg gaan, en,
als zy met hem ipreken zullen, buk*
ken, en terwyl de Opperhoofden maar
bukken, moeten de Tolken gehfeel tegeii
de aardc nedergebukt leggen j behalven
dat deze Tolken niet meer, noch ictanders,
vertolken durven , dan ’t gene zy
weten, dat den Stadsvoogd niet misha-
gen zal 5 fchoon deze Stadsvoogden, by
eenoptochtna Jedo, zelfs zeer weinig
van
j^i.van de andre grooten geagt, en verpligt
zyn dan al het noodige ^e verzorgen.
Egter is het zeker, dat het voornaam-
fte van den handel van hen af hangt, en
over hunne geftrengheit (fchoon zy die
veel te veel plegen ; en ’t Hof niet weinig
in alles blindhokken) te klagen, zou
zeer gevaarlyk zyn, hoewel ’er voorbeel-
den zyn , dat, om zeer geringe zaa-
ken, buiten ’s Keizers weten verrigt,
en over zig genomen, zyzich den buik
hebben moeten opfnyden.
Door deze geftreögheit i s ’t , dat de
onzen maar eens des jaars op zekerendag
van hunne Jaar-markt, in de Stad mögen
komen.
• En egter hebben - zy de ftoutheit wel
gehad, om deze en gene CommiiTariflen
: van ’t Hof, nu en dän daar gekomen,
en ’er na vragende, tegen hun beter we-
ten aan, wys te maken, dat wy in de
Stad konden gaan, als ’t ons maar belief-
. de, dog dat het onze eigen genegenheit
was, zoo op dit Eilandje te blyven. ■
Al wiften zy., dat een fchip noch zoo
lek was,, zullen zy , als de tydvan’tver-
trek, by hen na hun bygeloove vaft-ge-
fteid, gekomen is , niet toe laten, dat
het öntladen'en verholpen werde 5 maar
in tegendeel al waaide hetdanccnftorm,
Zoo werd alles, dat zy aanlandgenomen
hebben, op ieder fchip.aan boord gebragt,
en zy moeten in Zee, al zou het nog zoo
gaan, waar doof 00k de E. Maatfchap-
p y nu en dan, al een flegt geftcld fchip
(gelyk onder andren ’t fchip Spaaren A.
KS97) verloren heeft.
W y noemen ’t fchip Spaaren, omdat
de Heer de Vos .(toen Opperhoofd hier)
met veel ernft de ilegten ftaat van ditichip
aan de Japanders voorgefteld, en verzogt
had, ~dat het wat mögt vertimmerd, | en
verholpen werden.
Het was ’er zoo Verre van daan, dat zy
dit zouden toeftäan, dat zy ’tzelveinte-
gendeel zonder uitftel, na dat de gezet-
te dag gekomen was , deden vertrekken,
gelyk het 00k in Zee gebleven en
vergaan is j en, o f dat nog niet genoeg
was, hadden die onmenichelyke beeren
noch de ftoutheit , om na Batavia
over dezen braven Heer ^ alleen we-
Ygens dit gedaan verzoek te fchryven ,
dat zy.wel lyden mogten, dat hy daar
weder quam, maaf ’dat h y zig ftipter na
de Japanfche wetten in dezen. fchikkert
moeftj maar hadden zy dien Heer: zyn
reddyk verzoek ingewilligd, zoo had de
E . Maatichappy, na.allen fchyn,’tfchip
Spaaren niet .verlören , van hoedanigeige-
yallen wy meer .ftaaltjes zouden: können
geven.
, Zyn dat geen .önverdfagelyke gewel-
denaryen, om welke; zekerlyk ecnvolk,
Zoo edelmoedig, als die rwakkere Bata-
. V . D e e l .
v i e r s , J a p a n a l l a n g h a d m o e t e n v e r l a t e n , a
z o ö d e r z i g , o m e e n h a n d v o l g o u d ( d a t
n u . a l v r y f t e r k b e g i n d v e r v a l f c h t t e w e r d
e n ) z o o l a n g t e h e b b e n l a t e n r i n g e l o o -
r e n .
Ook moeten alle boeken, prenten,Hollands
geld, of wat maar eenige aanftoot
aan de agterdogtige Banjoozen geven kan,
aan een kant gedaan, in een vat gekuipt,
en, verzegeld na land.gebragt werden:
want zoo zy hier o f daar, by ongeluk,
maar een Chriftus aan’tkruis,ofietdier-
gelyks, verbeeld zagen, zouden zy
ten eerilen vaftftellen, datwy.Portugee-
fen , o f dat’er zulken in ’t fchip waren,
cn dan was ’t met dat fchip, en alle,die
’er in waren, zeer liegt gefteld, behal-
ven dat wy. dan ook zekerlyk daar uit
zouden hebben.
In oude. tyden moeft ook het roer van
’t fchip na land 5 dog men heeft dat na-,
derhand in Holland zoo doen maken, dat
het onmogelyk kan uitgehaakt werden ,
of ’er af tc krygen is$ weshalven zy ’er
dit nu maar aan. laten blyven.
Dat nu ons volk, in Jedo gekomen
zynde, na ’t doen van de gewoone eerbiedigheit,
ten gevalle van den Keizer
en zyn,Raaden, noghonderd andre zottigheden
moet aanrechten , zullen wy
hier na breeder in een opreizederwaards
gedaan, vertaonen.
De Opperhoofden zelf plagten dat al
medete moeten doen * dog nu niet meer j
maar de gemeene lieden doen het egter
tot nu toe nog.
Eer wy van dit Decima affcheiden,
moeten wy hier nog byvoegen, dat men
daar vry flordig, en openbaar, eenige
jongehoeren (wel uitdrakkelyk daar toe
ppgeyoed , en die gemeenelyk keesjes
genaamd werden) aanhoud, die men uit
de Stad Nangaläcki (daar men 1 beflote-
ne,, en by den Land-voogd toegelatene,
ftraaten,Jammamais, en Juriamats genaamd
, met deze diertjes heeft) s’avonds
op ’t Eilandje brengt, cn die dan,
zeer koftelyk gckleed , en van een kleen
meisken - (die zy. gemeenelyk kapertjes
noemen) verzeld zyndc, komen aanftry-
ken, om. zieh daar, voor reekening van
hären Heer , voor z Itfebotjes of y Ryksdaalders,
aan de vuile welluft, ’t zy van
een Holländer, ’t zy van een Tsjinees,
o f wie ’t zy , over te geven.
Die zoo veel geldop eenen nacht win-
nen, dat zyn al van de grootfte Hoeren,
en die meisjens, die zy by rieh hebben,
dienen,om hun nu cn aan te waaijen, en
werden gehouden, om, tot. dat vuil bc-
dryf met ’er tyd al mede gebruikt te werden.
Zommige van deze Keesjes blyven
hier ook by dag wel over j dog dan werd
haare fpys, voor 6 maas, of 4z ftuivers
uit deStad.gehragt.
F Dit